donderdag 17 oktober 2024

Sociale zekerheid - vervolg

Het voornemen om regelmatiger te schrijven gaat lukken. Dit is blog twee van dit jaar. Ik ga nog even door met de sociale zekerheid en het sociaal register. Zie mijn vorige blog.

Het sociaal register (de data base met up-to-date sociaaleconomische data om te bepalen wie er arm is) vaart langzaam naar de afgrond, zoals verwacht. Die database komt niet echt van de grond. Dus we kunnen er ook geen goed leermateriaal over maken. En, als iets niet goed is, ontstaat er altijd aanpalend gedoe. Wij moeten een reclamespotje voor de radio en twee filmpjes maken. Over de tekst hebben we eindeloos vergaderd. Ik stel altijd voor om concrete praktische boodschappen te verkopen: “Het systeem bevat data voor de armoedebestrijding.” “ Nee,” zegt het Ministerie van Binnenlandse Zaken dan, “Het systeem is voor iedereen.” Wat dat betekent weet ik niet, het systeem is in ieder geval niet voor mij.

Uiteindelijk kregen wij een script van het Ministerie. Zo moest het worden en niet anders: een dialoog tussen twee dames die het o-zo leuk vinden om via hun telefoon in het systeem te kijken of hun gegevens er wel goed inzitten. Want het systeem is voor iedereen. Nou ja, onze opdrachtgevers, de Duitsers hebben zich erbij neergelegd en ik uiteindelijk ook. Wij braaf aan de slag met dat script. Onze Christella kan goed audio inspreken, dat lukte. Maar het moest een geanimeerd filmpje worden. 

Het Ministerie vond dat allebei de dames op het filmpje, een telefoon in hun hand moesten hebben.

Maar onze software bleek niet te kunnen, een pratende dame animeren, die tegelijkertijd iets op haar telefoon doet. Het upgraden van de software kostte meer dan we voor het filmpje zouden krijgen, dus dat was geen optie. Na eindeloos gepuzzel hebben ze ons filmpje afgekeurd. De Duitsers hebben een ander bedrijf in de arm genomen die wel de juiste software had. Dat was niet leuk. De les: ga nooit akkoord met scripts die je niet goed vindt en check heel goed of iets uitvoerbaar is. Wij zijn geen bedrijf dat reclamemateriaal maakt, we maken leermateriaal. Schoenmaker blijf bij je leest.

Dan de Para Social Workers (PSWs) en hun armoede bestrijdings taken; zij zijn geweldig! We hebben een heel systeem voor ze opgetuigd:

  • Een inwerkprogramma van vier dagen voor PSWs
  • Een maandelijkse bijscholingsbijeenkomst van 2 uur voor de PSWs, inclusief intervisie. Hier hebben we 22 lessen voor gemaakt, dus ze kunnen ruim anderhalf jaar vooruit.
  • Twee jaarlijkse scholingsdagen voor de leiders van de bijscholingsbijeenkomsten.
  • Materiaal voor meer dan twee jaar een wekelijkse les voor groepen die de PSWs gaan draaien met hun clienten. We hebben nog 25 lessen gemaakt bovenop het materiaal van 100 WEEKS, dat we al bijgewerkt hadden (zie het vorige blog). Dus het is een soort telefoonboek geworden, helemaal vol nuttige dingen.


We hebben 21 PSWs uitgenodigd om twee keer drie dagen het lesmateriaal te testen. Ze kwamen uit het hele land en kenden elkaar niet. In het begin zaten ze er wat stilletjes bij in die grote stad Kigali, maar toen ze doorkregen dat het echt over hun werk ging en dat zij zelf moesten lesgeven, ging het als een speer. We hebben ze opgedeeld in groepjes en ze moeten allemaal een lesje geven. Ze kregen een papier met daarop de les en een paar uur voorbereidingstijd. Wij zaten achter in de klas te kijken wat er gebeurde en schreven op waar de instructies moesten verbeteren. De lessen zijn uitgeschreven volgens Say-Ask-Do. Ik had daar nog nooit van gehoord. Maar 100 WEEKS heeft al zijn materiaal zo uitgeschreven en het werkt als een trein. Ik moest er even aan wennen. In het begin haalde ik Ask en Do vaak door elkaar. Maar nu kan ons hele team lessen maken volgens dit principe.

Zeg: Vandaag gaat de les over verzekeringen. Verzekeringen zijn belangrijk om minder risico te lopen.

Vraag: Wie kan er een voorbeeld noemen van een verzekering?

Mogelijke antwoorden zijn: een ziektenkosten verzekering, een oogst verzekering, een pensioen verzekering.

