dinsdag 8 april 2025

Zo heb je een bedrijf en zo heb je .....

Op de dag nadat Trump en Vance in het Witte Huis Zelensky beledigden, gingen Jan Willem en ik een nieuw gasfornuis kopen. De ouwe had het 10 jaar gedaan. Het was een goedkope Turkse en er was brand in uitgebroken. Plotseling stond de linkervoorpit in brand. De gasleiding eronder was doorgeroest.

Ik wilde een kwalitatief goed Belgisch gasfornuis kopen. Jan Willem de allergoedkoopste. Wat te doen? We hebben de goedkoopste gekocht en het prijsverschil aan Ukraine geschonken. Dat leek ons een mooi compromis. Alleen blijkt het gasfornuis eigenlijk te klein voor onze pannen. Dan denk ik iedere keer: “Tja, de rest van het gasfornuis is bij Zelensky”.

Three Mountains bestond op 1 maart 2025 10 jaar. Reden voor een feestje, zou je denken. We hebben altijd gezegd: “We blijven 10 tot 15 jaar in Rwanda.” Het zijn 10 fantastische jaren geweest. Gestage groei en veel plezier. Maar in januari, toen Jan Willem in de auto zat om een om een contract te gaan ondertekenen voor leermateriaal voor een waterproject, draaide Elon Musk USAID de nek om. Daar ging Jan Willems mobiel: “Draai maar om, het gaat niet door.” Project verdampt. Pluuf. Tja.

In januari was ik in Gishenyi om een retreat voor de FAO te leiden. Gishenyi ligt in Rwanda, vlak tegen Goma aan, in Congo. ’s Ochtends vroeg hoorde ik doffe dreunen. Wat is dat? Ik naar buiten, waar een meneer het terras stond te vegen. “Oh,” zei hij, “Dat is de oorlog, maar dat is niet hier hoor.”  De FAO heeft stevige veiligheids protocollen. Het was de laatste dag van het retreat en ze vonden dat we maar een uurtje eerder weg moesten, terug naar Kigali. De volgende dag zijn er twaalf mensen in Gishenyi gedood door afzwaaiers van het Congolese leger.

Inmiddels heeft M23, een flink deel van Noord- en Zuid-Kivu ingenomen. De narratieven hierover verschillen. Rwanda benadrukt de nationale veiligheid, de dreiging van de FDLR (een militie van voormalige Rwandese genocidaires)  en de discriminatie en vervolging van de Banyamulenge, Kinyarwanda sprekende mensen die in Congo wonen. De Europese pers schrijft dat Rwanda mineralen wil. Jan Willem en ik denken dat het frame “Rwanda wil mineralen” te simpel is.  

Inmiddels is de Belgische ambassadeur uitgezet. Tja, dekolonisatie is geen glad proces en gaat met schokken. Maar dat leuke project dat we met de Belgen zouden doen, is ook pluuf, verdampt. De Engelsen hebben zich teruggetrokken, de Duitsers doen even niks nieuws meer en de rest houdt zijn adem in.  Het gure klimaat in Europa aangaande internationale solidariteit en ontwikkelingssamenwerking helpt ook niet mee. Pluuf, daar gaan onze opdrachten. Tja.

We hebben op 12 tenders geschreven en alle banken in Rwanda benaderd of ze geen leiderschapstraining nodig hebben. Meestal krijgen we de helft van de tenders waarop we schrijven. Maar nu horen we al weken helemaal niks. Iedereen kijkt de kat uit de boom en neemt geen beslissingen.

Toen zijn Jan Willem en ik maar eens een weekend gaan wandelen. Wat doen we nu? We hebben een aantal rekensommen gemaakt en bedacht hoe lang we het vol kunnen houden. Niet zo lang dus.

Even geen feestje voor het 10 jarig bestaan. Per deze week hebben we al ons personeel, inclusief onszelf, op gedwongen werktijd verkorting gezet. Dat kan drie maanden volgens de Rwandese arbeidswetgeving. Iedereen moet nog twee dagen per week komen werken, 40% van de arbeidstijd. We hopen dat het overgaat en weer aantrekt. Indien niet, dan is een plotslinge inkrimping van Three Mountains onvermijdelijk.  Tja.

We waren al een tijdje ons hoofd aan het breken hoe we van ons bedrijf af zouden komen. Ons personeel heeft niet genoeg geld om ons uit te kopen, we moeten een overnamekandidaat vinden, of fuseren met een ander bedrijf. Al die gedachten blijken nu niet meer nodig. We teren in op onze reserves, als er iets overblijft kunnen we net zo goed een netwerk worden waar mensen per opdracht samenwerken.

Het is alleen wel erg naar voor ons personeel, er staan 16 mensen op de loonlijst. Wij redden ons wel. Jan Willem is inmiddels 67 en krijgt wat pensioen. Maar ons personeel is natuurlijk niet blij met 40% salaris. En omdat alle USAID personeel op de markt is en alle Belgische projecten gestopt zijn, is er een overschot aan loslopende gekwalificeerde mensen. Geen lekker klimaat om een andere baan te vinden. WW is er niet in Rwanda.  

Gisteren was het genocide herdenking in Rwanda. Een sombere doodstille dag. Wij zijn naar de herdenkingsbijeenkomst in ons dorp gegaan. We waren de enige wittten en kregen gelijk een stoel aangeboden. De  locale bijeenkomst was in het Kinyarwanda, een soort geschiedenisles hoe het allemaal zo gekomen is. Daarna was er de speech van de president die door alle dorpen beluisterd wordt via de radio of de TV. Die was in het Engels, wat zijn volk maar matig verstaat. Ik werd er niet vrolijk van. De boodschap was: we laten ons niet vernederen en we moeten vechten. Temidden van al die mensen daar zaten om hun doden te herdenken. Tja.

