zaterdag 22 december 2018

electronisch eitje

Jan Willem zit een kerstkaart in elkaar te prutsen. We hebben foto’s gemaakt van Kigali bij nacht. Ze doen hier nogal aan kerstverlichting. Veel gekleurde lampjes in hekken en struiken, omwikkelde en knipperende palmbomen. Ook de trouwfontein, waar je moet betalen om in je bruidsjurk gefotografeerd te kunnen worden, heeft kerstverlichting. Met het convention-centre op de achtergrond in de kleuren van de Rwandese vlag is het een tropische kerst. Nu, negen uur s ‘avonds is het 26 graden.

Ik schrijf deze tekst en Jan Willem is bezig om van de foto een filmpje te maken.  Er komt vuurwerk en een komeet boven de trouwfontein en het convention-centre. Dat kan tegenwoordig met Photos, het programma wat bij Word hoort. Met enige nostalgie denk ik aan de tijden dat ik kerstkaarten maakte met gekleurd papier en lijm die zo lekker aan je vingers bleef plakken.
Het nadeel van een elektronische kerstkaart is de leer-curve van het programma. Tegen de tijd dat je door hebt hoe het precies moet ben je twee avonden verder. Dan doe je het in een handomdraai. En volgend jaar, als je het weer wil doen, ben je vergeten hoe het ook al weer moet. Maar Jan Willem heeft nog niet gevloekt en er zijn nog geen wilde geluiden opgestegen van achter zijn computer, dus misschien is het een elektronisch eitje.

Wij hebben het werk jaar afgesloten op een terras met biertjes en grote borden patat met ons personeel. Het was ontroerend. Janvier is 30 en op zoek naar de zin van de rest van zijn leven. Nehemie is net 25 geworden en hij vond dat hij nu serieuzer moest gaan leven. Gretta zei dat ze een rot jaar had gehad (ons is niet helemaal duidelijk waarom maar ze is af en toe behoorlijk humeurig) maar dat ze in ieder geval een baan gevonden had (bij ons). Vragen aan Gretta wat er aan de hand is heeft niet zoveel zin. Antwoord komt er niet. Wat dat betreft is ze erg traditioneel Rwandees. Daar is het motto: Laat nooit het achterste van je tong zien en zeg nooit wat je denkt. Dat kan altijd tegen je gebruikt worden.
Maar daar ging het niet over. Ik wil opschrijven dat het mooi is om die jonge mensen zo te zien worstelen met de toekomst en hun leven. Jan Willem keek het allemaal zo aan en wenste ze toen veel romantiek toe in het komende jaar.  "Jullie hebben allemaal liefde nodig!" Alle drie proesten ze het uit! Ook daar krijgen we niets over te horen. Romantiek, dat bespreek je niet met de baas. Toch was het gezellig.

“Ik begrijp er niets van,” komt er nu achter Jan Willems computer vandaan. Ik ga hem een kopje thee inschenken.

Vandaag heb ik alle restjes verf uit de gedeukte en niet sluitende verfblikken gehaald. De werkmannen hadden ze zo achtergelaten en de verf was aan het uitdrogen. Dat kan ik niet hebben. Restjes verf van de goede kleur zijn handig als je iets moet bijwerken. We hebben nieuwe blikken gehaald. Verf gaat hier in lege melkpoederblikken met een plastic deksel. Daar moet je dan tape omheen doen om te voorkomen dat het toch nog uitdroogt. Ik was in de weer, lekker aan het rommelen, iedere verfpot was een verrassing en toen ik ze toch open had kon ik gelijk wat bijwerken in huis. Want een nieuw huis heeft toch al weer beschadigingen. Helemaal gelukkig. Met niks. Met een kwastje, roerhoutje en lege en volle blikken. Orde scheppen. Het gaat nergens over maar het was heerlijk.

Ik wens jullie een kleurrijk 2019
En de kaart is af!


zaterdag 27 oktober 2018

Alles is gelukt

Het is al enige tijd geleden dat je van ons gehoord hebt. We waren heel druk de afgelopen tijd. Het goede nieuws is: het is allemaal gelukt.

Het huis is gelukt


Ons huis is af en we zijn verhuisd. Dat was eind augustus, de verhuizing. Niet dat het huis toen af was, dat is nu pas af, eind oktober. Eind augustus besloten we te verhuizen, omdat er anders nooit een eind zou komen aan de verbouwing. De werklieden werken merendeels op uurbasis. Ze hebben er belang bij om overal zo lang mogelijk over te doen, vooral als ze na ons huis geen nieuwe klus hebben. Maar met ons als pottenkijkers werken ze toch harder.

