woensdag 6 september 2017

De Oma van Kevine



Er kwam een WhatsApje van Kevine “Mijn oma is overleden, we zijn in de rouw”. Ach nee. Kevine vertelde altijd van die leuke verhalen over haar oma. Ze stond op mijn verlanglijstje, die Oma wilde ik wel eens ontmoeten. En nu is het te laat.

We waren van harte uitgenodigd voor de begrafenis. Eerst bij het huis en dan in de kerk en daarna naar het kerkhof. Dat leek ons allemaal wat veel en na overleg met Ariane en Nehemie wat is gebruikelijk hier? kozen we voor het onderdeel kerk. 

Om 11.00 uur zou het beginnen, in de Anglicaanse kerk. Jan Willem en ik moesten even zoeken maar toen vonden we de kerk. We bleken er al eens geweest te zijn voor een trouwerij. Toen hebben we een filmpje gemaakt van het zangkoor. 
De mis verschilde aanvankelijk niet zoveel van wat wij in Nederland gewend zijn. Er was een zwarte SUV als lijkauto. Oma lag in een prachtige witte kist en alle kleinkinderen stonden in het gangpad met bloemstukken terwijl Oma naar voren werd gedragen. Kevine stak kaarsen aan, het koor zong een lied en de priester deed een woordje.
Toen was het woord aan de familie en vrienden. Dat was bijzonder, want iedereen wilde wat zeggen en deed dat tamelijk uitgebreid en uit zijn hoofd, zonder spiekbriefje. Het was allemaal in Kinyarwanda, dus we hebben er niets van kunnen volgen. Toch waren we van begin tot einde geboeid. Wat een familie!

Eerst kwamen de drie nog levende kinderen aan het woord, waaronder Kevine’s moeder. Zij vertelden het levensverhaal. Hoewel wij slechts hier en daar een woord verstonden, was het prachtig.
Vervolgens waren de kleinkinderen aan de beurt. Dat waren er heel veel. Ze gingen allemaal op het altaar staan en keken ons aan. Een heel krachtig beeld. Wie hoort bij wie? Wat zijn broers en zussen en wat zijn neven en nichten? Kevine, voerde de meute aan en hield een gloedvol betoog over oma. 

Toen kwamen de achterkleinkinderen. Sommige nog echte dreumesen en hier een daar een puberslungel. De jongens droegen allemaal een zwart T-shirt met het portret van Oma erop geprint. Zou je dat vaker dragen dan een keer bij de begrafenis?

Daarna kwamen de buren met een gekke oom die de boel wat ontregelde. Hij begon (nogal vals) te zingen en luid Alleluja te roepen, waarop wij moesten antwoorden met Alleluja. Hier en daar begonnen de kerkgangers wat te giebelen. Een handige kleinzoon ontfutselde hem de microfoon, waarna de ceremonie weer verder ging. Kennelijk was Oma ook lid van het zangkoor geweest, want de dames van het zangkoor deden ook een getuigenis.

Thuis gekomen zeiden we tegen Ariane en Nehemie dat we begrafenissen veel mooier vinden dan huwelijken. Die zijn hier nogal saai. Je kunt je de blik voorstellen die ze ons toewierpen: onbegrijpelijke witten.

Een bewogen leven

Afgelopen zondag kwamen Kevine en Emmanuel onverwacht op bezoek en toen hebben we haar gevraagd naar het leven van Oma. Toen besefte ik pas hoe snel Rwanda is veranderd in de tijdspanne van één leven.
Volgens de officiële bronnen zou Oma geboren zijn in 1919, hoewel Kevine denkt dat dat waarschijnlijk eerder moet zijn geweest. Volgens haar was ze ouder dan 100.  Ze werd geboren in een tamelijk welvarende familie in de entourage van de koning. Nog voor ze de pubertijd bereikte werd ze voor 10 koeien “gekocht” door de familie van haar aanstaande man.  Die 10 koeien waren na een paar jaar weer nodig om bruiden voor Oma’s broers te kopen. Als die koeien intussen gekalfd hadden, dan had je mazzel.
Zij verhuisde naar de familie van de man en zodra ze ging menstrueren werd de bruiloft gevierd. Dat was op haar 14e.  “Haar huwelijksdag was de eerste keer dat mijn oma kleren droeg” vertelt Kevine. “Zij praatte er vaak over hoe trots zij was dat er speciaal voor haar kleren werden aangeschaft. Daarvoor droeg ze namelijk alleen een rokje van koeien huid. 
Ze kreeg elf kinderen, waar van meer dan de helft overleden is voordat ze volwassen waren.“ 
Direct na de onafhankelijkheid van de Belgen in 1959 vinden de eerste pogroms plaats onder de Tutsi’s. Vooral vooraanstaande Tutsi families moeten het ontgelden. “Mijn Oma en haar familie zijn toen via Burundi naar Tanzania gevlucht met hun kuddes. Koeien waren alles voor hen. Ze dronken melk, er was olie van koeien, er was boter van koeien, er was huidzalf van koeien, ze spaarden koeien, ze aten (hoogst zelden) koeien.  
Ze wisten precies welke koe van wie was en de koeien hadden allemaal namen. Dat is de koe van huwelijk van Marietje en dat de koe van het huwelijk van Alice, enzovoort. In Tanzania waren ze armer en verloren een deel van de kudde.“

