Wij hebben weer een opdracht waar we van alles van leren. Digital literacy. Waanzinnig onderwerp.
Heb jij het idee dat je digitaal geletterd bent? Ik dacht zelf altijd van wel. Immers, ik zit de hele dag achter de computer en verdien er mijn brood mee. Maar laatst dacht ik toch echt even van niet. Het ging zo:
Ik had een woeker polis. Die heb ik in 1997 opgelopen bij een werkgever die folders toestopte met de tekst "Gratis eerder met pensioen." Ik heb er 5.000 gulden ingestopt. Het zou belasting voordelen hebben maar mijn geld werd opgegeten door Delta Loyd. Ik heb me er bovenmatig over opgewonden en eindeloos correspondentie over gevoerd. Nu wordt ik dit jaar 60. Ik kreeg derhalve e-mailtjes dat hij zou gaan uitbetalen. Maar, ik zou er alsnog 70% belasting over moeten betalen, tenzij ik hem om zou zetten naar een lijfrente product bij een andere verzekeraar tot mijn persioengerechtigde leeftijd. Inmiddels was de polis van de ASR. Ik heb een nieuwe verzekeraar gezocht. Dit klinkt nog simpel.
Maar ASR heeft zo’n super beveiligde site. Dus je kunt niet gewoon inloggen om iets te doen, nee, je krijgt een controle sms. Maar natuurlijk niet op een Rwandees telefoon nummer. Dus twee simkaarten in de telefoon en dan omschakelen naar het Nederlandse nummer om de code op tijd binnen te krijgen en dan inloggen op de ASR site. Waar staat het polis nummer? Per ongeluk uit gelogd. Opnieuw. Opnieuw de sms code. Of was dat de vorige? Lukt niet. Grrrrrr. Opbellen naar Nederland. WhattsApp bellen kan niet naar een vast nummer. Skype heeft mijn beltegoed opgegeten. Met JW zijn telefoon, want die heeft nog Skype krediet.
“Is dit nummer waarmee u belt, het telefoonnummer voor de sms-jes?”
“Nee!!!!!!”
“Ik zet een overdracht formulier voor u klaar op de site”, zegt de vriendelijk meneer.
“Nee, niet die site!” roep ik nog. Te laat. Grrrrrrrrrrr.
Er staat geen formulier klaar op die site. Nergens niet. Het klant contact centrum. Maar dan moet je je polis nummer weten. Grrrrrrrrrrrrrrrr. Zwetend en vloekend zit ik achter de computer. Hoe het verder ging, hebben jullie vast ook wel eens meegemaakt.
Zijn die systemen klantonvriendelijk? Of ben ik een oen?
Digital literate in Rwanda
overal gezellige kantoortjes met een mevrouw en een boekje met een carbon papiertje. Je betaalde je waterrekening met echt geld, kreeg een bonnetje en het was klaar. Vroeger? Dat was toen we hier aankwamen zes jaar geleden. Al die bonnetjes schrijvers zijn afgeschaft. Rwanda wordt in razend tempo digitaal. Je betaalt je waterrekening met mobile money, doet je visum aanvraag online, opent met je Nokia een pensioenspaarrekening en nog zo wat. De systemen zijn niet per se beter of slechter dan in Nederland. Soms gaat het verbazend soepel en soms spring je uit je vel.
Maar, er is een groot verschil. In Rwanda heeft slechts 17% van de bevolking toegang tot het internet. Ik meen me te herinneren dat 47 % van de bevolking, ondanks het doorlopen van de lagere school, eigenlijk niet goed kan lezen en schrijven. Dus het is natuurlijk wel een dingetje om alle bonnetjes schrijvers af te schaffen. Er is een heel groot percentage van de bevolking die niet mee kan in het digitale. Dat heeft de Rwandese overheid ook door en daarom hebben ze Digital Ambassadors ingesteld. Die zullen de bevolking leren digitaal te zijn.
Het doet me denken aan mijn Ome Kees die als vrijwilliger ouderen les gaf over het omgaan met de OV-chipkaart.
Onze opdracht
Wij moeten lesmateriaal maken voor de Digitale Ambassadeurs. Geweldig. We krijgen een inkijkje in hoe het volk digitaal gaat worden.
