Wat doe je in
tijden van Corona in je vrije tijd? Veel thuis zitten en je vervelen, maar soms
is er iets leuks. Op Zaterdag 20 juni werden we gebeld door Maaike, een
vriendin van ons die hier voor Birdlife International werkt. Of we zin hadden
om met haar man, Ian, op zondag vlinders te gaan vangen in Nyamata. Nou, dat
wilden we wel, want dat hadden we nog nooit gedaan.
Ian is een Brits /Ierse lepidopteroloog (vlinder deskundige). Hij woont al 50 jaar in Afrika doet zijn hele leven al onderzoek naar vlinders. Hij kan er mooie verhalen over vertellen. Zijn specialiteit is de “African Queen” of African Monarch (Danaus Chrysippus), een vrij gewone vlinder hier, maar een met een vreemde eigenschap: de meeste vrouwtjes zijn geinfecteerd met een bacterie die ervoor zorgt dat de mannelijke eitjes niet uitkomen. De vrouwelijke jonge rupsjes eten hun ongeboren broertjes op en worden daar extra sterk van. De bacterie plant zich voort via die vrouwelijk lijn. Grappig genoeg zijn er altijd nog genoeg ongeinfecteerde vlinders en een paar mannetjes kunnen de hele vrouwelijke bevolking insemineren. Dus ondanks de verwoestende aanslag op het mannelijk deel van de bevolking, vliegen ook nog steeds mannelijke African Queens rond.

Zondagochtend om
zeven uur werden we opgehaald en reden we naar het zuiden. Onze bestemming
bleek een prachtig ongerept stuk land van zo’n 5 hectare dat is gekocht door
een Australische dierenarts en dient als hondenasiel. Toen we aankwamen werden
we omringd door een stuk of twintig alleraardigste voormalige straathonden. Naar
later bleek hadden ze de gemene exemplaren opgesloten in een aparte kennel.
Ian laade zijn
landcruiser uit en daar kwamen niet alleen vlindernetten uit, maar ook drie
comfortabele stoelen en een opklaptafeltje. Gerry had de thermoskan met koffie
meegenomen.

Vervolgens deelde hij de
netten uit aan de plaatselijke jeugd, die ons in blijde verwachting stond op te
wachten. Ian kwam hier duidelijk niet voor het eerst en zij wisten precis wat
hij zocht. Binnen no time waren ze allemaal vertrokken met een vlindernet.
Wij
klapten onze stoelen en tafeltje uit onder een erg Afrikaans acacia boom en hoefden
slechts te wachten tot de vlinders werden aangedragen. Ik weet niet waarom,
maar mij bekroop een heel koloniaal gevoel.
Misschien omdat ik mij erop had ingesteld zelf achter vlinders te moeten
aanrennen.
Ik heb het wel
even geprobeerd, maar dat bleek nog een hele kunst en niet ongevaarlijk. Je
moet heel snel zijn en voor je het weet verstuik je een enkel in het ongelijke
terrein. Die jongens waren er duidelijk veel handiger in dan ik en bovendien kregen
ze een dubbeltje voor elke goede vlinder die ze vingen en ik wilde ze
natuurlijk ook het brood niet uit de mond stoten 😉 .
Een gevangen
vlinder bleek niet in een doosje bewaard te worden, maar in een plastic
envelopje. Als je ze koel houdt kunnen ze lang zonder zuurstof volgens Ian en
zo beschadigen ze zichzelf niet.
Hoewel het vlinders
vangen dus een minder sportieve bezigheid bleek dan ik had gedacht, was het wel
interessant. Mijn wereld in Rwanda en mijn motivatie om in Afrika te werken is “helpen
het land te ontwikkelen”. Daar lijkt ook iedereen mee bezig hier en dat blijkt
dan vaak ook nog eens verdomd lastig.
In die context
kwam Ian’s onderzoek naar vlinders me voor als iets futiels, een soort
hobbyisme van een excentrieke Brit. Maar
dan zie je waar een goed gesprek onder een paraplu-boom goed voor is.
Op
mijn vraag naar het maatschappelijk nut van zijn onderzoek antwoordde Ian
onverstoorbaar: “Om te beginnen geloof ik niet dat er zoiets bestaat als
onnutte kennis. Je weet nooit waar het goed voor is wat je ontdekt. Wij zagen
dat fenomeen van ‘male-killing’ bij de Monarch vlinder en ontdekten dat het
kwam van een bepaalde bacterie. Toen wij dat hadden gepubliceerd, dacht een
andere wetenschapper die met malariamuggen werkt: hé, zou ik die bacterie ook niet kunnen inbrengen bij malariamuggen en zo hun voortplanting verstoren? Dat bleek niet te werken, maar doordat hij
ermee aan de gang ging ontdekte hij wel een andere bacterie die muggen immuun
maakt voor de malaria-parasiet, zodat ze die niet meer kunnen overbrengen op de
mens. En daar zijn ze nu grootschalige proeven mee aan het doen die er
veelbelovend uitzien.
En ten tweede heb
ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw in Kenya met mensen gewerkt die moesten
verhuizen omdat er een nieuw wildpark werd gesticht. We hebben toen met hen een
cooperatie opgezet om bepaalde vlinders, die bij het park veel voorkwamen, te
vangen en te laten “poppen”. Die poppen exporteerden we dan naar vlindertuinen
in Europa en de Verenigde Staten die in die tijd enorm in opkomst waren. Die cooperatie
bestaat nog steeds met datzelfde business model. Over de afgelopen dertig jaar
hebben de leden daar ongeveer 8 miljoen Euro aan over gehouden. Dus
maatschappelijk nut? Ik streef er niet perse naar, maar ja, dat heeft het toch
wel gehad hoor.”

Knock out. Wat een geweldige verhalen! Ik kreeg bijna zin om te gaan promoveren. Maar ja, toen kwamen die jongens terug met maar 8 vlinders, waarvan maar twee vrouwtjes. En die vrouwtjes, daar is het Ian om te doen. “Een beetje teleurstellend” vond Ian. “Nou moet ik volgende week weer hier naar toe.”
Ik denk dat ik toch maar gewoon e-learning
blijf maken....
Jan Willem Eggink
Jan Willem Eggink