Het zijn wel kanjers overigens, ons personeel. Ze zagen het natuurlijk wel aankomen. In alle hoeken en gaten van ons kantoor zaten ze de afgelopen tijd tenders te schrijven. Ook op projecten waar we normaal nooit op zouden schrijven omdat ze verder van onze expertise afliggen. In ieder geval hebben ze binnen een aantal maanden het tender-schrijf-bedrijf doorgekregen. Tja. Nu hopen dat er toch nog iemand doorkomt.

Zo heb je een bedrijf en zo heb je .....

Groet, Gerry

donderdag 17 oktober 2024

Sociale zekerheid - vervolg

Het voornemen om regelmatiger te schrijven gaat lukken. Dit is blog twee van dit jaar. Ik ga nog even door met de sociale zekerheid en het sociaal register. Zie mijn vorige blog.

Het sociaal register (de data base met up-to-date sociaaleconomische data om te bepalen wie er arm is) vaart langzaam naar de afgrond, zoals verwacht. Die database komt niet echt van de grond. Dus we kunnen er ook geen goed leermateriaal over maken. En, als iets niet goed is, ontstaat er altijd aanpalend gedoe. Wij moeten een reclamespotje voor de radio en twee filmpjes maken. Over de tekst hebben we eindeloos vergaderd. Ik stel altijd voor om concrete praktische boodschappen te verkopen: “Het systeem bevat data voor de armoedebestrijding.” “ Nee,” zegt het Ministerie van Binnenlandse Zaken dan, “Het systeem is voor iedereen.” Wat dat betekent weet ik niet, het systeem is in ieder geval niet voor mij.

Uiteindelijk kregen wij een script van het Ministerie. Zo moest het worden en niet anders: een dialoog tussen twee dames die het o-zo leuk vinden om via hun telefoon in het systeem te kijken of hun gegevens er wel goed inzitten. Want het systeem is voor iedereen. Nou ja, onze opdrachtgevers, de Duitsers hebben zich erbij neergelegd en ik uiteindelijk ook. Wij braaf aan de slag met dat script. Onze Christella kan goed audio inspreken, dat lukte. Maar het moest een geanimeerd filmpje worden. 

Het Ministerie vond dat allebei de dames op het filmpje, een telefoon in hun hand moesten hebben.

Maar onze software bleek niet te kunnen, een pratende dame animeren, die tegelijkertijd iets op haar telefoon doet. Het upgraden van de software kostte meer dan we voor het filmpje zouden krijgen, dus dat was geen optie. Na eindeloos gepuzzel hebben ze ons filmpje afgekeurd. De Duitsers hebben een ander bedrijf in de arm genomen die wel de juiste software had. Dat was niet leuk. De les: ga nooit akkoord met scripts die je niet goed vindt en check heel goed of iets uitvoerbaar is. Wij zijn geen bedrijf dat reclamemateriaal maakt, we maken leermateriaal. Schoenmaker blijf bij je leest.

Dan de Para Social Workers (PSWs) en hun armoede bestrijdings taken; zij zijn geweldig! We hebben een heel systeem voor ze opgetuigd:

  • Een inwerkprogramma van vier dagen voor PSWs
  • Een maandelijkse bijscholingsbijeenkomst van 2 uur voor de PSWs, inclusief intervisie. Hier hebben we 22 lessen voor gemaakt, dus ze kunnen ruim anderhalf jaar vooruit.
  • Twee jaarlijkse scholingsdagen voor de leiders van de bijscholingsbijeenkomsten.
  • Materiaal voor meer dan twee jaar een wekelijkse les voor groepen die de PSWs gaan draaien met hun clienten. We hebben nog 25 lessen gemaakt bovenop het materiaal van 100 WEEKS, dat we al bijgewerkt hadden (zie het vorige blog). Dus het is een soort telefoonboek geworden, helemaal vol nuttige dingen.


We hebben 21 PSWs uitgenodigd om twee keer drie dagen het lesmateriaal te testen. Ze kwamen uit het hele land en kenden elkaar niet. In het begin zaten ze er wat stilletjes bij in die grote stad Kigali, maar toen ze doorkregen dat het echt over hun werk ging en dat zij zelf moesten lesgeven, ging het als een speer. We hebben ze opgedeeld in groepjes en ze moeten allemaal een lesje geven. Ze kregen een papier met daarop de les en een paar uur voorbereidingstijd. Wij zaten achter in de klas te kijken wat er gebeurde en schreven op waar de instructies moesten verbeteren. De lessen zijn uitgeschreven volgens Say-Ask-Do. Ik had daar nog nooit van gehoord. Maar 100 WEEKS heeft al zijn materiaal zo uitgeschreven en het werkt als een trein. Ik moest er even aan wennen. In het begin haalde ik Ask en Do vaak door elkaar. Maar nu kan ons hele team lessen maken volgens dit principe.

Zeg: Vandaag gaat de les over verzekeringen. Verzekeringen zijn belangrijk om minder risico te lopen.

Vraag: Wie kan er een voorbeeld noemen van een verzekering?

Mogelijke antwoorden zijn: een ziektenkosten verzekering, een oogst verzekering, een pensioen verzekering.

Zeg: Dank voor jullie antwoorden. Laten we beginnen bij de oogst verzekering.

Vraag: Wie heeft er een oogst verzekering? Steek je hand omhoog.

Vraag: Kan iemand uitleggen hoe een oogst verzekering werkt?

Mogelijke antwoorden zijn: de verzekering keert uit bij .....

Doen: Maak twee groepen: mensen met een oogst verzekering en de mensen zonder oogst verzekering.

Nou ja, je kan je voorstellen hoe dit verder gaat. In het begin moesten de Para Social Workers effe wennen dat ze niet de mogelijke antwoorden moesten oplezen. Maar na enige uitleg begrepen ze dit ook. Ze bleken verzekerings premies te kunnen uitrekenen, wisten de kinderrechten op te lepelen, hadden verstand van gezonde voeding en weten van alles van spaargroepen. Geweldige mensen. En ze willen het zo graag goed doen. Met het puntje van hun tong tussen de tanden zaten ze kennis op te slurpen en elkaar feedback te geven op hun didactische vaardigheden. Ik ben ontzettend van ze gaan houden.

