zondag 13 december 2015

Foto blog: wat is er in Rwanda wel en in Nederland niet?


Het foto blog
Dit keer een foto blog. Meestal verzin ik een onderwerp op over te schrijven en zoek ik er foto's bij. Dit keer doe ik het andersom. Ik heb een week lang foto's gemaakt van gewone en toch bijzondere dingen. Nu is de kunst om er tekst bij te maken.
Al die gewone en bijzondere dingen worden voor ons gewoon als we niet oppassen. Terwijl ze op een of andere manier speciaal zijn. Waarom precies.... ik ga een poging doen het uit te leggen.


De gekleurde bonen.
We beginnen de reis gewoon thuis, in de keuken. Dit zijn bonen die je koopt in een plastic zakje. Het zijn geen gedroogde bonen. Maar voordat ik ze kook laat ik ze een uurtje in het water staan. Dan krijgen ze deze kleuren. Hoe kan dat nou? Als ze vochtig zijn en glimmen: prachtig!
Als je ze kookt worden ze weer gewoon saai bruin. Ik kan me niet herinneren dat ik in Nederland ooit gekleurde bonen gezien heb.

De gekleurde muur
Over kleuren gesproken, dit is de mooie muur van een nieuwe hippe koffietent die op bovenverdieping van de bibliotheek zit. De muur bestaat uit houten blokjes waarop ze Afrikaanse stoffen geplakt hebben. Als ik de trap op kom naar boven word ik helemaal blij. Mooie dingen zijn zo belangrijk in een arm land waar een hoop stuk is. De koffietent heet Sjokolat en ze hebben er heerlijke koffie, de cappucino serveren ze met mooie patroontjes in het schuim. Even in een wereld van luxe en mooie dingen.


De IPOSTI muur in NS kleuren
Om nog even bij muren te blijven: dit is onze postbus. Nou ja, onze postbus... het is de postbus van ICCO en die krijgen geen post meer. Wij wel. Wij krijgen De Groene Amsterdammer. Ik veroorloof mezelf de luxe van een echte papieren versie. Wie goede ogen heeft ziet dat luikje 5261 openstaat. 
Er is in Rwanda geen postbezorging aan huis, want er zijn geen huisnummers. Er is één postkantoor in Kigali met rijen postbussen met vage hangslotjes. Zo lijkt het heel wat, maar het zijn gammele houten deurtjes. Van zo'n muur als deze hebben ze er wel 20. Het is een enorm gebeuren, maar nog steeds niet veel als je bedenkt dat er ongeveer een miljoen mensen in Kigali wonen. IPOSTI heet de Post hier en ze hebben dezelfde kleuren als de NS. Het is eigenlijk vooral bijzonder vanwege het geluid wat die houten deurtjes en hangsslotjes maken. Piepend komen de Groenes tevoorschijn.


De melkwinkel
Dit is de melkwinkel. Op allerlei plekken in de stad zijn er betonnen winkelhokken met een grote koeltank erin en een gammele plastic stoel en een mevrouw met een hoofddoekje en plastic handschoenen. Je moet je eigen melkcontainer meenemen en zij vult hem. Je koopt 2 liter melk voor 1 Euro. Het alternatief is lang houdbare melk in zakjes van een halve liter. Dit is beter. Wij zijn trouwe klanten.
Toch word ik hier ook een beetje treurig van. Die koeltanks zijn prima en de melk is altijd koud. Maar waarom moet die mevrouw de hele dag in die houding zitten? En waarom zijn er er vage draadjes aan de muur? En waarom zegt die mevrouw niets? Geen goedemorgen, geen alsjeblieft, geen dank je wel, geen tot ziens? Alle Rwandese klanten handelen de melktransactie in grote stilte af. Als wij gaan praten beginnen ze schaapachtig te grinniken. En het is ook iedere keer een andere mevrouw bij die tank.
Ik schreef bovenstaand stukje en twee dagen later was de melk weer op. Ik weer naar de melkwinkel en daar bleek toch dezelfde mevrouw weer te zitten! Ze herkende me en lachte me breed toe. Omdat ze nu weet dat ik in het Rwandees kan groeten, begon zij vast: Mirirwe. Het is ook vaak verlegenheid van mensen dat ze in eerste instanties niets zeggen.
Gek he.... ik had net besloten dat ik me eraan erger en schrijf het op. Op op het moment dat ik het schrijf blijkt het niet meer waar. Het verandert, het is weg.