Let op, we hebben de opdracht vanuit een Europees land. Dat land heeft zich ten doel gesteld om een giga e-learning platform in elkaar te zetten, waar allerlei Afrikaanse landen hun digitale lesmateriaal op zouden moeten gaan stallen.
Die digitale ambassadeurs blijken werkeloze jongeren te zijn, die een vrijwilligers vergoeding krijgen. Er is een heel selectie proces, want er zijn ambitieuze werkelozen genoeg in Rwanda. “We doen het zo om te voorkomen die al die werkelozen opstandig worden.” vertrouwde iemand van de overheid me toe.
Les observatie is de volgende stap.
Ik ben te gast
bij Jean Claude aan de rand van Kigali. Nou ja, aan de rand? Hemelsbreed op
twee kilometer van de boom waaronder deze mensen les hebben, ligt de modernste
bioscoop van Kigali en de nieuwe escape room. De mensen op de foto zijn lid van
een spaargroep. Na de spaargroep vergadering krijgt Jean Claude het woord en
vertelt hij ze over de verschillende overheidsdiensten die via je telefoon te
bereiken zijn.
Ik vraag ze te poseren met hun apparaat. Van de 45 aanwezigen hebben er drie een smartphone. Er blijken er ook twee te zijn met een e-mail adres. “Oh, ja wat dan?” vraag ik. Dat leidt tot veel gezoek en gedoe, maar uiteindelijk blijkt iemand zijn gmail adres ergens opgeslagen te hebben in zijn feature phone. "Wanneer voor het laatst op de email gekeken?" Die vraag leidt tot vage glimlachjes.
Kortom, er is zeker sprake van een digital kloof. Het is echt goed van de Rwandese regering dat ze daar wat aan proberen te doen. Wij doen mee.
Ik schrijf een
prachtig rapport met mijn bevindingen. Ik stel de opdrachtgever voor dat we het vervolg zo aanpakken: iedereen die op les komt moet zijn apparaat
meenemen, en dat gaan we gebruiken. We geven de Digitale Ambassadeurs wat didactische handreikingen, en
we maken posters met een vraag en antwoord systeem. De digitale ambassadeurs
nemen dan op een gestructureerde manier allerlei digitale diensten door, gevolg
door oefeningen met het apparaat om het ook praktisch te
maken. Daarna doen we nog een rondje discussie over de voor en nadelen en waar de digitale wereld heen gaat.
Strak plan.
Ai ai, buiten het hoofdkantoor gerekend. “Posters? Met tekeningen? Hoe kom je erbij? Onze steun is digitaal.” Na vreselijke spraakverwarring blijkt dat zij zich het als volgt voorgesteld hebben: de digitale ambassadeurs krijgen een box. Ze krijgen een Raspberry Pi computer die werkt als een lokale server. In hun rugzak zitten ook een stapel tablets die ze uit kunnen delen aan de leerlingen. Die maken dan verbinding met de server, waarna ze online toegang hebben tot het cursus materiaal.
“Onder de boom? Met tablets?” probeer ik. “Is dat niet wat omslachtig? Die digitale ambassadeurs moeten soms twee uur lopen voordat ze bij hun cursisten zijn. Dan moeten ze sjouwen met al die spullen. En die dames van de spaargroep hebben nog nooit een tablet in hun handen gehad.”
Nee, de jonge dame van het hoofdkantoor die nog nooit in Rwanda is geweest, weet het zeker. Hun steun is digitaal en ze hebben geen geld om posters te laten drukken. Dat valt niet binnen hun mandaat. Het is ook trouwens niet de bedoeling dat wij het volk leren om al die diensten te gebruiken, het gaat meer om digitale geletterdheid in het algemeen. Zo van cybersecurity en digitaal pesten enzo.
Ik was verbijsterd. En ik was niet de enige. Nadine, onze jongste aanwinst stond na de Zoom vergadering te stampvoeten. “Dit gaat niet werken, dit gaan niet werken, dit gaat niet werken” riep ze alsmaar.
Dus nu hebben we plan B bedacht dat we stiekem gaan uitvoeren terwijl het hoofdkantoor denkt dat we plan A uitvoeren.
Digital literate zullen we worden!
Ome Kees zou het met goedkeuring bezien.