Maar, die akelige stuurgroep! Slapeloze nachten. Soms was ik hoopvol. Als dit lukt, en 15000 para social workers gaan al die lessen geven, dan doen we echt iets heel nuttigs voor het land. Soms was ik in zak en as. Dan bleken de stuurgroep leden weer niet te begrijpen wat we aan het doen zijn en zaten ze weer te hameren op het feit dat alle armen in het land toch vooral hun maandelijkse huisbezoek moeten krijgen. Alsof dat zou gebeuren als je dat in Kigali bedenkt. De PSWs hadden me inmiddels in vertrouwen gemeld dat ze gewoon huisbezoek cijfers rapporteren die hun bazen willen zien.

Ik heb de groepslessen de Forward! course genoemd. Zo maar, het beestje moest een naam hebben. Als dan plotseling leden van de stuurgroep beginnen over ... de Forward! course dit ... en de Forward! course dat….. kippenvel... het gaat lukken!

Ook die bijscholingsbijeenkomsten zijn wel geland, en zelfs de intervisie. Abdul heeft filmpjes gemaakt over de vergaderorde, waar ons hele team uitgerust met hoofddoeken en allerlei plattelands outfit een intervisie bijeenkomst naspeelt in de schaduw van de grote boom naast ons kantoor. Chris heeft filmpjes gemaakt over open vragen stellen en actief luisteren in plaats van advies geven en tegen mensen preken. De PSWs lagen plat van het lachen, toen ze de filmpjes zagen, maar het werkt wel. Na ieder filmpje moesten ze zelf oefenen in rollenspellen en dat ging best aardig.

En dan de uitrol van het programma. Het Ministerie wil dat via cascading training doen. Dat werkt alsvolgt: wij geven een training aan de staf op nationaal niveau. Ieder van hen traint een stel ambenaren in een District. Die trainen op hun beurt mensen in elke Sector. En deze mensen uit de Sectoren (we hebben het nog steeds over overheidsambtenaren) trainen uiteindelijk de mensen uit de dorpen en de Para Social Workers. Bij iedere cascade verlies je 25% van de inhoud, hoe mooi je het ook opgeschreven hebt. Twee slapelozen nachten. Het gaat nooit lukken en de hele boel belandt ergens in een bureau la.

Dan duikt er tegen het eind van het project ook nog opeens een nieuw stuurgroepslid op. Zij vindt dat wij de opdracht nooit hadden moeten krijgen. Zij vindt zichzelf namelijk de aangewezen persoon om lesmateriaal te maken met de steun van USAID. Ze laat niets na om te saboteren wat we doen. Het Ministerie blijkt twee contracten getekend te hebben voor hetzelfde met zowel ons als met haar. (Nu maar hopen dat Trump wint, lekker veel kort op ontwikkelingshulp en snel die dame wegbezuinigt.) Zie: ik word ook nog racuneus, gemeen en onredelijk.

De stuurgroep becommentariëert iedere letter die we schrijven drie keer en daar doen ze weken over. Behalve dat we ons materiaal telkens moeten bijwerken, moeten we ook een document leveren hoe we het bijgewerkt hebben. Vervolgens lees niemand dat document. Zucht. Het is allemaal veel meer werk dan begroot. Onze betaalde uren zijn al lang op. Wij werken nu gratis en voor niets voor de voortgang van het Rwandese volk en tegen de armoede. Ik leef tussen hoop en vrees. Maar ik hou vol.

Groet, Gerry

Ps. Bovenstaand schreef ik enige tijd geleden. Vandaag, 17 oktober, was de laatste stuurgroep vergadering. Het materiaal is nu officieel goedgekeurd. En mijn tirades tegen cascading training hebben zin gehad, want er werd een plan gepresenteerd waarin er trainers opgeleid zouden worden. Er zijn 76 trainers nodig die 20 weken moeten werken om 15000 PSWs een training van 4 dagen te geven. Dat kost bijna 1.3 miljoen Euro. De dame van de wereldbank en de meneer van UNICEF werden door het Ministerie nadrukkelijk aangekeken. 

Aan het eind van de vergadering gingen ze voor me klappen. Ik was zowaar ontroerd.

donderdag 29 februari 2024

Sociale zekerheid in Rwanda

Beste mensen. Tot mijn verwondering zie ik dat we vorig jaar maar één blog geproduceerd hebben.  Wie weet lukt het dit jaar beter. Daar gaan we.

Er is weer een nieuw werk avontuur: social protection, sociale zekerheid.

De Rwandese overheid wil af van de armoede in het land. Er zijn programma’s opgetuigd met mooie kreten zoals eradicating poverty, waarbij iemand die arm is niet arm heet (poor and vulnerable) maar “graduation candidate” is, iemand die zich blijvend uit de armoede ontworsteld. Voel je het verschil? De Rwandese overheid is heel goed in het stellen van dit soort doelen en het ontwikkelen van de bijbehorende taal.

Wij hebben de opdracht om hier leermateriaal over te maken. Het blijkt weer een bijzonder complexe en razend fascinerende opdracht.

In Rwanda zijn 14.730 dorpen. Om precies te zijn. In het inceptie rapport schreef ik voor het gemak dat het om 15.000 dorpen gaat, maar daarop werd ik teruggefloten door een ijverige ambtenaar. In die 14.730 dorpen zijn 14.730 Para Social Workers. Ieder dorp kiest er een. Het zijn vrijwilligers die moeten kunnen lezen en schrijven, in ieder geval lagere school hebben en huisbezoeken moeten doen om de armoede te bestrijden. Ze krijgen een vergoeding van Euro 3,50 telefoonkosten per maand, en verder ongeveer 35 Euro per half jaar en een paraplu en laarzen. Dit vrijwillig kader bestaat al een jaar of drie, maar ze hebben niet veel training gehad, en worden beperkt aangestuurd. Dus het is een beetje een zooitje geworden. Wij moeten training materiaal voor de Para Social Workers ontwikkelen en als gevolg van ons trainingsmateriaal zullen ze allemaal hetzelfde en het goede gaan doen. Je voelt de verwachtingen hangen.