De billing machine
Nu het over kopen en ergernissen gaat: dit is heel bijzonder. Wij zijn hier op les. Wij moesten als bedrijf een Billing Machine aanschaffen. 380 Euro! We hebben geprobeerd eronderuit te komen door diverse afdelingen van de belasting dienst te bezoeken maar dat is niet gelukt. We kregen geen vrijstelling. Een billing machine lijkt een heel vernuftig apparaat. IBM heeft een gouden deal gesloten met de Rwandse overheid want alle bedrijven moeten een Billing Machine aanschaffen. In het apparaat zit een simkaart en zodra je iets verkoopt (met of zonder BTW) moet je een bonnetje uit dat machien laten komen en een minuut later weet de Rwandese belastingdienst wat je omzet is. Nu werken wij veel voor buitenlandse opdrachtgevers en wij zijn geen winkel. Als we 20 facturen maken per jaar is dat veel. Er hielp geen lieve moeder aan en al mopperend hebben we het apparaat mee naar huis genomen in een doos in de kast gezet. Tot we na 2 maanden plotseling een sms je kregen. De air-time van de SIM kaart was op en je mag niet onder de radar van de Rwandese belastingdienst duiken. Nu blijkt dat ding ook nog maandelijks 1,20 Euro te kosten aan telefoon minuten. Die we aanschaffen met Mobile Money.
Die jongen in de zwarte polo is de lesmeneer. Geheel onverstoorbaar en erg vrolijk (hij ziet niet anders dan mopperende ondernemers) gaf hij ons op zijn Rwandees instructies. Schrijf op zei hij ieder keer en dan ging hij dicteren. Jan Willem houdt niet van dat soort instructies en schreef niets op. Pacifique wel. Met zijn tong tussen zijn tanden noteerde hij wat de meneer op dicteersnelheid oplas. Maar toen we uiteindelijk het apparaat moesten gebruiken en Pacifique niet in de buurt was, bleek het nog een hele kunst te zijn. Waarom hebben die lui niet gewoon een foldertje over dat apparaat? mopperde Jan Willem.
Ja, de learning advisors hebben nog een missie hier.



Mobile money
En dit brengt ons naar Mobile Money.  Dit is echt de uitvinding van de eeuw waarmee Afrika voorloopt op Nederland. Op je telefoon kan je belminuten kopen die werken als geld. Als die billing machine begint te piepen, voer je hem nieuw mobiel geld. Als de electra op is (je moet hier stroom vooruit betalen) gebruik je mobile money en je krijgt een code op je telefoon. Die code toets je in op je electra meter en je hebt -ploep- weer stroom. Het hele banksysteem kan je hiermee omzeilen. Dus ook arme mensen, die geen bankrekening hebben, kunnen toch geld krijgen en weer doorsturen aan anderen. Er zijn zelfs APPS in de maak waarmee mensen in de diaspora, die veel geld overmaken naar Rwanda, via mobile money het schoolgeld van hun achtergebleven neefjes en nichtjes kunnen betalen, direct aan de school. Geen Western Union meer voor nodig. Zo!
 

De neefjes en nichtjes
Op zondagmiddag gaan we vaak lopen met de grote schoenen aan. Er is altijd een moment dat we een groep kindertjes achter ons aankrijgen die roepen:  muzungu, muzungu (enkelvoud) of: wazungu (meervoud). Als we zin hebben roepen we terug: Si ntitwa muzungu, knitwa Gerry (of Jan Willem natuurlijk). Ik heet geen witte, ik heet Gerry.
Soms lopen de kinderen ook hele stukken mee. Ze kunnen heel erg hard en waar ik soms even goed moet stilstaan voordat ik over een goot, sloot of diepte spring (Jan Willem zoekt altijd onmogelijk terrein uit om op te wandelen) springen de kinderen als berggeiten rond je op hun plastic slippertjes. Ze lachen me hartelijk uit als ik dat zo snel niet kan.
Dan volgt ook het moment dat je plotseling een viezig knuistje in je handen voelt. Vooral kinderen van tussen de 3 en de 4 geven je graag een handje als ze meelopen.

