zaterdag 11 maart 2023

 JW wordt 65: feestje..., naar de gevangenis... , met pensioen..., of toch niet?

Feestje

4 Januari werd ik 65. Reden voor een feest, vonden we. Maaike Manten en Sheilagh Neilson, twee goede vriendinnen van ongeveer mijn leeftijd die ook rond die tijd jarig zijn, wilden ook graag een feestje. Dus werd het een feest van drie bij ons thuis. Sheilagh bleek een Syrier te weten die lekkere Mediterane maaltijden maakt en ik sprak mijn contacten bij SKOL aan, de Belgische bierfabriek (30% marktaandeel in Rwanda) die Heineken (70% marktaandeel) het leven zuur maakt. Ik help als huis consultant SKOL met de ontwikkeling van hun Training & Development Department. Een leuke klus waar ik al meer dan een jaar een à twee dagen in de maand mee bezig ben. 

 Eten, bier, wat heb je nog meer nodig voor een groot feest? Muziek! Terry, die een maand bij ons logeerde maakte een playlist. Daar was ze druk mee, want Maaike en Sheilagh bleven maar nummers ophoesten. Appjes om drie uur ‘s nachts dat Prince of ABBA er ook op moesten. Het werd een hele lijst met gouwe ouwe, waarvan ik de helft niet bleek te kennen. Ik ben niet zo van de muziek...

En dan de gasten natuurlijk. Het lijkt leuk, een feest geven met drie mensen, maar het is ook een beetje gek als je de helft van de mensen die op jouw feestje rondlopen niet kent. Als goede trainers hadden wij trucs bedacht om mensen met elkaar in contact te brengen. Ze konden schilderen, er was een quiz over de drie feestvarkens, wat kennismakings spelletjes en natuurlijk de dansvloer! Ondanks een wat stroef begin, voornamelijk veroorzaakt door de bijzonder mediterane tijdsopvatting van de cateraar, werd het uiteindelijk toch een heerlijk feest.  

Het schilderen bleek erg populair. Mensen konden, net als bij onze bruiloft destijds, een mini-schilderijtje maken op een opgespannen doek dat in vierkantjes was verdeeld. Wonderlijk dat zo’n verzameling zeer uiteenlopende plaatjes toch een harmonieus resultaat oplevert.  Ik word vrolijk als ik ernaar kijk.

 

 

Rechtbank

Toen gebeurde er nog iets heel anders. Ik werd gebeld door de rechtbank en gesommeerd op 31 Januari 2023 te verschijnen vanwege een ongeluk dat ik 18 November 2021 had veroorzaakt en waarbij een motorrijder gewond was geraakt.  Ik had de hele zaak al achter me gelaten; mijn verzekering had keurig alle schade, medische kosten en leed tot en met enkele weken inkomensderving van de motorrijder betaald. De goede man sprong alweer bijna een jaar kerngezond rond.  En toch nu dit...

Het was een stom ongeluk. De motorrijder haalde keihard een auto in die inhield om mij de gelegenheid te geven vanuit een benzinestation de weg op te komen. Ik zag hem niet aankomen en hij mij niet. Pats, boem onder mijn auto. Ik schrok me rot en was gaan roepen om een ambulance. “Weet je dat wel zeker?” vroeg een omstander nog.  Op dat moment begreep ik die vraag niet. Nu wel.

Als er een ambulance bij een verkeersongeluk komt, dan wordt het opeens een misdrijf en wordt de “dader” vervolgd voor “unintended bodily harm” door de openbaar aanklager.  Dit ontdekte ik in de weken na het ongeluk, toen de politie maar bleef treuzelen om mij mijn rijbewijs terug te geven. Drie weken en vier bezoeken aan het politiebureau verder, bleek dat ze mijn rijbewijs inmiddels doorgestuurd hadden naar de openbaar aanklager van de lagere rechtbank.  Daar werd ik neergezet op een lange bank in een donker gangetje waar allemaal opgeschoten jongeren met handboeien in bedwang werden gehouden door een grimmig uitziende politieman met karabijn. Na een uurtje wachten was ik aan de beurt. De openbaar aanklager bleek een keurige mevrouw die hield van een directe benadering. “Wil je de gevangenis in of een boete betalen?” was het eerste dat ze zei. Dat was het moment waarop het tot mij doordrong dat dit weleens een lastiger traject zou kunnen worden, dan gedacht.  “Eh, maar dit is toch een heel alledaags soort ongeluk dat meerdere keren per dag in Kigali gebeurd en geen misdrijf? Vroeg ik.  Zonder veel te zeggen pakte ze het wetsartikel erbij wat volgens haar van toepassing was: “unintended bodily harm” gestraft met een boete van minimaal 500,000 RWF (450 Euro) en/of minimaal 2 maanden gevangenisstraf.