Wie houdt zich hier allemaal mee bezig…. Nou iedereen eigenlijk. Het ministerie van Binnenlandse zaken, en nog zes andere ministeries, het beroepsonderwijs, de gemeentes, UNICEF, de Duitsers, de Wereldbank, en een hele rij internationale NGOS. Met als gevolg dat wij een stuurgroep hebben, voor de ontwikkeling van dat lesmateriaal, dat ook uit al deze partijen bestaat. Je voelt de onaanstuurbaarheid aankomen.

Ik hou me dan maar voor dat wij de opdracht niet voor niets gekregen hebben en dat er iets in onze manier van doen zal zijn die maakt dat we een bijdrage kunnen leveren.

Allereerst gingen we meelopen met Para Social Workers. Dat was een groot succes. Wij hebben tegenwoordig een auto waar zeven werknemers in kunnen. Dus hebben we zeven Para Social Workers opgetrommeld. We maakten duo’s, ieder Three Mountains teamlid kreeg een Para Social Worker en de tweetallen gingen op huisbezoek. 

Op de foto zie je de Para Social Worker waarmee ik op stap geweest ben in het blauw. Zij is dikke maatjes met haar client, die tevens haar buurvrouw en beste vriendin bleek.

Dat meelopen hebben we nog een keer herhaald, en in totaal hebben we 14 Para Social Workers aan de slag gezien en geinterviewed. Ons jonge volkje vond het razend interessant, en in een klap snapten ze ongeveer wat er gaande is. De Para Social Workers rapporteerden een case load variërend van 130 tot 4 cliënten. Sommige waren heel aardig en begaan met hun cliënten en anderen gedroegen zich meer als strenge inspecteurs.

Vervolgens was er een literatuur review. Daar stonden uren voor. Ons jonge volkje kan geen stukken van langer dan twee bladzijdes lezen, dus die mooie taak viel aan mij. Blij begon ik aan betaald lezen. Ik mag nooit betaald lezen. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit betaald gelezen heb. Maar die stukken, vreselijk. Lange tabellen, lijsten met formulieren die de Para Social Workers zouden moeten invullen, terwijl ze met een beetje mazzel een pen en een schriftje hebben. Ze hebben zeker geen computers. Zeer ingewikkelde schema’s met pilaren waarop het beleid zou berusten, en een huisbezoek schema wat Nederlandse maatschappelijk werkers met een vier jarige opleiding niet voor elkaar zouden krijgen. Ik heb me door bijna 2000 bladzijdes geworsteld, gelukkig kan ik heel snel lezen. Er was veel fantasie beleid en ik heb een deel van het door anderen ontwikkelde leermateriaal beoordeeld. Op één training manual na (van de Nederlandse organisatie 100weeks) was het prut. Daar zullen die stuurgroepleden niet blij mee zijn, je voelt het al gebeuren. Dat “Para” van de Social Workers suggereert dat ze een soort hulpje zijn en gesuperviseerd zouden worden door een gediplomeerde Social Worker. Die gediplomeerde heb ik nog nergens gevonden. 

Intussen hadden de Duitsers ontdekt dat we deze opdracht hadden. Er bleek een aanvullende opdracht in de aanbieding. Of we ook leermateriaal konden maken over de Social Registry. Dat blijkt een dataset te zijn, waarin alle huishoudens in Rwanda zitten (of zouden moeten zitten) met hun sociaal economische gegevens. Dat gaat over dingen zoals hoeveel kinderen je hebt en of je stenen of lemen huismuren hebt, een matras, een geit of een koe. De data set wordt gevoed door enquêteurs met tablets die huishoudens af gaan. Er is ook een koppeling met 10 andere overheidssystemen.

Druk op de knop, en je kunt de armen (sorry, de graduation candidates) eruit filteren die dan in die social protection programma’s moeten. Ik viel van mijn stoel. Big brother ++ . Wat de overheid van je weet hier! Dat gaat natuurlijk nooit van zijn leven werken. Wij zouden materiaal moeten maken dat de burgers erop wijst dat dit system bestaat en dat ze kunnen checken via een app, of op hun Nokiaatje, of ze goed in het system zitten. Vervolgens kunnen ze in actie komen om hun gegevens te wijzigen als het niet goed is. Het system is alleen nog niet af en een demonstratie deed mijn vertrouwen niet toenemen; hoe en bij wie burgers hun gegevens zouden kunnen wijzigen bleef akelig vaag.

Na de eerste vergadering bij de Duitsers, zei ik tegen Abdul en Hesron die mee waren: “Die opdracht nemen we niet. Dat kan nooit goed aflopen. Als mensen doorkrijgen dat we hieraan meegedaan hebben, gaat onze naam eraan.“  Abdul en Hesron begrepen niets van mijn bezwaren. Het leek hen juist een heel mooi en eerlijk systeem en alle technische problemen zouden in de toekomst vast opgelost worden. Tja, ik heb er nog eens een nachtje over geslapen en … je voelt het al aankomen.... ik heb toch getekend voor de klus, want ik vind het razend interessant!