Kevine: “Ik ben in Tanzania geboren. Mijn ouders en mijn Oma hielden ons altijd voor dat wij Rwandezen waren en ooit terug zouden gaan. Als kind begreep ik er niet zoveel van. Wij waren anders dan de andere Tanzanianen en wij spraken Rwandees thuis en Engels op school. Toch hoorde
ik daar ook. Maar er waren altijd verhalen over Rwanda. Soms ging er iemand naar Rwanda en dan kwamen er producten uit Rwanda. In Rwanda was er oranje zeep, die was er niet in Tanzania. Als wij dan oranje zeep hadden dat dachten wij: dat is speciaal, dat is hele goede zeep want die komt uit Rwanda.
Rwandese vluchtelingen hielden ook allemaal contact met elkaar. Wij hadden contact met families die in Burundi zaten, in Congo en Uganda.  Mijn ouders zamelden geld in voor de vluchtelingen en voor het verzet. En toen in de loop van de 80er jaren de guerrilla van de RPF ( Rwanda Patriotic Front) op gang kwam, moest elke familie ook zoons afstaan om opgeleid te worden in de kampen in Uganda als soldaat. Soms kwamen er jongens van wie je niet eens wist wie het waren, maar die gaf je dan toch eten en onderdak, want het was voor Rwanda. En thuis luisterden we ook altijd naar Rwandese radio, hoewel die vol zat met haat zaaierij naar Tutsi’s. Maar mijn ouders wilden weten wat daar gebeurde.

Mijn ouders zijn gescheiden in Tanzania en na de genocide in 1994 besloten mijn Oma en moeder gehoor te geven aan de oproep van Kagame aan vluchtelingen om terug te keren en te helpen met de wederopbouw. We gingen in 1995, ik was toen 18. Mijn moeder en mijn oma hadden toen 36 jaar in Tanzania gewoond. Ik zat nog op de middelbare school en wilde niet weg. Ik zal het nooit vergeten. Hoewel we geen papieren hadden, werden we zo toegelaten, we waren immers Rwandezen. Maar toen we eenmaal binnen waren, mochten we niet meer terug. Pas na een jaar kregen we toestemming om onze familie en bezittingen in Tanzania te bezoeken. Rwanda lag in puin en ze dachten natuurlijk dat als we zouden zien hoe erg het allemaal was, we onmiddellijk rechtsomkeer zouden maken, terug naar Tanzania.  Het was ook niet gemakkelijk, maar na een jaar ben je toch weer gewend en er gebeurde ook heel veel, dus toen wilden we niet meer terug.

Tegenwoordig hebben we geen bezittingen meer in Tanzania. Wat we hadden is verkocht of terug gegeven aan de staat. Wij waren slechts vluchtelingen. Mijn Oma had ernstige darm problemen en heeft sinds ze aankwam in Rwanda geen vast voedsel meer gegeten. Ze leefde slechts op melk en thee. Dat blijkt dus heel gezond, want daarop heeft ze het dus nog 22 jaar volgehouden en met plezier! Haar laatste jaren was ze echt weer een dame van stand, ze kwam vaak bij ons, ze keek televisie en wist van smartphones en internet. Ongelofelijk toch?”

Foto's: De zwart-wit foto's van deze blog heb ik erbij gezocht op het internet. Ze zijn uit de tijd dat de Oma van Kevine jong was. Misschien staat ze er wel op!