donderdag 5 mei 2016

Weekend



Wat doen we van ‘t  weekend?

Kigali is een fijne stad om te wonen, maar er is niet veel te doen. Er is één bioscoop, geen theater, geen concertzaal, weinig feestjes en als er een feestje is, dan lijkt dat verdomd veel op het vorige feestje. En we hebben hier geen familie en gelukkig wel wat vrienden om te bezoeken.  Door de week is dat geen probleem, want al e-learning makend zitten wij in ons buiten-kantoor-aan-huis de hele dag aan onze computer geplakt.

De trouwe lezers van deze blog vragen zich terecht af: “wat doen die lui eigenlijk in het weekend?” Een vraag die wij ons ook vaak stellen. Hoewel het een beetje saai is hier, hebben we toch altijd tijd tekort, ook in het weekend.

Om te beginnen is het doen van de zaterdag boodschappen hier iets ingewikkelder dan naar de AH rijden en je karretje volladen. Supermarkten heten wel zo hier, maar zijn het niet echt.  Bij Woodlands hebben ze Shitake, bij Horebu hebben ze Tofu en Muesli en bij de ‘German Butchery’ hebben ze lekker brood (what’s in a name?).  Hebben we iets speciaals nodig, zoals kikkererwten, dan moeten we naar de stad, drie heuvels verderop, naar Patel, de Indiër. Patel zit tegenover het Chinese warenhuis T-2000, waar je drie verdiepingen plastic rommel kan krijgen zoals emmers en WC borstels.  

In de stad  heb je ook een paar heuse winkelcentra, waar ze uitsluitend dingen verkopen die wij niet nodig hebben, zoals fastfood, Chinese mobiele telefoons, haar-extensies, levensverzekeringen en slecht gemaakte kleding. Wat wel heel mooi is is de groenten en fruitmarkt onderin het oudste winkelcentrum. Vanaf de galarijen kijk je er bovenop.


Wat er hier zoal aan fruit verkocht wordt: watermeloenen, mango’s, ananassen, avocado’s, appels, citroenen, mandarijnen, Japanse pruimen, passievruchten. Bananen ontbreken op deze foto, maar die worden het meest aangeboden. Rwanda is het land met de hoogste bananenconsumptie ter wereld. Er zijn vele soorten: bakbananen, gelijk-op-eet-bananen en kook-bananen. Die laatste die kennen we in Nederland niet, maar worden hier gegeten zoals wij aardappelen eten. Ze smaken ook een beetje zo. Aanvankelijk maakte Ruth ze zo ongeveer iedere maaltijd. Sinds een paar maanden hebben we afgesproken dat ze nog maar één keer per maand kookbananen met Afrikaanse groentesaus ('Ruth-prut') mag serveren. Dat werkt uitstekend; we vinden het nu weer heel smakelijk.
 
Als we klaar zijn met de boodschappen dan drinken we koffie in de tuin en lezen de Volkskrant Online, de East African of De Groene Amsterdammer. Dan gaat Gerry in de tuin werken en ik klussen. Als er wat gerooid moet worden, dan komt Haruna in actie met zijn coup-coup.  Net als de meeste Rwandezen is hij daar verbazingwekkend handig mee  (zie foto) . 

Hij hakt er gewoon een boom mee om.
Op dit moment hebben we weer een groot project ter hand genomen: het egaliseren van een deel van de tuin en het aanleggen van een buitenterras.

Zaterdag-avond brengen we meestal met vrienden door. Eileen, een door de wol geverfde Canadese verandermanager die door de Belgen is toegevoegd aan de staf van REG, de Rwandese electriciteitsmaatschappij. Zij is alleen en haar werk is nogal frustrerend, dus we horen veel verhalen over wat niet lukt. Maar ze heeft ook veel humor en je kan met haar lachen. Laatst hebben we haar opmerkzaam gemaakt op Tinder. Dat leek haar geweldig! Ik verheug me nu al op haar verhalen over haar belevenissen.