Hierna heb ik een social registry specialist gevonden, Chad Andersen, een Canadees die als adviseur  is toegevoegd aan het ministerie van binnenlandse zaken.  Chad heeft een middagje les gegeven aan onze medewerkers over social registries. De Wereldbank blijkt de grote “verkoper” van dit soort systemen te zijn, die overal ter wereld mislukt zijn. Chad zou zelf zo’n systeem nooit opzetten, omdat het bijhouden duur en ingewikkeld is. Je kunt veel beter op een algemene manier aan sociale zekerheid doen. Bijvoorbeeld: geef alle ouderen AOW. Simpel. “Maar”, vervolgde de specialist, “als er een land is waar een social registry mogelijk zou kunnen werken, is dat Rwanda. Want daar houden ze niet van fouten en we kunnen leren van alle systemen die elders niet werken.” Na deze uitspraken van Chad keerden Abdul en Hesron zich naar me toe, en ze knikten “Zie je wel, hoezo zouden we in Rwanda dit niet kunnen”. Je voelt het al, op zo’n moment ben ik zo trots op onze medewerkers en de Rwandezen. Ze gaan er gewoon voor! Fake it untill you make it.

Nu nog die social protection. Wat is dat dan? De overheid heeft “food voor work” programma’s. Arme mensen moeten de straat vegen of stenen sjouwen in de wegenbouw, en dan krijgen ze wat. Vroeger was dat letterlijk “food”.  Tegenwoordig krijgen ze geld, net genoeg om niet dood te gaan. Die programma’s zijn geëvalueerd en ze hebben uitgevonden dat sommige mensen al 20 jaar de straat vegen en niets opschieten. Dat kan niet meer. Ze moeten “graduaten” out of poverty. Daar staat 2 jaar voor. Naast het straat vegen voor geld moeten de huishoudens een plan maken. Dat plan moet goedgekeurd worden door een ambtenaar. Dan moeten ze een bedrijfje beginnen, een vak leren, leren met geld omgaan, gezond leren koken en nog zo wat. De Para Social Workers moeten hen dan thuis gaan bezoeken en zorgen dat hun “graduation journey” slaagt.  Al lezend kwam ik nergens bewijs tegen dat je met huisbezoeken mensen kan laten “graduaten out of poverty”.

Helemaal aan het begin van mijn carrière heb ik ooit een leeronderzoek Sociologie gedaan in Zimbabwe. Daar heb ik huisbezoeken geanalyseerd van revalidatie werkers. Nou, het is best een kunst om een huisbezoek te doen waar echt iets zinvols gebeurt. En in Zimbabwe waren het revalidatie werkers met een twee jarige opleiding die de huisbezoeken afleggen.

Daarentegen staat het programma wat 100weeks doet als een dijk. In dat programma geven Para Social Workers wekelijks twee uur les aan een groep van 20 graduation candidates. Les over voeding, les over sparen, les over voor jezelf opkomen, geweldige lessen. 100 lessen. Een groep is dus twee jaar zoet. Maar dan leren ze wat en ze leren van elkaar. Ze praten met elkaar. De lessen zijn zo uitgeschreven en opgezet dat een idioot ze kan geven. Echt heel knap. Je voelt hem al: dat moet het worden.

Alleen, groepslessen staan nergens in die 2000 bladzijdes van de ministeries. In die bladzijdes staan alleen maar huisbezoeken en nog wel 20 andere taken die diverse ministeries hebben bedacht voor die niet-betaalde vrijwillige Para Social Workers.

Ik heb mijn inceptie rapport al drie keer herschreven en ik ben nu toe aan de vierde keer. De stuurgroep leden hebben zulke verschillende ideeën dat ze op een of andere manier slecht kunnen begrijpen wat ik voorstel. Ik leg het in toenemende mate op kleuterschool niveau uit: “de Para Social workers gaan minder huisbezoeken doen, en in plaats daarvan gaan ze groepsles geven”. Jammer genoeg antwoorden de stuurgroeps leden hierop met opmerkingen zoals: “Kunnen we een verheldering krijgen van de link tussen de algemene taak omschrijving en de specifieke taken en de leerdoelen?“ Dit verwijst naar die onbegrijpelijke documenten die ze zelf geschreven hebben. Terwijl ze eigenlijk weten dat het een zooitje is. Je voelt hem inmiddels, die stuurgroep vergaderingen zijn nogal uitputtend.

Maar nu het laatste nieuws: het is gelukt! In vierde versie van het inceptie rapport had ik een twee-zinnen samenvatting op pagina twee gemaakt. Let wel, een hele verder lege pagina met een samenvatting van twee zinnen:  "De PSW gaan hun activiteiten uitbreiden met het geven van groepslessen. Hiermee kan de frequentie van de huisbezoeken verminderen.”  Bij sommige van de stuurgroep leden is het kwartje gevallen. En nu hebben we toestemming van de stuurgroep om te beginnen met het maken van lesmateriaal. Hoera, op naar de volgende fase!

Een paar dingen hebben we al af.

Hier is een filmpje van twee Para Social Workers die praten over hun werk.

En hier een filmpje van twee Para Social Workers die klagen over hun werk condities. Ik denk dan: als je die mensen op tijd zou betalen zou dat al heel veel schelen. Dan zouden ze ook minder training nodig hebben.

En hier zijn twee graduation candidates. Zij hebben het 100weeks programma doorlopen. We hebben ze geinstrueerd om niet 100weeks te noemen, want het programma wat zij gaan ontwikkelen moet natuurlijk wel een andere naam krijgen. Zij vertellen over hun graduation journey.

De filmpjes zijn gemaakt door onze stagieres. Ik heb kennelijk een betoog gehouden dat mensen gemakkelijker over zichzelf vertellen als ze hun handen mogen gebruiken tijdens het praten. Vooral in het laatste filmpje zijn de dames nadrukkelijk met hun handen aan het gebaren. Want dat moest op de film van de baas!

Wordt vervolgd,

Gerry

 

zaterdag 11 maart 2023

 JW wordt 65: feestje..., naar de gevangenis... , met pensioen..., of toch niet?