Zeg: Dank voor jullie antwoorden. Laten we beginnen bij de oogst verzekering.

Vraag: Wie heeft er een oogst verzekering? Steek je hand omhoog.

Vraag: Kan iemand uitleggen hoe een oogst verzekering werkt?

Mogelijke antwoorden zijn: de verzekering keert uit bij .....

Doen: Maak twee groepen: mensen met een oogst verzekering en de mensen zonder oogst verzekering.

Nou ja, je kan je voorstellen hoe dit verder gaat. In het begin moesten de Para Social Workers effe wennen dat ze niet de mogelijke antwoorden moesten oplezen. Maar na enige uitleg begrepen ze dit ook. Ze bleken verzekerings premies te kunnen uitrekenen, wisten de kinderrechten op te lepelen, hadden verstand van gezonde voeding en weten van alles van spaargroepen. Geweldige mensen. En ze willen het zo graag goed doen. Met het puntje van hun tong tussen de tanden zaten ze kennis op te slurpen en elkaar feedback te geven op hun didactische vaardigheden. Ik ben ontzettend van ze gaan houden.

Maar, die akelige stuurgroep! Slapeloze nachten. Soms was ik hoopvol. Als dit lukt, en 15000 para social workers gaan al die lessen geven, dan doen we echt iets heel nuttigs voor het land. Soms was ik in zak en as. Dan bleken de stuurgroep leden weer niet te begrijpen wat we aan het doen zijn en zaten ze weer te hameren op het feit dat alle armen in het land toch vooral hun maandelijkse huisbezoek moeten krijgen. Alsof dat zou gebeuren als je dat in Kigali bedenkt. De PSWs hadden me inmiddels in vertrouwen gemeld dat ze gewoon huisbezoek cijfers rapporteren die hun bazen willen zien.

Ik heb de groepslessen de Forward! course genoemd. Zo maar, het beestje moest een naam hebben. Als dan plotseling leden van de stuurgroep beginnen over ... de Forward! course dit ... en de Forward! course dat….. kippenvel... het gaat lukken!

Ook die bijscholingsbijeenkomsten zijn wel geland, en zelfs de intervisie. Abdul heeft filmpjes gemaakt over de vergaderorde, waar ons hele team uitgerust met hoofddoeken en allerlei plattelands outfit een intervisie bijeenkomst naspeelt in de schaduw van de grote boom naast ons kantoor. Chris heeft filmpjes gemaakt over open vragen stellen en actief luisteren in plaats van advies geven en tegen mensen preken. De PSWs lagen plat van het lachen, toen ze de filmpjes zagen, maar het werkt wel. Na ieder filmpje moesten ze zelf oefenen in rollenspellen en dat ging best aardig.

En dan de uitrol van het programma. Het Ministerie wil dat via cascading training doen. Dat werkt alsvolgt: wij geven een training aan de staf op nationaal niveau. Ieder van hen traint een stel ambenaren in een District. Die trainen op hun beurt mensen in elke Sector. En deze mensen uit de Sectoren (we hebben het nog steeds over overheidsambtenaren) trainen uiteindelijk de mensen uit de dorpen en de Para Social Workers. Bij iedere cascade verlies je 25% van de inhoud, hoe mooi je het ook opgeschreven hebt. Twee slapelozen nachten. Het gaat nooit lukken en de hele boel belandt ergens in een bureau la.

Dan duikt er tegen het eind van het project ook nog opeens een nieuw stuurgroepslid op. Zij vindt dat wij de opdracht nooit hadden moeten krijgen. Zij vindt zichzelf namelijk de aangewezen persoon om lesmateriaal te maken met de steun van USAID. Ze laat niets na om te saboteren wat we doen. Het Ministerie blijkt twee contracten getekend te hebben voor hetzelfde met zowel ons als met haar. (Nu maar hopen dat Trump wint, lekker veel kort op ontwikkelingshulp en snel die dame wegbezuinigt.) Zie: ik word ook nog racuneus, gemeen en onredelijk.

De stuurgroep becommentariëert iedere letter die we schrijven drie keer en daar doen ze weken over. Behalve dat we ons materiaal telkens moeten bijwerken, moeten we ook een document leveren hoe we het bijgewerkt hebben. Vervolgens lees niemand dat document. Zucht. Het is allemaal veel meer werk dan begroot. Onze betaalde uren zijn al lang op. Wij werken nu gratis en voor niets voor de voortgang van het Rwandese volk en tegen de armoede. Ik leef tussen hoop en vrees. Maar ik hou vol.