 “Doet u mij de boete dan maar” zei ik met een klein stemmetje.  En zo geschiedde. Eind 2021 betaalde ik en kreeg mijn rijbewijs terug met de verzekering dat de zaak hiermee was afhandeld.

En nu moest ik dus toch alsnog voorkomen.... Ik belde een Engelse vriendin die hier al jaren woont of ze dacht dat ik een advocaat moest inschakelen. Opgewekt vertelde ze me dat dat waarschijnlijk geen zin had. Zij bleek admin te zijn van een WhatsApp groep “shitty lawyers” en diste de ene na de andere horror story op over corrupte en incompetente advocaten.   Wel wees ze me op het bestaan van het pas gelanceerde online IntegratedElectronic Case Management Systeem van het ministerie van Justitie.  Daar kan je zelf je hele dossier inzien en zelf ook bewijsstukken uploaden. Super cool! 


 Naar de rechtbank dus om toegang te krijgen tot het IECMS. Het gerechtsgebouwtje deed me denken aan een plattelands gezondheidspost, waar ik heel vriendelijk geholpen werd door de receptioniste, die mij toegang gaf tot het systeem.  Toen ze hoorde dat ik al een boete betaald had, zei ze dat het waarschijnlijk een administratieve fout betrof, maar dat de molens van de rechtspraak in gang waren gezet er niets anders opzat dan te verschijnen op die hoorzitting.  “Wel een tolk meenemen hoor!” zei ze nog. Alles gaat hier in het Kinyarwanda.

Gelukkig had ik destijds een scan gemaakt van mijn bewijs van betaling van die boete. Die kon ik nu mooi uploaden als bewijsstuk.

De hoorzitting was in een soort afgetrapt schoollokaal met een podium waarop de twee rechters plaatsnamen. Jonge vrouwen nog, keurig in toga en “all rise!” toen ze binnen kwamen. Ik had Nehemie meegenomen als tolk. Tot zijn schrik moest hij zweren “zo helpe mij God almachtig!” dat hij getrouw zou vertalen, aangezien hij geen beedigde tolk is. En alles ging verder in het Kinyarwanda. De aanklager, ook een vrouw, las het politiedossier voor en eiste toen 500,000 RWF boete plus 2 maanden gevangenisstraf! Dat was wel even schrikken! “Heeft u nog wat ter verdediging aan te voeren?” Vroeg de rechter.  Ik vertelde dat ik al een boete had betaald en dat ik daarbovenop twee maanden gevangenisstraf wel een beetje veel vond voor een alledaags ongeluk.  “OK, uitspraak over vier dagen, volgende zaak...” En toen stonden we weer buiten.

Na vier nachten slecht slapen kwam de verlossende uitspraak in het IECMS systeem: 500,000 RWF boete, reeds betaald. Einde case.  Geweldig land dit.

Pensioen

En dan mijn pensioen. Sinds Januari 2019 ben ik werknemer van Three Mountains Learning Advisors en betaal ik pensioenpremie aan het nationale pensioenfonds, de Rwanda Social Security Board.  Daarvoor was ik ZZPer. Met 65 kan je met pensioen en mensen die minder dan 15 jaar premie hebben betaald, kunnen hun gespaarde pensioen premie terugkrijgen als lump-sum.

Dat leek me wel iets om uit te proberen.  Als je je Rwandese telefoonnummer nummer intikt krijg je na twee-weg verificatie op de hypermoderne website van de RSSB een volledig overzicht van alle premies die je ooit betaald hebt en wat je totale premiebijdrage tot nu toe is. Echt mooi gedaan en super transparant.  Nu nog die 7,333,333 RWF uit dat systeem krijgen.