We zijn verhuisd met een open vrachtwagen. Die maakte acht ritjes van 300 meter en toen was alles over. De keuken was nog niet klaar en ik had de keukenspullen zo ingepakt dat we een kampeerkeuken konden inrichten onder het afdak van het buitenkantoor. De rest van de keukenspullen zat in dozen die we zolang in de gastendouche opstapelden.
Net toen alles binnen stond, begon het keihard te regenen. Tussen het kantoor en de kampeerkeuken ontstond binnen een uur een gigantische modderpoel. En toen werd het donker. Dat was wel even een “Ik vertrek!” momentje. De volgende ochtend bleek de oplossing eenvoudig:. Irenee (opzichter) liet stepping stones neerleggen waarmee je hink-stap-sprong van het kantoor naar de buitenkeuken kon.

De keukenkastjes waren in februari al geleverd en hebben maandenlang onder een dekzeil vreselijk in de weg gestaan in de reserve slaapkamer.  In augustus zou de keuken eindelijk geplaatst worden onder leiding van Joost, een Nederlandse meubelmaker. Maar dat vlotte niet zo. Hij was nogal druk met van alles, waaronder scheiden.

Janvier probeert de moed erin te houden
Intussen kwam Janvier, onze kok, regelmatig klagen: “Waar is de grote snijplank?” Het antwoord: “In een doos in de gastendouche.” “Waar is de grote zwarte pan?” Het antwoord: “In een doos in de gastendouche.” Ik vond dat toch wel bijzonder.  De meeste mensen hier koken buiten met minimale spullen en Janvier maar sputteren en verzuchten dat die keuken snel af moest. Hij is gezakt voor improviseren.

De scheiding van Joost liep uiteindelijk fout af. De Rwandese rechter veroordeelde hem tot het betalen van buitenproportionele sommen geld aan zijn ex-geliefde, waarop hij het land is ontvlucht. Zijn medewerkers hebben de keuken afgemaakt en op wat gaatjes wegwerken, schuren en lakken na, is het sinds gisteren eindelijk echt klaar.
Het was heerlijk toen de 25 werkmannen die nog aan de slag waren verdwenen. Rust! Nu worden we gewoon ’s ochtends met zijn tweeën wakker. Niet dat ze om 7 uur ’s ochtends al door de ramen staan te loeren wat je aan het doen bent.

Tegelijk mis ik ze ook wel een beetje. Er was een ontzettend suffe elektricien met een rastamuts die na het aanleggen van 2 stopcontacten altijd ging slapen in de schuur op een paar zakken cement. Geen idee wat hij ’s nachts deed in plaats van slapen. Alle stopcontacten die hij aanlegde zaten scheef, dus hij moest alles twee keer doen, want wij willen ze recht.  Gelukkig werd hij betaald op aangenomen werk, dus financieel leden we er geen schade van.
Er was een jongetje met een grote pot verf, “mister touch up”, die heel netjes kon schilderen zonder druipen. Volgens mij is hij de enige in Rwanda die deze vaardigheid bezit. Hij werd mijn vriendje. Hij maakte alles wat mis was weer goed.
Er waren wel 10 jongens die altijd giga gaten aan het graven waren of met grond en stenen in grote emmers aan het sjouwen waren. Op een gegeven moment vroeg ik er een om plantgaten te maken voor een paar bomen. Hij begon meteen enthousiast te rennen en samen hebben we bomen geplant. Hij voelde zich zo vereerd dat hij me nadien zeer nauwlettend in de gaten hield om te kijken of hij misschien nog iets voor me kon doen. De anderen waren duidelijk jaloers.

En nu is het echt af. We wonen er prima. Het huis is heerlijk groot en alles doet het. Allen het kantoor blijkt wat warm te worden als de zon schijnt. Het grote werk is nu de tuin. Zodra het regent dreigt weer die modderboel, maar gras planten gaat helpen.