Groet, Gerry

Ps. Bovenstaand schreef ik enige tijd geleden. Vandaag, 17 oktober, was de laatste stuurgroep vergadering. Het materiaal is nu officieel goedgekeurd. En mijn tirades tegen cascading training hebben zin gehad, want er werd een plan gepresenteerd waarin er trainers opgeleid zouden worden. Er zijn 76 trainers nodig die 20 weken moeten werken om 15000 PSWs een training van 4 dagen te geven. Dat kost bijna 1.3 miljoen Euro. De dame van de wereldbank en de meneer van UNICEF werden door het Ministerie nadrukkelijk aangekeken. 

Aan het eind van de vergadering gingen ze voor me klappen. Ik was zowaar ontroerd.

donderdag 29 februari 2024

Sociale zekerheid in Rwanda

Beste mensen. Tot mijn verwondering zie ik dat we vorig jaar maar één blog geproduceerd hebben.  Wie weet lukt het dit jaar beter. Daar gaan we.

Er is weer een nieuw werk avontuur: social protection, sociale zekerheid.

De Rwandese overheid wil af van de armoede in het land. Er zijn programma’s opgetuigd met mooie kreten zoals eradicating poverty, waarbij iemand die arm is niet arm heet (poor and vulnerable) maar “graduation candidate” is, iemand die zich blijvend uit de armoede ontworsteld. Voel je het verschil? De Rwandese overheid is heel goed in het stellen van dit soort doelen en het ontwikkelen van de bijbehorende taal.

Wij hebben de opdracht om hier leermateriaal over te maken. Het blijkt weer een bijzonder complexe en razend fascinerende opdracht.

In Rwanda zijn 14.730 dorpen. Om precies te zijn. In het inceptie rapport schreef ik voor het gemak dat het om 15.000 dorpen gaat, maar daarop werd ik teruggefloten door een ijverige ambtenaar. In die 14.730 dorpen zijn 14.730 Para Social Workers. Ieder dorp kiest er een. Het zijn vrijwilligers die moeten kunnen lezen en schrijven, in ieder geval lagere school hebben en huisbezoeken moeten doen om de armoede te bestrijden. Ze krijgen een vergoeding van Euro 3,50 telefoonkosten per maand, en verder ongeveer 35 Euro per half jaar en een paraplu en laarzen. Dit vrijwillig kader bestaat al een jaar of drie, maar ze hebben niet veel training gehad, en worden beperkt aangestuurd. Dus het is een beetje een zooitje geworden. Wij moeten training materiaal voor de Para Social Workers ontwikkelen en als gevolg van ons trainingsmateriaal zullen ze allemaal hetzelfde en het goede gaan doen. Je voelt de verwachtingen hangen.

Wie houdt zich hier allemaal mee bezig…. Nou iedereen eigenlijk. Het ministerie van Binnenlandse zaken, en nog zes andere ministeries, het beroepsonderwijs, de gemeentes, UNICEF, de Duitsers, de Wereldbank, en een hele rij internationale NGOS. Met als gevolg dat wij een stuurgroep hebben, voor de ontwikkeling van dat lesmateriaal, dat ook uit al deze partijen bestaat. Je voelt de onaanstuurbaarheid aankomen.

Ik hou me dan maar voor dat wij de opdracht niet voor niets gekregen hebben en dat er iets in onze manier van doen zal zijn die maakt dat we een bijdrage kunnen leveren.

Allereerst gingen we meelopen met Para Social Workers. Dat was een groot succes. Wij hebben tegenwoordig een auto waar zeven werknemers in kunnen. Dus hebben we zeven Para Social Workers opgetrommeld. We maakten duo’s, ieder Three Mountains teamlid kreeg een Para Social Worker en de tweetallen gingen op huisbezoek. 

Op de foto zie je de Para Social Worker waarmee ik op stap geweest ben in het blauw. Zij is dikke maatjes met haar client, die tevens haar buurvrouw en beste vriendin bleek.

Dat meelopen hebben we nog een keer herhaald, en in totaal hebben we 14 Para Social Workers aan de slag gezien en geinterviewed. Ons jonge volkje vond het razend interessant, en in een klap snapten ze ongeveer wat er gaande is. De Para Social Workers rapporteerden een case load variërend van 130 tot 4 cliënten. Sommige waren heel aardig en begaan met hun cliënten en anderen gedroegen zich meer als strenge inspecteurs.