 

Rechtsonder zit een knop “click here to claim”, maar als ik daarop klik gebeurt er niks. Dan maar bellen. Ik blijk een brief te moeten schrijven en die komen brengen (er is hier geen postbezorging) met een kopie van mijn paspoort en van mijn geboortebewijs. In Assen, waar ik geboren ben, kan je je geboortebewijs online aanvragen. Kost wel €15 en ze sturen het alleen per post op. Post naar Rwanda doet er minstens een maand over. Als er na zes weken nog niks is aangekomen, bel ik naar Assen: tweede poging, met het verzoek om het naar ons correspondentieadres in Amsterdam te sturen. Zullen ze doen, maar wel weer even opnieuw aanvragen voor €15. Een paar dagen later sturen onze vrienden in Amsterdam, Jos en Ineke, een scan naar Rwanda.  Op naar de RSSB! Ik word zeer vriendelijk te woord gestaan door een ambtenaar die zegt dat ik mijn geboortebewijs nog moet laten verifieren door de Nederlandse Ambassade. Maar als hij ziet dat ik ook een Rwandese Identiteitskaart heb, zegt hij dat ik dat geboortebewijs uit Assen helemaal niet nodig heb.  RSSB neemt ook genoegen met een Rwandees bewijs van in leven zijn dat ik kan aanvragen via IREMBO, het digitale overheids betalingssysteem.  (Had dat eerder gezegd, grrrrr!).

Behulpzaam loopt hij even mee naar de hoek van de straat, waar een IREMBO agent zit. Voor 1000 RWF (80 eurocent) print de goede man een bewijs van in leven zijn voor mij uit. 

Net als ik denk dat nu alles is geregeld, constateert de behulpzame RSSB ambtenaar dat de naam van mijn vader en van mijn moeder niet zijn ingevuld. Die zitten kennelijk niet in het systeem. Zonder hun namen, geen pensioenuitkering. Hij verwijst me naar het NIDA, het National Identification Agency aan de andere kant van de stad. Daar kunnen ze de namen van mijn ouders toevoegen aan het systeem. Daar aangekomen blijkt dat ik als buitenlander niet bij het NIDA, maar bij de immigratie dienst moet zijn. Immigration is een van de best werkende diensten in Rwanda. Alles is strak en efficient georganiseerd, maar ik blijk wel weer een brief te moeten schrijven én alsnog mijn geboortebewijs uit Assen te moeten toevoegen, waar inderdaad de namen van mijn vader en moeder op vermeld staan.  Ze hebben gezegd alles in orde te zullen maken, dus daar vertrouw ik dan maar op.

Inmiddels is het Maart en heb ik besloten dat ik toch maar niet met pensioen ga. Teveel gedoe. Ik wilde toch al blijven werken tot we over vijf jaar terug gaan naar Nederland en volgens de behulpzame ambtenaar van de RSSB, zijn hun systemen niet berekend op werknemers boven de 65 die geen pensioenpremie meer afdragen. Zolang ik een salaris ontvang van Three Mountains, moet het bedrijf pensioenpremie voor mij inhouden en afdragen. Dan maar op mijn 70ste met pensioen!   

Jan Willem Eggink

maandag 2 januari 2023

E-cursussen voor vintage automonteurs in Rwanda om de Wereldbank te lokken

 Lieve mensen,

Jaar wisselen doet terug kijken en oordelen. Wat was het waard dit jaar? Wat hebben wij zoal beleefd?

Dit jaar hebben we elearning voor automonteurs gemaakt die sleutelen aan vintage fossiele brandstof auto’s, die de Wereld bank moet lokken om te investeren in elearning voor beroepsopleidingen. Dat is een hele prestatie toch? En we zijn er nog goed voor betaald ook.

Dit is misschien wat veel in een keer. Laat me het verhaal stap voor stap vertellen. 

Voorjaar 2022 wonnen we een tender voor het maken van lesmateriaal voor studenten automonteur. Nou claimen we altijd dat we ieder onderwerp kunnen ver-e-en, maar dit was wel een wilde gooi. Enigszins besmuikt begonnen we aan deze opdracht.

Het volk waarmee we moesten werken was erg leuk. Monteurs. Recht door zee. Sleutelaars. Praktische mannen (er was geen vrouw bij) die lesgeven aan andere mannen. Bij de studenten hebben we één vrouw ontdekt. Het moest gaan over vier onderwerpen: motor onderhoud, de uitlaat, olie en smering, en koeling.  Aan het begin van het project hebben we wat bezoekjes gebracht aan de vier monteursopleidingen. We ontdekten al spoedig dat er op die beroepsopleidingen helemaal geen internet is, en ook geen klaslokalen met computers. Wat moeten ze dan met zelf-paced elearning? Nee, daar moesten we niet teveel vragen bij stellen. Het ging over de toekomst. Dan zal er internet zijn.

 Veel bazen met belangen

De baas van de ICT afdeling van de overkoepelende beroepsopleidingen kwam zich met ons bemoeien en ook degene die het elearning beleid maakt. We moesten goed ons best doen en iets moois maken want vele ogen zouden op ons gericht zijn en het project moest lukken. We waren een pilot project. “Zullen we niet iets maken over de toekomst, over elektrische auto’s?” vroegen we nog. Nee, dat hoefde niet. In Rwanda waren voorlopig nog wel genoeg benzine en diesel auto’s. 