Kinderen op blote voeten bestaan niet volgens de overheid. Zo hoorden we van een cartoonist en van iemand die bij Unicef werkt, dat het not-done is in Rwanda om kinderen met blote voetjes in een prentenboek of op een voorlichtingsfolder te zetten. Dat kunnen wij in onze e-learning dus ook niet doen. Dan krijg je last met de overheid. Kinderen horen schoenen aan. Zo!
Laten we hopen dat de neefjes en nichtjes veel familie in de diaspora hebben die hard werken, veel geld verdienen en dat geld overmaken via Mobile Money voor schoenen.


Hard werken
Er wordt niet alleen hard gewerkt in de diaspora, er wordt heel hard gewerkt in Rwanda. Er wordt zo ongelofelijk gesjouwd, geduwd en getrokken. Vervoer van spullen gaat op het hoofd of achterop de fiets. In een land van 1000 heuvels moet alles omhoog. Omlaag is het probleem niet; dat is met kamikaze snelheid keihard naar beneden. Vaak vraag ik me angstig af of de remmen het wel zullen doen. De fietsen hebben in ieder geval geen versnellingen voor een laag verzeet, dus omhoog is het duwen.
Dit zou je in Nederland op geen enkele manier in je hoofd halen, zo met eieren achterop. Hier zie je hele circus-acts. Het meest bijzondere is het vervoer van vers gemaakte bedden achterop de fiets vanaf de timmerwerkplaatsen, of vervoer van metalen deuren. De eerste fietser vervoert het deurframe (bijvoorbeeld rechtop) , de tweede heeft dwars een deur achterop. Er zijn geen fietspaden, dus de fietsvervoerderrs moeten maar hopen dat de automobilisten je ontwijken.
Ik ga een aparte foto verzameling aanleggen van wat er allemaal achterop fietsen kan, die houden jullie tegoed.
Sjouwen en duwen, kei-sterk lijken de mensen te zijn. Vanaf de grond een zandauto volscheppen, hup, je gooit het zand gewoon omhoog. Met 2 zakken cement op je rug. Schoolkinderen die water moeten halen en met jerry-cans van 10 liter op hun hoofd onder ons huis langs lopen. Allemaal even vrolijk.
Dit kan niet waar zijn. Het is maar goed dat ik niet meer in een ziekenhuis werk. Dan wist ik precies hoeveel mensen er met eieren en al vanaf de fiets vallen en met giga-hernia's arbeidsongeschikt geworden zijn.


Een vruchtbaar land
Nu zijn we weer thuis. Gewoon in de achtertuin. Dit is de groentetuin met 6 weken tussenpozen. Inmiddels hebben we pluksla, rucola, kropsla, paprika's, komkommers, spinazie en verse tuinkruiden, vooral basilicum wordt hier reusachtig groot. Binnenkort te verwachten: pompoen, wortels, uien en prei. De radijzen en de koreander hebben we allemaal opgegeten.
Het is hier een zeer groeizaam klimaat, overdag 25-28 graden, 's nachts niet kouder dan 16 en bakken regen.

Reacties?
Wij vinden het leuk om reactie te krijgen! Daarom hier EEN MUUR.
Plak een reactie op mijn foto's, of post zelf een foto met een verhaal.



vrijdag 13 november 2015

Huis en kantoor verwarmen

We hebben een house en office warming party georganiseerd. Nu we hier een tijdje zijn werd het tijd om aan te kondigen dat we er echt zijn. Het werd tijd voor een feestje. En een feestje in een nieuw land is toch wel spannend.

We kregen een lijst van 80 mensen bij elkaar om uit te nodigen. Mensen moesten antwoorden als ze zouden komen. Dat deden onmiddellijk een stuk of 30 mensen en ze vroegen ook allemaal of ze iemand mee mochten nemen. Er waren een paar afzeggingen en van de rest niets gehoord. Wat te denken? Komen er 80? Meer? Minder?