Feestje

4 Januari werd ik 65. Reden voor een feest, vonden we. Maaike Manten en Sheilagh Neilson, twee goede vriendinnen van ongeveer mijn leeftijd die ook rond die tijd jarig zijn, wilden ook graag een feestje. Dus werd het een feest van drie bij ons thuis. Sheilagh bleek een Syrier te weten die lekkere Mediterane maaltijden maakt en ik sprak mijn contacten bij SKOL aan, de Belgische bierfabriek (30% marktaandeel in Rwanda) die Heineken (70% marktaandeel) het leven zuur maakt. Ik help als huis consultant SKOL met de ontwikkeling van hun Training & Development Department. Een leuke klus waar ik al meer dan een jaar een à twee dagen in de maand mee bezig ben. 

 Eten, bier, wat heb je nog meer nodig voor een groot feest? Muziek! Terry, die een maand bij ons logeerde maakte een playlist. Daar was ze druk mee, want Maaike en Sheilagh bleven maar nummers ophoesten. Appjes om drie uur ‘s nachts dat Prince of ABBA er ook op moesten. Het werd een hele lijst met gouwe ouwe, waarvan ik de helft niet bleek te kennen. Ik ben niet zo van de muziek...

En dan de gasten natuurlijk. Het lijkt leuk, een feest geven met drie mensen, maar het is ook een beetje gek als je de helft van de mensen die op jouw feestje rondlopen niet kent. Als goede trainers hadden wij trucs bedacht om mensen met elkaar in contact te brengen. Ze konden schilderen, er was een quiz over de drie feestvarkens, wat kennismakings spelletjes en natuurlijk de dansvloer! Ondanks een wat stroef begin, voornamelijk veroorzaakt door de bijzonder mediterane tijdsopvatting van de cateraar, werd het uiteindelijk toch een heerlijk feest.  

Het schilderen bleek erg populair. Mensen konden, net als bij onze bruiloft destijds, een mini-schilderijtje maken op een opgespannen doek dat in vierkantjes was verdeeld. Wonderlijk dat zo’n verzameling zeer uiteenlopende plaatjes toch een harmonieus resultaat oplevert.  Ik word vrolijk als ik ernaar kijk.

 

 

Rechtbank

Toen gebeurde er nog iets heel anders. Ik werd gebeld door de rechtbank en gesommeerd op 31 Januari 2023 te verschijnen vanwege een ongeluk dat ik 18 November 2021 had veroorzaakt en waarbij een motorrijder gewond was geraakt.  Ik had de hele zaak al achter me gelaten; mijn verzekering had keurig alle schade, medische kosten en leed tot en met enkele weken inkomensderving van de motorrijder betaald. De goede man sprong alweer bijna een jaar kerngezond rond.  En toch nu dit...

Het was een stom ongeluk. De motorrijder haalde keihard een auto in die inhield om mij de gelegenheid te geven vanuit een benzinestation de weg op te komen. Ik zag hem niet aankomen en hij mij niet. Pats, boem onder mijn auto. Ik schrok me rot en was gaan roepen om een ambulance. “Weet je dat wel zeker?” vroeg een omstander nog.  Op dat moment begreep ik die vraag niet. Nu wel.

Als er een ambulance bij een verkeersongeluk komt, dan wordt het opeens een misdrijf en wordt de “dader” vervolgd voor “unintended bodily harm” door de openbaar aanklager.  Dit ontdekte ik in de weken na het ongeluk, toen de politie maar bleef treuzelen om mij mijn rijbewijs terug te geven. Drie weken en vier bezoeken aan het politiebureau verder, bleek dat ze mijn rijbewijs inmiddels doorgestuurd hadden naar de openbaar aanklager van de lagere rechtbank.  Daar werd ik neergezet op een lange bank in een donker gangetje waar allemaal opgeschoten jongeren met handboeien in bedwang werden gehouden door een grimmig uitziende politieman met karabijn. Na een uurtje wachten was ik aan de beurt. De openbaar aanklager bleek een keurige mevrouw die hield van een directe benadering. “Wil je de gevangenis in of een boete betalen?” was het eerste dat ze zei. Dat was het moment waarop het tot mij doordrong dat dit weleens een lastiger traject zou kunnen worden, dan gedacht.  “Eh, maar dit is toch een heel alledaags soort ongeluk dat meerdere keren per dag in Kigali gebeurd en geen misdrijf? Vroeg ik.  Zonder veel te zeggen pakte ze het wetsartikel erbij wat volgens haar van toepassing was: “unintended bodily harm” gestraft met een boete van minimaal 500,000 RWF (450 Euro) en/of minimaal 2 maanden gevangenisstraf.

 “Doet u mij de boete dan maar” zei ik met een klein stemmetje.  En zo geschiedde. Eind 2021 betaalde ik en kreeg mijn rijbewijs terug met de verzekering dat de zaak hiermee was afhandeld.

En nu moest ik dus toch alsnog voorkomen.... Ik belde een Engelse vriendin die hier al jaren woont of ze dacht dat ik een advocaat moest inschakelen. Opgewekt vertelde ze me dat dat waarschijnlijk geen zin had. Zij bleek admin te zijn van een WhatsApp groep “shitty lawyers” en diste de ene na de andere horror story op over corrupte en incompetente advocaten.   Wel wees ze me op het bestaan van het pas gelanceerde online IntegratedElectronic Case Management Systeem van het ministerie van Justitie.  Daar kan je zelf je hele dossier inzien en zelf ook bewijsstukken uploaden. Super cool! 


 Naar de rechtbank dus om toegang te krijgen tot het IECMS. Het gerechtsgebouwtje deed me denken aan een plattelands gezondheidspost, waar ik heel vriendelijk geholpen werd door de receptioniste, die mij toegang gaf tot het systeem.  Toen ze hoorde dat ik al een boete betaald had, zei ze dat het waarschijnlijk een administratieve fout betrof, maar dat de molens van de rechtspraak in gang waren gezet er niets anders opzat dan te verschijnen op die hoorzitting.  “Wel een tolk meenemen hoor!” zei ze nog. Alles gaat hier in het Kinyarwanda.