 

Het gender training materiaal is gelukt


Het gender training materiaal is min of meer klaar. We hebben afgerekend met de subsidie verlener en we hebben het geld binnen. Eigenlijk is het materiaal nooit af, want iedere keer als ik ernaar kijk bedenk ik nog weer hoe het nog mooier kan. Maar we hebben het klaar verklaard. Er moet nog hier en daar wat redactie gepleegd en nog wat vertaald in het Kinyarwanda. Dat doen we beetje bij beetje de komende tijd. We hebben het materiaal gepresenteerd op de conferentie e-learning africa die dit jaar in Kigali was en we hebben gezellige foldertjes laten drukken.
De komende tijd zullen we nog in de weer zijn om uit te leggen hoe je het materiaal gebruikt en gaan we door met promotie maken. Ik ben vooral trots op een gigantische hoeveelheid tekeningen die we hebben laten maken en die iedereen gratis kan downloaden. Ook de cursus over gender-based violence voor gemeenten is erg goed geworden. Als ik hem doorkijk ben ik zelf onder de indruk van wat ik allemaal kan leren over het onderwerp in die cursus. Terwijl ik de cursus zelf in elkaar gezet heb!

 

Een nieuwe opdracht is gelukt 


Nog meer goed nieuws, we hebben weer een nieuwe e-learning opdracht. Materiaal maken over “hoe werk ik met boeren?” Jan Willem heeft via een Nederlands project geregeld dat we deze cursus kunnen maken. Voorlichtingskunde is zijn oude vakgebied. Toen we de start van het project bespraken begon hij Gretta en Nehemie (ons personeel) uit te leggen hoe in 1970 in Wageningen de eerste professor voorlichtingskunde benoemd werd. Jan Willem werd helemaal fanatiek en gaf gelijk een lezing met de belangrijkste principes van voorlichtingskunde. Hij haalde de (Nederlandstalige) voorlichtingskunde Bijbel erbij van professor van der Ban. Gretta en Nehemie knikten braafjes, maar je zag ze denken…. 1970?

Een goede vakantie in Nederland is ook gelukt


Ik ben dit jaar drie keer in Nederland geweest. Eerst omdat het niet zo goed ging met mijn vader. Daarna omdat Jan Willems vader overleed. Dat waren twee plotselinge reizen.
In oktober hadden we onze vakantie gepland. Dit keer was het ontspannen. Gewoon rustig in het vliegtuig zonder de spanning over wat je aan gaan treffen. Met mijn vader gaat het weer goed, en we zijn een heel gezellig weekend met mijn ouders op stap geweest. Het was prachtig weer in Nederland.


Weer bij


Nou, nu ben je weer bij. Het was een druk jaar tot nu toe.
Ik heb nog niet geschreven over het zeer geslaagde bezoek van Hannah (Jan Willem’s oudste) en haar vriend Roel. Dat bezoek zat vlak na de verhuizing, tijdens e-learning Africa en pal voor de vakantie. Hannah en Roel hebben het kippenhok afgemaakt. Roel heet de Haan van achteren. Hij heeft een haan gefiguurzaagd en op het kippenhok gemaakt. Nu denken wij iedere dag aan hem.

De rust is neergedaald en mag ik lekker veel in de tuin werken!

groet, Gerry

donderdag 3 mei 2018

Bijdragen op het gebied van gender based-violence


Wij denken dat wij iets bij te dragen hebben hier. Onze kennis en ervaring, de e-learning, wij zijn toch van die idealisten die hopen iets nuttigs te doen.
Op dit moment maken we training materiaal voor gender trainingen. Wij hebben het grote geluk dat we zelf een projectvoorstel geschreven hebben wat gefinancierd is door de Zwitsers. Daarmee zijn we eigen baas. We hebben een stuurgroep die we af en toe een vraag stellen, of om feedback vragen, maar in praktijk zitten we zelf aan het roer. We willen het zo goed mogelijk doen: we willen bijdragen en dat blijkt weer een hele klus.

Waar hebben jullie behoefte aan?

Dat was de vraag die we aan verschillende gender trainers gesteld hebben. Aan materiaal om te trainen over gender based-violence, was het antwoord, we geven veel trainingen over gender based-violence.(1)
Okay, dan gaan we dat maken, was ons antwoord. Maar dan rijst de vraag: wat is dan gender based-violence in de Rwandese context? En waarmee zijn de trainers geholpen?

Achterin de klas zitten


Achterin de klas zie je wat er gebeurd en waarmee trainers geholpen kunnen worden. Ik heb samen met Ariane en Gretta een stuk of vijf trainers van verschillende organisaties geobserveerd. Zij gaven les aan geselecteerde community leden die dan de les later in hun eigen dorp moeten herhalen. Inhoud van de les: gender based-violence moet gestopt worden.
Ook hebben we lessen bijgewoond voor de mensen die de slachtoffers van gender based-violence moeten bijstaan. Er zijn hier blijf van mijn lijf voorzieningen waarin de politie, de sociale raadslieden, medici en een samenraapseltje van NGO’s en vrijwilligers samenwerken. Slachtoffers kunnen dan heel modern bij één loket “a one-stop-centre” heet dat hier, aangifte doen. Tegelijk wordt er psychische hulp geboden en bewijs materiaal verzameld. Dit alles wordt onder andere betaald met uw belastingcenten. Nederland zit hier dik in.