Hapjes
De hapjes moesten Afrikaans, Europees en deel vegetarisch zijn. Afrikanen willen brochettes op feestjes. Gerry wil gevulde eieren en kleine glaasjes Gazpacho. Jan Willem maakt het niet uit.  Ruth had ideeën over de hoeveelheid kippen die er moesten komen. Ik ben met Ruth naar een markt gegaan helemaal aan de andere kant van de stad. Daar moest het eten vandaan komen vond ze want daar is het vers. Bij aankomst wordt je gelijk besprongen door allemaal jongetjes die je tas willen dragen (tegen vergoeding). Je moet zo'n jongen nemen, anders houden ze niet op. Ik vind dat een ramp. Ik word er helemaal zenuwachtig van want ik draag graag zelf mijn tas. Maar dat kan niet. Op de markt die Ruth had uitgekozen komt nooit een blanke dus ik werd de heel tijd nageroepen: Muzungu, Muzungu. Er was geen ruimte om te lopen en iedereen botst de hele tijd tegen je aan. Je glibbert over de zooi. Oh help. Ik wist weer waarom ik groente kopen aan Ruth overlaat.
Het jongetje wat we gekozen hadden bleek zeer effectief, na een tijdje begon ik te begrijpen hoe de markt in elkaar zit. Ik had Ruth een lijstje laten maken en we gingen afstrepen. Iedere keer als het jongetje bijna bezweek onder de hoeveelheid eten gingen hij en ik terug om de spullen in de auto te leggen en spraken we af in welk stalletje we Ruth weer zouden vinden. Uiteindelijk werd het heel gezellig.
Ruth komt uit een kook-familie dus met behulp van een broer en een zus en nog wat losse hulp is die hele auto vol eten verwerkt tot hapjes.
Ik kreeg een brainwave en bedacht dat dat niet allemaal in de keuken paste en heb een tafel buiten gezet en de grote parasol erboven. Werkte uitstekend.

De tent
Het is regenseizoen. Soms heb je mazzel en is er geen regen. Soms zijn er enorme stortbuien. Er moest een tent komen vonden de stagiaires. Ariane had een professional organiser gezien op de televisie. Dat leek haar wel wat. Die organiser-dame kwam op bezoek en het werd een alleraardigst gesprek. Toen ze echter twee dagen voor het feest een offerte uitbracht, bleek ze al € 150 voorrij kosten te rekenen. "Dat kan ik beter", riep Ariane en ze ging op pad. Drie kwartier later belde ze op.

Ze had een tent gevonden, sta tafels, lampen, de hele mikmak. Ze was bij 4 verhuurbedrijven langsgegaan, die allemaal naast elkaar zitten in van die vage winkeltjes. Spullen verhuur is hier een echte industrie vanwege die idioot grote trouwerijen die ze hier organiseren. Bij het laatste winkeltje van Madame Ange, was Ariane tevreden. Uiteraard moest ik toen op komen draven om te betalen en de zaak te formaliseren. Ik wilde nog gaan onderhandelen over de prijs maar dat hoefde niet meer want Ariane had dat al gedaan. Voor € 110 waren we klaar. Zo!
Overigens kwam Madame Ange van de tentenverhuur ook op het feest, met haar man. Ze gingen pontificaal in het midden zitten. Ik had het eerst niet zo door. Wie is toch die dame? Ze heeft iets bekends, maar ik weet het niet precies... Kennelijk is naar feestjes gaan een van de bijkomende voordelen van tentenverhuur.