Dan heb je nog Henk en Anneke. Henk werkt bij het Lake Kivu Monitoring Project. Lake Kivu is het grootste meer van Rwanda op de grens met Congo. Het meer is wereldberoemd vanwege de grote hoeveelheid methaangas die erin is opgelost op grote diepte. Dit gas wordt sinds kort gewonnen door een Amerikaans bedrijf met een zeer innovatieve methode. Henk helpt de Rwandese overheid om toezicht te houden op het meer en de winning van het gas. Zijn vrouw Anneke doet vrijwilligerswerk. Zij heeft ons gestrikt om achter de bar te staan op de ‘Foodfair’, een Amerikaans aandoend fundraising gebeuren dat op 15 mei gaat plaatsvinden in de residentie van de EU-gezant. Wij hebben er dubbele gevoelens over, maar zullen erover berichten in een volgend blog.

Met Eileen, Henk en Anneke proberen we een Mah-Jong groepje op te zetten. Ze hebben het nu één keer gedaan. Conclusie: het is leuker als we 8 mensen hebben en alle twee onze Mah-Jong spellen gelijktijdig in de strijd gooien. Daar gaan we aan werken...

Regelmatig zien we Kevine, Emmanuel en hun kinderen. Ze hebben er 4 die als een soort wervelwind door ons huis stormen. We hebben ze ooit een paar stelten gegeven: dat hadden ze nog nooit gezien. Maar een van de kinderen kon het zo.
De kinderen hebben ook zwemles, een beetje suf met een oudere man heen en weer in een zwembad. Wij doen we hele andere dingen zoals 'op je rug drijven' of 'watergevecht'.

Kevine en Emmanuel blijken allebei niet te kunnen zwemmen. Zij hebben ons nu gevraagd of wij hen ook zwemles willen geven.
Kevine heeft ook een eigen bedrijf. Ze biedt ook e-learning aan, maar dan op het gebied van ICT. Emmanuel werkt bij het ministerie van ICT en wil alsmaar dat ik hem help om in Tanzania waar zijn familie een stuk land heeft, grootschalig iets te gaan verbouwen. Ik heb hem al een paar keer uitgelegd dat ik daar geen verstand van heb, maar hij blijft het proberen. Ik heb nu gezegd dat ik een keer mee zal gaan met hem naar Tanzania.
Dan gaan Gerry en Kevine een vrouwen ding doen.


Wat we ook geprobeerd hebben is golf. Ja, je moet wat.  Eileen speelt golf en we wilden wel een keertje mee. Middenin Kigali, tussen de verschillende heuvels waar de stad op is gebouwd, ligt een prachtige golfbaan. Voor €30 kan je een uur les

krijgen met zijn tweeën. Het was wel aardig en ik raakte de bal soms best wel goed ( zie video), maar onze leraar liet Gerry wel verdachte oefeningen doen ( zie foto). "Goed voor je rug", zei hij. Ja, ja. Afijn, we hebben het bij die ene les gelaten...

Leuker vonden wij het aanbod van Jan Vlaar, een oude studiegenoot van mij die nu bij de Ambassade werkt, om mee te gaan kanoën.  Jan heeft drie kano’s en een grote auto om ze te vervoeren. We zijn nu twee keer mee geweest en we vinden het geweldig!  Het concept is als volgt: Vrijdagmiddag 16.00 uur weg uit Kigali en rijden naar een hotelletje aan een van de vele meren hier. Dan zaterdagochtend om 5 uur het water op, zodat we om 5.15 uur de zonsopgang kunnen meemaken vanaf het water. En dan vogels kijken tot het ontbijt om een uur of 9. Na de koffie terug naar Kigali, waar we dan nog de middag voor onszelf hebben. Ideaal.