Wat heb ik achter in de klas geleerd


1. Rwandezen zijn braaf. Ze blijven altijd rustig. Zelfs als iets doodsaai is kunnen ze semi-geïnteresseerd blijven kijken. Een eigenschap die ik in het geheel niet bezit.

2. Veel lessen die gegeven worden zijn op een algemeen niveau. Zo van: Het is slecht om je vrouw te slaan.  Maar de vraag:
-Wie slaat zijn vrouw? of
-Welke vrouw in de zaal hier wordt geslagen?
wordt niet gesteld. Ik kan me nog voorstellen dat dit een nogal persoonlijke vraag is die niet iedere trainer wil stellen. Maar je zou ook de vraag kunnen stellen of je wel eens meemaakt dat de buurman de buurvrouw slaat. Of andersom. Dan wordt het allemaal wat concreter.

3. Het gaat naar mijn smaak allemaal nogal moralistisch. Rwanda is net Nederland in de jaren 50. Het volk wordt toegesproken over hoe ze zich dienen te gedragen. Mij lijkt dat het volk zelf moet nadenken.

4. Na de vijfde training bleek ik te kunnen voorspellen wat de volgende stap zou zijn. De deelnemers moeten in groepjes moesten bedenken wat gender based-violence is. Als groepjes hun antwoord rapporteren bleek gender based-violence zo ongeveer alles te zijn, van het niet hebben van een zorgverzekering, tot armoede, depressie of een ongelukkig huwelijk. Vier van de vijf trainers lieten dit onbesproken passeren. Slechts eentje ging met de antwoorden aan de slag en besprak wat de essentie van gender based-violence is.

5. Er worden geen feiten gebruikt in de trainingen. Ik kwam allerlei interessant onderzoek tegen.
Weet je dat 41 % van de Rwandese vrouwen het normaal vinden dat ze geslagen worden als ze het eten laten aanbranden? Of als ze hun man tegenspreken of de kinderen niet goed verzorgen?
Met dit soort feiten kan je hele leuke trainingen geven. De groep in twee delen verdelen, wie vindt dat slaan terecht is en wie niet, en dan een debat. Dan heb je het op een zinvolle manier over de normen en waarden hier.

6. Er zijn nogal wat mannen die vinden dat ze slachtoffer zijn van gender based-violence omdat er in Rwanda gender wetten zijn. Zo moeten zowel zonen als dochters evenveel erven. Dat vinden sommige mannen oneerlijk, omdat ze ook bruidsschat moeten betalen. Hun zussen verlaten de familie om bij de familie van hun man te gaan wonen. Dus zijn die mannen slachtoffer. Watte? Hier begint mijn hoofd cultureel wat te duizelen.

7. De deelnemers aan de trainingen krijgen een stapeltje papier mee naar huis, vaak in het Engels wat ze amper begrijpen of dichtbedrukte velletjes in het Kinyarwanda die ze niet lezen. Er is hier geen leescultuur. Met plaatjes zouden ze veel meer kunnen als ze de training moeten herhalen in hun eigen dorp. Er moeten plaatjes komen.

8. Tot slot: er wordt nogal gepraat over de hoofden van de betrokkenen heen. Zijn er voorbeelden van mannen die hun gedrag veranderen? Van vrouwen die zich de bananen niet van hun bordje laten eten?

Na al deze observaties ontvouwt zich bij mij een plan. Ik ga bijdragen. Ik ga een e-learning voor local leaders maken, met video’s waarin iedereen aan het woord komt. Ook maken we plaatjes met simpele oefeningen voor in de dorpen. De trainers vinden het een goed plan.

Nu de slachtoffers


Ik wil slachtoffers die geen slachtoffer meer zijn. Zal mijn Nederlandse inborst zijn. Mijn behoefte aan reflectie. Niets zo mooi als een patiënt die duidelijk aan de verpleegkundige vertelt hoe hij behandeld wil worden. Daar maakte ik al training over in Nederland.
Dus ga ik samen met Gretta op zoek naar verhalen van mensen die gender based-violence hebben meegemaakt en die willen vertellen wat hen geholpen heeft.  Welk gedrag helpt? Welke praktische hulp is nuttig? Ik wil dat die lokale leiders naar de “slachtoffers” luisteren in plaats van over ze te moraliseren. Ik wil ook graag van ze horen welk gedrag ze vreselijk vinden en wat hun niet hielp.