Parkeren
Als er echt 80 mensen komen, dan is dat misschien wel 60 auto's. Een parkeer terrein vol. Daar moeten de lokale autoriteiten voor ingeschakeld worden. En Haruna is bij ons verantwoordelijk voor het contact met de autoriteiten. En ja hoor, de wat grimmige meneer van de lokale burgerwacht verscheen. Dat gaat echt zo bijzonder. Haruna trommelt die man op, ik moet met hem aan tafel zitten, en Haruna gaat dan om de hoek zitten. Hij doet net of hij er niet is, maar wil tegelijk meeluisteren wat we afspreken. "Nee, Haruna, niet op de grond om de hoek zitten, kom erbij aan tafel zitten." De burgerwacht meneer begon een heel betoog in het Kinyarwanda, Pacifique vertaalde. Nadat bleek dat ik zonder meer bereid was om de burgerwacht wat te betalen voor toezicht op de geparkeerde auto's verdween de grimmigheid en werden we vrienden.
De Speech 
Jan Willem was heel druk met allerlei werk dus hij heeft zich niet met de voorbereiding bezig gehouden. Op de dag zelf stond hij zijn mannetje en heeft hij een speech geproduceerd in het Kinyarwanda. Pacifique heeft de speech gecorrigeerd en daarna hebben we hem 10 x hardop geoefend, en.... het is deels gefilmd.
We hadden onze stagiaires nog bang gemaakt dat ze een presentatie moesten geven op het feest over ons bedrijf, maar uiteindelijk hebben we dat zelf gedaan.

Uiteraard hebben we e-learning gedaan met alle feestgangers. Onze beamer bleek sterk genoeg om buiten op het huis te projecteren.  En dat is zo leuk van Rwanda, het lessysteem is hier zo schools dat iedereen, ook reeds lang volwassen, in koor antwoorden als je ze een vraag stelt. Geweldig!

Een goed feest
Uiteindelijk hebben we ook nog gedanst in de huiskamer. Er waren geen 80 mensen, maar het was toch wel bijzonder om te zien wie we bij elkaar gekregen hebben, tenslotte zijn we hier nog niet zo lang.  Het bleek dat veel mensen elkaar kenden waarvan wij niet wisten dat ze elkaar kennen. Zo vonden oude schoolvriendinnen elkaar terug en ontstond er een groepje stevige Afrikaanse dames op leeftijd die het erg gezellig kregen. De plakkers moesten we met enige overredingskracht aanmanen te vertrekken. Tot mijn verbazing zei Ariane om half 12 (het feestje was aangekondigd van zes to half negen) dat het nu genoeg was. Ze kondigde aan dat het nu het laatste nummer was. Toen onze inmiddels dronken buurjongen begon te zeuren over nog meer muziek en meer laatste nummers, zei ze heel resoluut "nee".



En dat was maar goed ook want de volgende dag gingen we om 7 uur 's ochtends vogels kijken, maar dat wordt weer een nieuw verhaal.

De Muur
Nog even: vanwege de e-learning volg ik ook af en toe e-learning. Nu kwam ik in een cursus van FutureLearn zoiets leuks tegen, een Padlet. Dagt is een soort muur waarop je heel gemakkelijk een berichtje kan zetten. Dit wil ik uitproberen. Dit is dus een experiment.
Klik op onze muur  en post een berichtje als reactie op deze blog.


Vanuit nederland horen we berichten over een prachtige nazomer en herfst en dat het maar niet koud wil worden. Geniet ervan!

liefs, Gerry

maandag 12 oktober 2015

Een weekendje uit in Nyanza



Gewend raken aan het leven in Kigali is aan de ene kant wel fijn, het geeft minder stress. Maar aan de andere kant begint het dan ook op te vallen hoe weinig hier eigenlijk gebeurt.  De overheid doet erg zijn best en daar mag je niks van zeggen, de middenklasse werkt zich uit de naad en zit zondags in de kerk en de boeren werken op het land en die zie je in Kigali dus niet.  Het is allemaal tamelijk serieus en dus ook saai.   Gisteren werden we wakker en we dachten: wat gaan we doen dit weekend behalve de liefde bedrijven en de krant lezen?  “Ik wil de stad uit” zei Gerry en dus zaten we een uur later in de auto op weg naar de oude koningsstad in het zuiden van Rwanda: Nyanza.  
Een prachtige weg slingerend door de groene heuvels die richting het zuiden wat minder steil worden wat tot prachtige vergezichten leidt.  Nyanza ligt een dikke 100 km van Kigali en is de hoofdstad van de Zuidelijke provincie. Het stelt qua stadje niks voor, maar het heeft een rijke historie, want hier besloot de koning van Rwanda, Mwami Musinga, eind 19e eeuw zich definitief te vestigen.