Lecture notes

De beroepsopleidingen hebben een leerplatform, daar zijn ze heel trots op. In de corona tijd moesten alle docenten daar hun lesmateriaal opzetten. Docenten hier hebben nooit boeken. Ze grabbelen rijp en groen van het internet en zetten dat in eindeloze PowerPoint presentaties die ze woord voor woord voorlezen. “Lecture notes” heet dat, en studenten op een beroepsopleiding of op de Universiteit krijgen daar eindeloze stromen van te verwerken. Er zwerven dus van die lecture notes op dat leerplatform, maar de eerste serieuze interactieve elearning zou van ons gaan komen. Okay.

We hebben de lecture notes van de docenten opgevraagd en omgewerkt met behulp van het internet tot samenhangende verhalen. Het internet blijkt helemaal vol te zitten met filmpjes van Indiërs en witte mannen (we hebben één vrouw gevonden die uitlegde hoe je een radiator monteert) die zuigers en verbranding demonstreren, pakkingen vervangen, uitleggen hoe je slijtage in een oliepomp beoordeelt en nog zo wat. Daar hebben we allemaal stukken uitgeknipt en op volgorde gezet, keurig met bronvermelding.

Twee keer hebben we twee dagen vergaderd met een delegatie van de docenten automonteur. Geweldig vonden ze het. Voor het eerst kwamen de vier opleidingen bij elkaar, en hoorden ze van elkaar hoe ze werken. Ze mochten commentaar leveren op wat we gemaakt hebben, en hun conclusie was: er moesten nog meer filmpjes in. Jan Willem, Ineza, Adbudkalim en Nehemie deden nog een ronde over het internet, en ja hoor, nog meer prachtige filmpjes. Ik deed de kwaliteitscontrole en als ik het niet snapte moest het overnieuw. Het filmpje is gemaakt door Adbulkalim.



Op de tweede bijeenkomst was de stemming eerst opperbest. Het was prachtig geworden vond iedereen. Maar toen Jan Willem iedere opleiding vroeg hoe ze dit nou gaan gebruiken sloeg de stemming om. Jan Willem was namelijk even vergeten dat ze het helemaal niet kunnen gebruiken, ze hebben immers geen internet en geen computers voor hun studenten. De elearning opperbaas kwam tussenbeide. We waren mooi op tijd klaar met het project want volgende week kwam een delegatie van de Wereldbank op bezoek. Die ging hij een project van 400 miljoen dollar voorleggen met veel elearning erin. En ons project is het bewijs dat Rwanda het kan, elearning maken. En dan gaat de Wereldbank dat betalen, voor de toekomst.

De monteurs zaten er sippig bij te kijken en begrepen het niet helemaal. Ze vonden vooral dat ze meer training nodig hadden. Ze wilden nu ook elearning maken. Ze hebben zelfs gezamenlijk een tamelijk onleesbare verklaring opgesteld waarin ze daarom vroegen. Uit de lecture notes hadden we al opgemaakt dat ze eigenlijk geen Engels kunnen, ze kopiëren letterlijke teksten. Maar toen ze een gezamenlijke verklaring schreven, bleek waarom ze zo van filmpjes houden. Dan kan je zien wat er gebeurt zonder dat er taal aan te pas komt.

Jan Willem vond het zo sneu dat hij de docenten beloofd heeft dat ze het materiaal ook in een PowerPoint krijgen. Dus hebben we alle interactieve elearning vragen weer terug gekopieerd in ongeveer 400 slides. We produceren nu ook lecture notes, maar wel met video’s. Hopelijk kunnen die docenten ergens een projector vinden om de slides te vertonen aan hun studenten.

 

Ik vertelde over het project tegen Rini die hier op bezoek was. “Wat leuk dat er eindelijk een vrouw is met wie ik over auto’s kan praten” zei hij.

Ach ja. Het waren leuke mannen, die docenten van de monteursopleiding. Wars van bureaucratie en lekker praktisch. Ze hebben nu toch iets beters dan een half jaar geleden. En wij hebben bijgedragen om geld van de Wereldbank te krijgen. Voor 400 miljoen dollar kan je wel wat doen.

En als het internet eenmaal gearriveerd is, dan is de elektrische auto dat waarschijnlijk ook. Dan hebben wij een vintage cursus op de plank liggen.

Een goed 2023 voor jullie allemaal, en ik wens jullie veel bijzondere projecten.

Gerry van der Hulst