Op 7 april begon de genocide herdenking. Wij werden er
uitgebreid op geattendeerd door mensen die we spraken. In vorige jaren was er
een nationale herdenking in het stadion met 30.000 mensen, een vertegenwoordiging uit elk dorp. Dit jaar had Kagame besloten dat het anders moest: decentraal, in de
wijken zelf.
De herdenking duurt
100 dagen. Iedereen dient op de dag dat hem iets
overkomen is in zijn lokale dorp een ceremonie te organiseren of een
bijeenkomst te houden met zijn buren.
Waar in Kibagabaga, waar wij nu wonen, iets werd herdacht,
konden we niet goed ontdekken.
Ervaring
In 2014 hebben wij de 20 jaar genocide herdenking meegemaakt
in Den Haag. We waren toen uitgenodigd door de Rwandese ambassade. Het was een
samenkomst in een kerk met een erbarmelijk afgestelde geluidsinstallatie en
onbegrijpelijke speeches. De ambassadeur was onverstaanbaar, de rest van de speeches
dodelijk saai en er was een vrouw die getuigde van wat ze meegemaakt had, een
snotterend verhaal zonder kop of staart, heel naar. Het enige voor ons begrijpelijke
was een uitstekende speech van Jan Pronk. Hij was een maand na het begin van de
genocide in Rwanda en benadrukte dat de internationale gemeenschap Rwanda in de
steek gelaten had. Het was een ongemakkelijke bijeenkomst.
Wat hebben wij nog meer voor ervaring het in het herdenken? Jan Willem moest ooit als fractievoorzitter van
D 66 de dodenherdenking op 4 Mei in Leersum begeleiden. Hij heeft toen nog een poging
gedaan om de voorbereidde speech te verbeteren. Dat bleek echter helemaal niet de
bedoeling, er was een standaard speech
die in alle dorpen van de Heuvelrug uitgesproken diende te worden. Met zijn zwarte pak aan blijkt Jan Willem heel
goed aan het hoofd van een stoet te kunnen lopen, mooi rechtop. Matige toespraken
krijgt hij zo uitgesproken dat ze indrukwekkend zijn en kransen leggen kan hij
ook goed. Ik heb met bewondering en ontroering achter hem aangelopen.
Niet uitgenodigd
We hebben dus een vage poging gedaan om ergens “uitgenodigd”
te worden voor Kwibuka 21. Maar niemand hapte en het is ook niet echt een vraag
die je stelt hier. ‘Hoe is dat bij jou gegaan, leeft jouw familie nog, hoorde
je bij de daders of slachtoffers? Mag ik mee jouw narigheid herdenken?’ Het
spookte allemaal door mijn hoofd.
Je kunt er nog wel achter komen hoe oud iemand was. Lea (van
de auto) vertelde dat zij 9 was toen het gebeurde. En daarna stokte het gesprek.
Ik durfde niet meer verder te vragen. Voelt
als foute nieuwsgierigheid terwijl tegelijkertijd de genocide hier alom tegenwoordig
is en een gigantische impact heeft.
Wij hadden tijdens een van onze wandelingen het genocide
monument bij ons in de buurt ontdekt en besloten dat we dan onze eigen
herdenking maar zouden organiseren. ’s Ochtend zijn we dus netjes aangekleed
met een bloemetje op pad gegaan naar het monument. De straten waren uitgestorven,
er waren alleen wandelaars die dezelfde kant opgingen. Bij het monument bleken wij alleen. We hebben
onze bloemen neergelegd.
Toch gevonden
De herdenking bleek in een grote tent met de onvermijdelijke
plastic stoelen een stukje verderop. Het was al aan de gang. Wat nu? Maar
iemand had ons gezien en we werden geroepen. Je denkt…. het zal toch niet… maar
ja hoor, er werd plaats gemaakt, geschuif met die plastic stoelen, we moesten
voor de hoofdspreker langs en tot overmaat stonden uit het publiek 2 vrijwilligers
op die naast ons kwamen zitten om simultaan te vertalen. We kregen allebei een privé
vertaling en niet even, maar 3,5 uur lang. Er was een uitstekende geluidsinstallatie. Wij waren de enige witten. Nou, dat voel je
wel tijdens zo’n bijeenkomst.
Wat voor soort bijeenkomst was het? Dat is niet goed te beschrijven.