Respect voor de slachtoffers

Ter voorbereiding van ons filmavontuur heb ik een lang gesprek met Gretta, over privacy. Ik stel haar voor dat we de mensen van achter kunnen filmen, of hun gezicht onherkenbaar kunnen maken. Ook stel ik dat ik niet zo geïnteresseerd ben in alle nare dingen die ze meegemaakt hebben, maar vooral in hoe ze er bovenop komen en wat hen helpt.
Allemaal aardige gedachten van mij, maar Gretta, ons jongste maatje moet het werk doen. Zij spreekt Kinyarwanda, ik niet. Hoeveel kan ik bijdragen?

We krijgen vijf “cases” aangeleverd en gaan we op stap. Zoals gebruikelijk blijkt er nogal wat lucht te zitten tussen wat ik wil filmen en waarvoor mensen op de film willen. We hebben de cases via de “women spaces” een soort blijf van mijn lijf huizen. De “cases” zijn opgebeld dat ze moeten komen voor een filmploeg, zonder verder veel uitleg over hoe en wat. De dames en een enkele heer verschijnen braaf.

Privacy: hoezo? Ze gaan allemaal vol op de film met naam en toenaam. Het zijn plattelands mensen zonder veel kennis van Zuckerberg en internet filmpjes die je kunnen achtervolgen. Gloeps.
Met enige reflectie praten over wat je overkomen is? Nee hoor, het is ze net overkomen, ze hebben zich gemeld en ze praten erover. Praten doen ze in geuren en kleuren! Ze zijn boos of zeer verdrietig. Op hun man, ex-man of op hun vader.

Gretta doet de interviews in het Kynyarwranda. Ik bedien de camera en gis naar het verhaal. Maar het is wek duidelijk dat het geen leuke verhalen zijn, af en toe zie ik Gretta’s gezicht vertrekken. De verhalen ze gaan grotendeels over gewelddadige echtgenoten, tweede vrouwen en de armoede van het in je eentje kinderen opvoeden. Gewoon over dezelfde dingen die er in Nederland ook gebeuren.

Hebben we nu video’s met lessen voor de dorpshoofden? Gretta moet de stukjes nog knippen en de ondertiteling er nog onderzetten, maar ik vrees het ergste. Daar gaat mijn bijdrage.

Napraten

Later ga ik met Gretta er nog een rustig voor zitten. Wat is de positie van de vrouwen die we gefilmd hebben? Ze zijn weg bij hun man, maar ze zijn niet gescheiden. Hoe zit dat dan? Waarom scheiden ze niet. Scheiden kost geld? Wat is het voordeel van getrouwd blijven? Hoe zitten de alimentatie wetten in elkaar in Rwanda? Dat weet Gretta niet. Moet ik daar weer over gaan lezen.

De vrouwen vertelden op de video dat ze terecht kwamen bij de dorpsoudsten die mediator zijn in dit soort zaken. Die dorpsoudsten zijn meestal mannen op leeftijd met een traditionele en religieuze overtuiging. Ze roepen de twee partijen op, horen de verhalen aan, bemiddelen wat en laten een van de twee partijen beloven om het nooit meer te doen. Desnoods krijgt de andere kant ook een vermaning mee. Ik weet niet of ik me gehoord zou voelen in zo’n situatie.

Kortom, waar heb ik me nu weer in begeven? Hoezo denk ik dat ik kan bijdragen? Ik raak van de ene puzzel in de andere. Ik begon met een mooi lijstje van 8 punten en nu ben ik zwaar cultureel verdwaald. De verandering van verhoudingen tussen mannen en vrouwen, wat een onderwerp om aan te willen bijdragen.

De klap op de vuurpijl

We hadden Kinyarwanda les vandaag. Denyse, onze lerares vertelde over groeten.
Je wenst een man: veel kinderen, veel koeien (rijkdom) of vrede van God.
Je wenst een vrouw: een man (macht in je huishouden), veel kinderen, veel koeien of de vrede van God.
Je wenst een man nooit een vrouw. Want een vrouw telt niet in de Rwandese traditionele cultuur.

Mijn eigen man

Jan Willem begon heel hard te lachen. Wat een onzin riep hij. Iedere man wil een goede vrouw!
Mijn man heeft geen last van cultureel verdwalen.




(1) Nu ik dit schrijf denk ik, wat is gender based-violence in het Nederlands? Google geeft geslacht gerelateerd geweld. Hmmm. Niet zo’n mooie vertaling