Vervolgens was er een literatuur review. Daar stonden uren voor. Ons jonge volkje kan geen stukken van langer dan twee bladzijdes lezen, dus die mooie taak viel aan mij. Blij begon ik aan betaald lezen. Ik mag nooit betaald lezen. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit betaald gelezen heb. Maar die stukken, vreselijk. Lange tabellen, lijsten met formulieren die de Para Social Workers zouden moeten invullen, terwijl ze met een beetje mazzel een pen en een schriftje hebben. Ze hebben zeker geen computers. Zeer ingewikkelde schema’s met pilaren waarop het beleid zou berusten, en een huisbezoek schema wat Nederlandse maatschappelijk werkers met een vier jarige opleiding niet voor elkaar zouden krijgen. Ik heb me door bijna 2000 bladzijdes geworsteld, gelukkig kan ik heel snel lezen. Er was veel fantasie beleid en ik heb een deel van het door anderen ontwikkelde leermateriaal beoordeeld. Op één training manual na (van de Nederlandse organisatie 100weeks) was het prut. Daar zullen die stuurgroepleden niet blij mee zijn, je voelt het al gebeuren. Dat “Para” van de Social Workers suggereert dat ze een soort hulpje zijn en gesuperviseerd zouden worden door een gediplomeerde Social Worker. Die gediplomeerde heb ik nog nergens gevonden. 

Intussen hadden de Duitsers ontdekt dat we deze opdracht hadden. Er bleek een aanvullende opdracht in de aanbieding. Of we ook leermateriaal konden maken over de Social Registry. Dat blijkt een dataset te zijn, waarin alle huishoudens in Rwanda zitten (of zouden moeten zitten) met hun sociaal economische gegevens. Dat gaat over dingen zoals hoeveel kinderen je hebt en of je stenen of lemen huismuren hebt, een matras, een geit of een koe. De data set wordt gevoed door enquêteurs met tablets die huishoudens af gaan. Er is ook een koppeling met 10 andere overheidssystemen.

Druk op de knop, en je kunt de armen (sorry, de graduation candidates) eruit filteren die dan in die social protection programma’s moeten. Ik viel van mijn stoel. Big brother ++ . Wat de overheid van je weet hier! Dat gaat natuurlijk nooit van zijn leven werken. Wij zouden materiaal moeten maken dat de burgers erop wijst dat dit system bestaat en dat ze kunnen checken via een app, of op hun Nokiaatje, of ze goed in het system zitten. Vervolgens kunnen ze in actie komen om hun gegevens te wijzigen als het niet goed is. Het system is alleen nog niet af en een demonstratie deed mijn vertrouwen niet toenemen; hoe en bij wie burgers hun gegevens zouden kunnen wijzigen bleef akelig vaag.

Na de eerste vergadering bij de Duitsers, zei ik tegen Abdul en Hesron die mee waren: “Die opdracht nemen we niet. Dat kan nooit goed aflopen. Als mensen doorkrijgen dat we hieraan meegedaan hebben, gaat onze naam eraan.“  Abdul en Hesron begrepen niets van mijn bezwaren. Het leek hen juist een heel mooi en eerlijk systeem en alle technische problemen zouden in de toekomst vast opgelost worden. Tja, ik heb er nog eens een nachtje over geslapen en … je voelt het al aankomen.... ik heb toch getekend voor de klus, want ik vind het razend interessant!

Hierna heb ik een social registry specialist gevonden, Chad Andersen, een Canadees die als adviseur  is toegevoegd aan het ministerie van binnenlandse zaken.  Chad heeft een middagje les gegeven aan onze medewerkers over social registries. De Wereldbank blijkt de grote “verkoper” van dit soort systemen te zijn, die overal ter wereld mislukt zijn. Chad zou zelf zo’n systeem nooit opzetten, omdat het bijhouden duur en ingewikkeld is. Je kunt veel beter op een algemene manier aan sociale zekerheid doen. Bijvoorbeeld: geef alle ouderen AOW. Simpel. “Maar”, vervolgde de specialist, “als er een land is waar een social registry mogelijk zou kunnen werken, is dat Rwanda. Want daar houden ze niet van fouten en we kunnen leren van alle systemen die elders niet werken.” Na deze uitspraken van Chad keerden Abdul en Hesron zich naar me toe, en ze knikten “Zie je wel, hoezo zouden we in Rwanda dit niet kunnen”. Je voelt het al, op zo’n moment ben ik zo trots op onze medewerkers en de Rwandezen. Ze gaan er gewoon voor! Fake it untill you make it.