We zijn ook lid geworden van de Rwanda Birding Club. Vogels kijken dus. Eens in de zes weken organiseeert een lokale organisator van vogelkijk-excursies een gratis excursie voor belangstellenden. Voor hem een vorm van marketing, voor ons een geweldige kans om op onbekende plekken te komen.  Op één ochtend zie je hier makkelijk 40-50 verschillende soorten vogels. Rwanda met zijn vele meren is een waar vogelparadijs. Visarenden, waar nu in Nederland zo'n ophef over wordt gemaakt, zie je bij bosjes, evenals diverse soorten ijsvogels. Het mooiste vind ik de vele felgele wevertjes die in grote kwetterende kolonies altijd bezig zijn hun kunstig gevormde hangende nestjes te bouwen.
Meestal zijn we met een groep van zo’n 15 mensen, voornamelijk witten, hoewel er ook een aantal Rwandese gidsen-in- opleiding hun mannetje staan.  We proppen ons in een paar auto’s. Binnen een uur staan we aan de oever van een meer soorten te turven.

Zo’n groep vogel kijkende witten trekt uiteraard de belangstelling van de plaatselijke jeugd. Geïmponeerd door de hoeveelheid fototoestellen en verrekijkers blijven de kinderen echter op eerbiedige afstand. Het voelt koloniaal en tegelijkertijd fantastisch. Wat een landschap, wat een schoonheid!

De Zondag is wat voorspelbaarder dan de zaterdag. Van 9-11 uur doen we yoga bij Nikhel. Nikhel is een geweldig bevlogen Indiër. Hij werkt bij een grote garage en hij besteedt al zijn vrije tijd om de Rwandezen aan het mediteren te krijgen. Vooralsnog heeft hij vooral succes bij mede-Indiers en Witten. Hij is een discipel van Sri Sri, een Indiase goeroe die miljoenen volgelingen schijnt te hebben over de hele wereld. Wij hadden er nooit van gehoord. Zijn beweging, The Art of Living, is actief in ongeveer elk land van de wereld.  Ze organiseren jaarlijks enorme festivals in India waar miljoenen mensen op af komen. Tot mijn verbazing zag ik op een video die Nikhel liet zien Ruud Lubbers als spreker op zo’n festival optreden!  Alles uiteraard voor de wereldvrede.  Wij hebben het reuze naar onze zin bij Nikhel. Hij doet me denken aan mijn vriend Bertie Hendriks die ook yoga en meditatie retraites geeft. En daar wordt ik wel blij van.  Nieuw voor mij zijn de ademhalingsoefeningen. Even wennen om op bevel van Sri Sri ( geluidsopname) in- dan wel uit te ademen. Maar het effect is hetzelfde als van zingen: een soort interne massage.

Na de yoga rusten we uit en zondagmiddag gaan we meestal wandelen in de heuvels rondom Kigali. Ik word altijd gelukkig van wandelen op het platteland in Afrika. De eenvoud, de mensen, het licht, het uitzicht, de gewassen, het groen, de beesten, de kinderen, de hitte, het leven dat overal krioelt, hoe elk geluid opklinkt in een weidse stilte die alles omvat,  het ontroert me gewoon.  Domweg gelukkig in de Dapperstraat, maar dan op een paadje in de Rwandese heuvels. Zoiets.

Laatst hadden we tekenspullen meegenomen. Het was nog een hele klus een plek te vinden waar we niet lastig gevallen zouden worden door hordes kinderen, maar uiteindelijk lukte dat prima en hebben we een heerlijk uurtje bananenbomen zitten tekenen.

Zondag avond zijn we meestal moe, maar tevreden. We moeten dan ons Kinyarwanda huiswerk doen, want we hebben les op maandag. Eens in de twee weken heb ik een familie-Skype met mijn kinderen op zondagavond. Dat zijn gouden uurtjes, waar ik altijd met verlangen naar uitkijk.  Hoe verder ik weg ben, hoe meer ik aan ze denk. 

Jan Willem Eggink