Gelukkig had ik destijds een scan gemaakt van mijn bewijs van betaling van die boete. Die kon ik nu mooi uploaden als bewijsstuk.

De hoorzitting was in een soort afgetrapt schoollokaal met een podium waarop de twee rechters plaatsnamen. Jonge vrouwen nog, keurig in toga en “all rise!” toen ze binnen kwamen. Ik had Nehemie meegenomen als tolk. Tot zijn schrik moest hij zweren “zo helpe mij God almachtig!” dat hij getrouw zou vertalen, aangezien hij geen beedigde tolk is. En alles ging verder in het Kinyarwanda. De aanklager, ook een vrouw, las het politiedossier voor en eiste toen 500,000 RWF boete plus 2 maanden gevangenisstraf! Dat was wel even schrikken! “Heeft u nog wat ter verdediging aan te voeren?” Vroeg de rechter.  Ik vertelde dat ik al een boete had betaald en dat ik daarbovenop twee maanden gevangenisstraf wel een beetje veel vond voor een alledaags ongeluk.  “OK, uitspraak over vier dagen, volgende zaak...” En toen stonden we weer buiten.

Na vier nachten slecht slapen kwam de verlossende uitspraak in het IECMS systeem: 500,000 RWF boete, reeds betaald. Einde case.  Geweldig land dit.

Pensioen

En dan mijn pensioen. Sinds Januari 2019 ben ik werknemer van Three Mountains Learning Advisors en betaal ik pensioenpremie aan het nationale pensioenfonds, de Rwanda Social Security Board.  Daarvoor was ik ZZPer. Met 65 kan je met pensioen en mensen die minder dan 15 jaar premie hebben betaald, kunnen hun gespaarde pensioen premie terugkrijgen als lump-sum.

Dat leek me wel iets om uit te proberen.  Als je je Rwandese telefoonnummer nummer intikt krijg je na twee-weg verificatie op de hypermoderne website van de RSSB een volledig overzicht van alle premies die je ooit betaald hebt en wat je totale premiebijdrage tot nu toe is. Echt mooi gedaan en super transparant.  Nu nog die 7,333,333 RWF uit dat systeem krijgen.

 

Rechtsonder zit een knop “click here to claim”, maar als ik daarop klik gebeurt er niks. Dan maar bellen. Ik blijk een brief te moeten schrijven en die komen brengen (er is hier geen postbezorging) met een kopie van mijn paspoort en van mijn geboortebewijs. In Assen, waar ik geboren ben, kan je je geboortebewijs online aanvragen. Kost wel €15 en ze sturen het alleen per post op. Post naar Rwanda doet er minstens een maand over. Als er na zes weken nog niks is aangekomen, bel ik naar Assen: tweede poging, met het verzoek om het naar ons correspondentieadres in Amsterdam te sturen. Zullen ze doen, maar wel weer even opnieuw aanvragen voor €15. Een paar dagen later sturen onze vrienden in Amsterdam, Jos en Ineke, een scan naar Rwanda.  Op naar de RSSB! Ik word zeer vriendelijk te woord gestaan door een ambtenaar die zegt dat ik mijn geboortebewijs nog moet laten verifieren door de Nederlandse Ambassade. Maar als hij ziet dat ik ook een Rwandese Identiteitskaart heb, zegt hij dat ik dat geboortebewijs uit Assen helemaal niet nodig heb.  RSSB neemt ook genoegen met een Rwandees bewijs van in leven zijn dat ik kan aanvragen via IREMBO, het digitale overheids betalingssysteem.  (Had dat eerder gezegd, grrrrr!).

Behulpzaam loopt hij even mee naar de hoek van de straat, waar een IREMBO agent zit. Voor 1000 RWF (80 eurocent) print de goede man een bewijs van in leven zijn voor mij uit. 

Net als ik denk dat nu alles is geregeld, constateert de behulpzame RSSB ambtenaar dat de naam van mijn vader en van mijn moeder niet zijn ingevuld. Die zitten kennelijk niet in het systeem. Zonder hun namen, geen pensioenuitkering. Hij verwijst me naar het NIDA, het National Identification Agency aan de andere kant van de stad. Daar kunnen ze de namen van mijn ouders toevoegen aan het systeem. Daar aangekomen blijkt dat ik als buitenlander niet bij het NIDA, maar bij de immigratie dienst moet zijn. Immigration is een van de best werkende diensten in Rwanda. Alles is strak en efficient georganiseerd, maar ik blijk wel weer een brief te moeten schrijven én alsnog mijn geboortebewijs uit Assen te moeten toevoegen, waar inderdaad de namen van mijn vader en moeder op vermeld staan.  Ze hebben gezegd alles in orde te zullen maken, dus daar vertrouw ik dan maar op.

Inmiddels is het Maart en heb ik besloten dat ik toch maar niet met pensioen ga. Teveel gedoe. Ik wilde toch al blijven werken tot we over vijf jaar terug gaan naar Nederland en volgens de behulpzame ambtenaar van de RSSB, zijn hun systemen niet berekend op werknemers boven de 65 die geen pensioenpremie meer afdragen. Zolang ik een salaris ontvang van Three Mountains, moet het bedrijf pensioenpremie voor mij inhouden en afdragen. Dan maar op mijn 70ste met pensioen!   

Jan Willem Eggink

maandag 2 januari 2023

E-cursussen voor vintage automonteurs in Rwanda om de Wereldbank te lokken

 Lieve mensen,

Jaar wisselen doet terug kijken en oordelen. Wat was het waard dit jaar? Wat hebben wij zoal beleefd?

Dit jaar hebben we elearning voor automonteurs gemaakt die sleutelen aan vintage fossiele brandstof auto’s, die de Wereld bank moet lokken om te investeren in elearning voor beroepsopleidingen. Dat is een hele prestatie toch? En we zijn er nog goed voor betaald ook.

Dit is misschien wat veel in een keer. Laat me het verhaal stap voor stap vertellen. 