Nu nog die social protection. Wat is dat dan? De overheid heeft “food voor work” programma’s. Arme mensen moeten de straat vegen of stenen sjouwen in de wegenbouw, en dan krijgen ze wat. Vroeger was dat letterlijk “food”.  Tegenwoordig krijgen ze geld, net genoeg om niet dood te gaan. Die programma’s zijn geëvalueerd en ze hebben uitgevonden dat sommige mensen al 20 jaar de straat vegen en niets opschieten. Dat kan niet meer. Ze moeten “graduaten” out of poverty. Daar staat 2 jaar voor. Naast het straat vegen voor geld moeten de huishoudens een plan maken. Dat plan moet goedgekeurd worden door een ambtenaar. Dan moeten ze een bedrijfje beginnen, een vak leren, leren met geld omgaan, gezond leren koken en nog zo wat. De Para Social Workers moeten hen dan thuis gaan bezoeken en zorgen dat hun “graduation journey” slaagt.  Al lezend kwam ik nergens bewijs tegen dat je met huisbezoeken mensen kan laten “graduaten out of poverty”.

Helemaal aan het begin van mijn carrière heb ik ooit een leeronderzoek Sociologie gedaan in Zimbabwe. Daar heb ik huisbezoeken geanalyseerd van revalidatie werkers. Nou, het is best een kunst om een huisbezoek te doen waar echt iets zinvols gebeurt. En in Zimbabwe waren het revalidatie werkers met een twee jarige opleiding die de huisbezoeken afleggen.

Daarentegen staat het programma wat 100weeks doet als een dijk. In dat programma geven Para Social Workers wekelijks twee uur les aan een groep van 20 graduation candidates. Les over voeding, les over sparen, les over voor jezelf opkomen, geweldige lessen. 100 lessen. Een groep is dus twee jaar zoet. Maar dan leren ze wat en ze leren van elkaar. Ze praten met elkaar. De lessen zijn zo uitgeschreven en opgezet dat een idioot ze kan geven. Echt heel knap. Je voelt hem al: dat moet het worden.

Alleen, groepslessen staan nergens in die 2000 bladzijdes van de ministeries. In die bladzijdes staan alleen maar huisbezoeken en nog wel 20 andere taken die diverse ministeries hebben bedacht voor die niet-betaalde vrijwillige Para Social Workers.

Ik heb mijn inceptie rapport al drie keer herschreven en ik ben nu toe aan de vierde keer. De stuurgroep leden hebben zulke verschillende ideeën dat ze op een of andere manier slecht kunnen begrijpen wat ik voorstel. Ik leg het in toenemende mate op kleuterschool niveau uit: “de Para Social workers gaan minder huisbezoeken doen, en in plaats daarvan gaan ze groepsles geven”. Jammer genoeg antwoorden de stuurgroeps leden hierop met opmerkingen zoals: “Kunnen we een verheldering krijgen van de link tussen de algemene taak omschrijving en de specifieke taken en de leerdoelen?“ Dit verwijst naar die onbegrijpelijke documenten die ze zelf geschreven hebben. Terwijl ze eigenlijk weten dat het een zooitje is. Je voelt hem inmiddels, die stuurgroep vergaderingen zijn nogal uitputtend.

Maar nu het laatste nieuws: het is gelukt! In vierde versie van het inceptie rapport had ik een twee-zinnen samenvatting op pagina twee gemaakt. Let wel, een hele verder lege pagina met een samenvatting van twee zinnen:  "De PSW gaan hun activiteiten uitbreiden met het geven van groepslessen. Hiermee kan de frequentie van de huisbezoeken verminderen.”  Bij sommige van de stuurgroep leden is het kwartje gevallen. En nu hebben we toestemming van de stuurgroep om te beginnen met het maken van lesmateriaal. Hoera, op naar de volgende fase!

Een paar dingen hebben we al af.

Hier is een filmpje van twee Para Social Workers die praten over hun werk.

En hier een filmpje van twee Para Social Workers die klagen over hun werk condities. Ik denk dan: als je die mensen op tijd zou betalen zou dat al heel veel schelen. Dan zouden ze ook minder training nodig hebben.

En hier zijn twee graduation candidates. Zij hebben het 100weeks programma doorlopen. We hebben ze geinstrueerd om niet 100weeks te noemen, want het programma wat zij gaan ontwikkelen moet natuurlijk wel een andere naam krijgen. Zij vertellen over hun graduation journey.

De filmpjes zijn gemaakt door onze stagieres. Ik heb kennelijk een betoog gehouden dat mensen gemakkelijker over zichzelf vertellen als ze hun handen mogen gebruiken tijdens het praten. Vooral in het laatste filmpje zijn de dames nadrukkelijk met hun handen aan het gebaren. Want dat moest op de film van de baas!

Wordt vervolgd,

Gerry