De hogere middenklasse was er. We hebben geen moto rijder of straatschoonmaker
gezien. Er werd heel vaak, in alle toonaarden gezegd dat we allemaal Rwandezen
zijn en dat zoiets nooit meer kan en mag voorkomen. Er werd ook vaak gezegd dat
Rwanda voorwaarts moet / gaat / is. Naast de hoofdspreker, de lokale senator,
een sympathieke vrouw, mocht ook ieder die het wil uit het publiek het woord
voeren. Zo was er een man die een geschiedkundig verhaal vertelde dat de Belgen
het onderscheid tussen Hutu’s en Tutsi’s uitgevonden hebben, er was iemand die
beweerde dat het nou eens afgelopen moest zijn met het verhaal dat de Tutsi's van
de Nepalezen afstammen en iemand anders die opriep tot het schrijven van de
juiste en uiteindelijke geschiedenis. Er
was veel bezorgdheid over “genocide ontkenners” zonder dat voor ons duidelijk
is op wie dan gedoeld wordt. Om 12 uur was er een minuut stilte en daarna een
boodschap van Paul Kagame die live uitgezonden werd. Die speech had meer weg
van een politieke toespraak dan van een herdenking. Het ging onder andere over
Oost Congo en de M23 en eindigde min of meer met “wie niet voor ons is, tegen
ons”. Daarna werd er geklapt en gezegd dat Paul Kagame een uitstekend leider is
en hij beslist voor een 3 de presidentstermijn moet gaan. Er is immers geen
andere leider voorradig en van deze weten we wat hij waard is. Verder was nog iemand
die vond dat de gedecentraliseerde genocide herdenkingen niet zijn wat het moet
zijn en dat de herdenkingen weer in het stadion gehouden moeten worden en dat de jeugd ook goed doordrongen
moet worden van een en ander. Hij werd door de senator gewezen op de grondwet
van Rwanda. Daarin staat het duidelijk uitgelegd, dus dat zit wel snor.

Vervolgens
vertelde een militair hoe ze vanuit Uganda Rwanda bevrijd hebben terwijl
de Fransen niets deden.
Dat ze honger
leden, verdwaalden in het moeras, maar dat ze wel de genocide gestopt hebben
wat de Fransen die niets deden, niet lukte. Hij benadrukte nog eens dat ze veel
geleden hebben, ze kenden hun eigen land niet meer na jarenlang in Uganda
gezeten te hebben en ze hebben echt de genocide beëindigd
terwijl
de Fransen niets deden en dus hoeven ze zich nu ook niets aan te trekken van de
Fransen die nu zogenaamd de leiding hebben in de internationale vredes macht in
de Centraal Afrikaanse Republiek, want de Rwandezen zijn veel beter in het beëindigen
van genocides dan die stomme Fransen. Zo.
Die militair was nog niet zo heel oud. Hij moet echt nog een
broekie geweest zijn toen dit allemaal gebeurde. Daarna werd er weer geklapt,
vertelde iemand een mop en daarna kwam er iemand die zei dat hij erg onder de indruk
was van de militair en dat militairen ook bruggen en huizen moeten bouwen en ook
anderszins veel meer taken moeten krijgen. Het geheel werd steeds
gemoedelijker.
Daarna was het afgelopen en kwam de voorzitter van het hele
gebeuren ons persoonlijk bedanken voor onze aanwezigheid. Hij meende het. Ze
houden de hele rest van de week ook bijeenkomsten en morgen moeten we beslist
weer komen.
Nogal beduusd gingen we weer naar huis. Dit bleek veel
politieker dan alleen een herdenking. Tegelijk was het een soort
volksconsultatie. Iedereen mocht opstaan en zeggen wat hij wilde. Het was
respectvol, op een bepaalde manier was het zelfs gezellig. Alle bijdragen werden welwillend beluisterd.
Er werd gelachen. Maar het was geen debat zoals wij dat kennen. En dit gaat nog
100 dagen zo door.
In Nederland is er na een toespraak van Willem Alexander of
een politiek debat altijd een hele batterij commentatoren die alles duiden en uit
en te treure bediscussiëren. In Nederland ergerde ik me daar wel eens aan. Het
commentaar overstemt de bijdrage zelf. Nu zou enige nabeschouwing wel welkom
zijn. Wat heb ik precies gehoord?
Tot zo ver voor deze keer. groet, Gerry