De hut van de koning
Daarvoor had de koning altijd rondgetrokken in zijn rijk, dat toen ook nog grote delen van zuid-west Uganda en oost Congo omvatte.  Maar 60 “paleizen” onderhouden vond hij toch onhandig. Bovendien was de lol van dat reizen er misschien ook een beetje af toen hij erachter kwam dat de  koloniale mogenheden op de conferentie van Berlijn zijn rijk in drieën hadden opgesplitst: een stuk naar de Engelsen( Zuid-West Uganda), een stuk voor de Belgen (Oost Congo) en het grootste stuk, het huidige Rwanda, voor de Duitsers die het als een stuk Tanzania zagen.  Na de eerste wereldoorlog pikte Engeland Tanzania in van de Duitsers en kregen de Belgen het huidige Rwanda erbij.  

De Belgen pakten hun koloniale taken t.a.v. Rwanda serieuzer op dan de Duitsers ooit gedaan hadden. Om te beginnen moest de Mwami katholiek worden en meer burgerlijke vrijheden toekennen aan de Hutu's die onder de Tutsi adel tweederangs burgers waren.  Dat weigerde Mwami Musinga, waarna de Belgen zijn zoon naar de paters stuurden.  Daar kreeg hij een prima opleiding en goed inzicht in de Belgische koloniale politiek. Toen hij zich liet dopen, dwongen de Belgen in 1931 zijn vader prompt het koningsschap over te dragen aan zijn zoon, die als Mwami Rudahiga Mutara III de laatste Tutsi koning over Rwanda zou zijn.
De stenen residentie uit 1930
Tevens bouwden zij een stenen residentie voor de nieuwe koning naast de traditionele koningshut van zijn vader.  Aanvankelijk was de nieuwe koning trots op zijn nieuwe paleis, maar naarmate hij wat meer van de wereld kreeg te zien, werd hem ook duidelijk dat hij in vergelijking met de paleizen van de Europese vorsten in een eenvoudig landhuisje woonde.   
 Bovendien hadden de Belgen in de badkamer een bad van 1.70 m gemonteerd, terwijl de koning de
respectabele lente van 2.30m(!) had.  In de vijftiger Jaren gaf hij dan ook opdracht een beter en groter paleis te bouwen op een nabijgelegen heuvel. Helaas overleed de koning plotseling in 1959, vlak voor de onafhankelijkheid en vlak voor hij zijn intrek zou gaan nemen in zijn nieuwe paleis. Aangezien de Belgen inmiddels een souvereiniteitsoverdracht aan een Hutu-regering in hun hoofd hadden (Hutu's vormden 80% van de bevolking), kwam er geen opvolger meer.

Het complex van de traditionele konings-hut van de oude koning en de mooie koloniale villa die de Belgen voor de nieuwe koning hebben gebouwd is nu een alleraardigst museum, een soort paleis Het Loo op z’n Rwandees. 

De vergaderruimte met achterin de toegang naar het koninkljke bed




Toen we het “paleis” van de oude koning gingen bezoeken bleek dat dus niet meer dan een grote rieten hut te zijn met binnenin wat rieten matten, koeienhuiden en voorraadmanden. Meer niet. Deze uiterst sobere materiële omstandigheden werden echter gecompenseerd door ingewikkelde  protocollen. In de hut zat alleen de koning op een krukje, de rest zat op de mat. Achter een scherm zaten de vrouwen van de koning. Dat waren er tientallen.  In de hut was het een permanent komen en gaan van mannen voor beraadslagingen van velerlei aard. Als de koning even geen zin meer had, dan kon hij zich terugtrekken in zijn ‘slaapkamer’ op een verhoging achter een rieten mat. Terwijl de beraadslagingen gewoon doorgingen kon de koning zich dan vermaken met een of meer vrouwen uit zijn harem. Om de slaapkamer-geluiden te overstemmen hief op dergelijke momenten de hele harem een luidkeels gezang aan, wat de beraadslagende mannen zogenaamd dan weer heel mooi vonden…

De 'biertent' van de koning
Achter de grote koningshut liggen nog twee kleinere hutten. Eén voor het ‘melkmeisje’ – een maagd die de melk voor de koning en zijn gasten klaarmaakte.  En één voor de ‘bierjongen’  - een maagd die het (bananen)bier voor de koning en zijn gasten moest samenstellen en proeven.  Beide maagden mochten hun hut nooit verlaten. Het waren dus in feite levenslang veroordeelde gevangenen. Toch streden invloedrijke families om de eer deze maagden te mogen leveren.   Rare jongens die Rwandezen…