Voorjaar 2022 wonnen we een tender voor het maken van lesmateriaal voor studenten automonteur. Nou claimen we altijd dat we ieder onderwerp kunnen ver-e-en, maar dit was wel een wilde gooi. Enigszins besmuikt begonnen we aan deze opdracht.

Het volk waarmee we moesten werken was erg leuk. Monteurs. Recht door zee. Sleutelaars. Praktische mannen (er was geen vrouw bij) die lesgeven aan andere mannen. Bij de studenten hebben we één vrouw ontdekt. Het moest gaan over vier onderwerpen: motor onderhoud, de uitlaat, olie en smering, en koeling.  Aan het begin van het project hebben we wat bezoekjes gebracht aan de vier monteursopleidingen. We ontdekten al spoedig dat er op die beroepsopleidingen helemaal geen internet is, en ook geen klaslokalen met computers. Wat moeten ze dan met zelf-paced elearning? Nee, daar moesten we niet teveel vragen bij stellen. Het ging over de toekomst. Dan zal er internet zijn.

 Veel bazen met belangen

De baas van de ICT afdeling van de overkoepelende beroepsopleidingen kwam zich met ons bemoeien en ook degene die het elearning beleid maakt. We moesten goed ons best doen en iets moois maken want vele ogen zouden op ons gericht zijn en het project moest lukken. We waren een pilot project. “Zullen we niet iets maken over de toekomst, over elektrische auto’s?” vroegen we nog. Nee, dat hoefde niet. In Rwanda waren voorlopig nog wel genoeg benzine en diesel auto’s. 

Lecture notes

De beroepsopleidingen hebben een leerplatform, daar zijn ze heel trots op. In de corona tijd moesten alle docenten daar hun lesmateriaal opzetten. Docenten hier hebben nooit boeken. Ze grabbelen rijp en groen van het internet en zetten dat in eindeloze PowerPoint presentaties die ze woord voor woord voorlezen. “Lecture notes” heet dat, en studenten op een beroepsopleiding of op de Universiteit krijgen daar eindeloze stromen van te verwerken. Er zwerven dus van die lecture notes op dat leerplatform, maar de eerste serieuze interactieve elearning zou van ons gaan komen. Okay.

We hebben de lecture notes van de docenten opgevraagd en omgewerkt met behulp van het internet tot samenhangende verhalen. Het internet blijkt helemaal vol te zitten met filmpjes van Indiërs en witte mannen (we hebben één vrouw gevonden die uitlegde hoe je een radiator monteert) die zuigers en verbranding demonstreren, pakkingen vervangen, uitleggen hoe je slijtage in een oliepomp beoordeelt en nog zo wat. Daar hebben we allemaal stukken uitgeknipt en op volgorde gezet, keurig met bronvermelding.

Twee keer hebben we twee dagen vergaderd met een delegatie van de docenten automonteur. Geweldig vonden ze het. Voor het eerst kwamen de vier opleidingen bij elkaar, en hoorden ze van elkaar hoe ze werken. Ze mochten commentaar leveren op wat we gemaakt hebben, en hun conclusie was: er moesten nog meer filmpjes in. Jan Willem, Ineza, Adbudkalim en Nehemie deden nog een ronde over het internet, en ja hoor, nog meer prachtige filmpjes. Ik deed de kwaliteitscontrole en als ik het niet snapte moest het overnieuw. Het filmpje is gemaakt door Adbulkalim.



Op de tweede bijeenkomst was de stemming eerst opperbest. Het was prachtig geworden vond iedereen. Maar toen Jan Willem iedere opleiding vroeg hoe ze dit nou gaan gebruiken sloeg de stemming om. Jan Willem was namelijk even vergeten dat ze het helemaal niet kunnen gebruiken, ze hebben immers geen internet en geen computers voor hun studenten. De elearning opperbaas kwam tussenbeide. We waren mooi op tijd klaar met het project want volgende week kwam een delegatie van de Wereldbank op bezoek. Die ging hij een project van 400 miljoen dollar voorleggen met veel elearning erin. En ons project is het bewijs dat Rwanda het kan, elearning maken. En dan gaat de Wereldbank dat betalen, voor de toekomst.

De monteurs zaten er sippig bij te kijken en begrepen het niet helemaal. Ze vonden vooral dat ze meer training nodig hadden. Ze wilden nu ook elearning maken. Ze hebben zelfs gezamenlijk een tamelijk onleesbare verklaring opgesteld waarin ze daarom vroegen. Uit de lecture notes hadden we al opgemaakt dat ze eigenlijk geen Engels kunnen, ze kopiëren letterlijke teksten. Maar toen ze een gezamenlijke verklaring schreven, bleek waarom ze zo van filmpjes houden. Dan kan je zien wat er gebeurt zonder dat er taal aan te pas komt.

Jan Willem vond het zo sneu dat hij de docenten beloofd heeft dat ze het materiaal ook in een PowerPoint krijgen. Dus hebben we alle interactieve elearning vragen weer terug gekopieerd in ongeveer 400 slides. We produceren nu ook lecture notes, maar wel met video’s. Hopelijk kunnen die docenten ergens een projector vinden om de slides te vertonen aan hun studenten.

 

Ik vertelde over het project tegen Rini die hier op bezoek was. “Wat leuk dat er eindelijk een vrouw is met wie ik over auto’s kan praten” zei hij.

Ach ja. Het waren leuke mannen, die docenten van de monteursopleiding. Wars van bureaucratie en lekker praktisch. Ze hebben nu toch iets beters dan een half jaar geleden. En wij hebben bijgedragen om geld van de Wereldbank te krijgen. Voor 400 miljoen dollar kan je wel wat doen.

En als het internet eenmaal gearriveerd is, dan is de elektrische auto dat waarschijnlijk ook. Dan hebben wij een vintage cursus op de plank liggen.

Een goed 2023 voor jullie allemaal, en ik wens jullie veel bijzondere projecten.

Gerry van der Hulst