Tenslotte had je dan nog de koeien van de koning. De koning was een Tutsi en dat is een herdersvolk. Koeien zijn enorm belangrijk in Rwanda, vooral in ceremoniële zin; alle traditionele dansen gaan over koeien en bij traditionele feesten moeten de ceremoniële “koeien van de koning” opdraven. Die koeien hebben enorme horens en worden gefokt naast de koninklijke hut. 


Als we wegrijden van het museum zien we een bordje: “Tombe du roi” staan. We volgen de aanwijzing en inderdaad vinden we op de top van de naastliggende heuvel twee identieke moderne graven. Eén van de koning, geboren 1911, overleden 1959.  En één van zijn echtgenote, koningin Rosalie Gicanda, geboren 1928, overleden april 1994 in de genocide…..  

De benedenverdieping ademt een prettige sfeer
Vol van deze prachtige plek en de rijke historie besluiten we in Nyanza te blijven slapen  en de volgende dag het nieuwe paleis te gaan bezoeken, dat gebouw waar de koning nooit gewoond heeft.
Daar zit nu het enige museum van modern kunst van Rwanda in. 

De volgende ochtend na een koele nacht vol regen, besluiten we de auto bij het hotel te laten en de 2 km naar het museum te wandelen. Het Museum ligt bovenop een heuvel met schitterend uitzicht naar alle kanten.  Het strak symmetrische gebouw is inderdaad groter dan het oude paleis, maar is nog steeds bescheiden en ademt een aangename sfeer. 
Tot onze verbazing is de tentoonstelling goed ingericht en de werken weliswaar van sterk wisselende kwaliteit, maar genoeg om een uur geboeid rond te kijken.  Wij zijn de enige bezoekers.



Het meeste indruk op mij maakte een simple werk van een gesloten luik van met kogels doorzeefde golfplaat, gesloten met een piepklein hangslotje, een kinderslotje eigenlijk.  De titel luidt: “ Uri he?” ofwel  “Waar ben je?”.   Het drama van genocide in één krachtig beeld: De onmogelijkheid om je te verstoppen, de onmogelijkheid om je geliefden terug te vinden.

 









Ook een krachtig beeld in deze vulkanische omgeving vond ik deze motorrijdende vredesduif, versteend als in pompeï met alleen nog de schoenen van zijn pasagiers die zelf verdampt lijken, hoewel hun schimmen nog wel zichtbaar zijn.  De duif lijkt niet op te geven, maar valt er nog iets te redden?

Bijschrift toevoegen
Er waren ook gewoon leuke landelijke tafreeltjes, maar die waren meestal minder. Behalve deze hiernaast, die zo van Gauguin of Werkman had kunnen zijn:

Verfrist door een uurtje kunst snuiven (wat zijn we ook op dat gebied toch rijk in Europa!) besluiten we om met een grote omweg terug te lopen.  Onze kleine parapluutjes doen goed dienst als zonnescherm.

Terug in Nyanza wordt onze aandacht getrokken door een grote groep mensen, zo te zien eenvoudige mensen van het platteland, die een toeristenhotel binnen lopen. Nieuwsgierig lopen we achter ze aan en wat ik al dacht blijkt inderdaad te kloppen: de menigte stelt zich op langs de rand van het zwembad in de tuin van het hotel en begint te zingen. Toeristen die aan de rand van het zwembad een colaatje drinken kijken verbaasd toe.  Een priester daalt af het water in en één voor één komen de dopelingen ook het zwembad in, waar ze vakkundig kopje onder gehouden worden door de priester.   Mooi land toch waar een hoteleigenaar de kerk zo terwille is?
Waar staat Jan Willem op de foto?
Op de terugweg vangen we behoorlijk wat regen. Het regenseizoen lijkt eindelijk begonnen. Net op tijd, want de boeren hebben al gezaaid. Nog iets later en we hadden misschien honger gekregen in het land…… 

Jan Willem