maandag 12 oktober 2015

Een weekendje uit in Nyanza



Gewend raken aan het leven in Kigali is aan de ene kant wel fijn, het geeft minder stress. Maar aan de andere kant begint het dan ook op te vallen hoe weinig hier eigenlijk gebeurt.  De overheid doet erg zijn best en daar mag je niks van zeggen, de middenklasse werkt zich uit de naad en zit zondags in de kerk en de boeren werken op het land en die zie je in Kigali dus niet.  Het is allemaal tamelijk serieus en dus ook saai.   Gisteren werden we wakker en we dachten: wat gaan we doen dit weekend behalve de liefde bedrijven en de krant lezen?  “Ik wil de stad uit” zei Gerry en dus zaten we een uur later in de auto op weg naar de oude koningsstad in het zuiden van Rwanda: Nyanza.  
Een prachtige weg slingerend door de groene heuvels die richting het zuiden wat minder steil worden wat tot prachtige vergezichten leidt.  Nyanza ligt een dikke 100 km van Kigali en is de hoofdstad van de Zuidelijke provincie. Het stelt qua stadje niks voor, maar het heeft een rijke historie, want hier besloot de koning van Rwanda, Mwami Musinga, eind 19e eeuw zich definitief te vestigen.

De hut van de koning
Daarvoor had de koning altijd rondgetrokken in zijn rijk, dat toen ook nog grote delen van zuid-west Uganda en oost Congo omvatte.  Maar 60 “paleizen” onderhouden vond hij toch onhandig. Bovendien was de lol van dat reizen er misschien ook een beetje af toen hij erachter kwam dat de  koloniale mogenheden op de conferentie van Berlijn zijn rijk in drieën hadden opgesplitst: een stuk naar de Engelsen( Zuid-West Uganda), een stuk voor de Belgen (Oost Congo) en het grootste stuk, het huidige Rwanda, voor de Duitsers die het als een stuk Tanzania zagen.  Na de eerste wereldoorlog pikte Engeland Tanzania in van de Duitsers en kregen de Belgen het huidige Rwanda erbij.  

De Belgen pakten hun koloniale taken t.a.v. Rwanda serieuzer op dan de Duitsers ooit gedaan hadden. Om te beginnen moest de Mwami katholiek worden en meer burgerlijke vrijheden toekennen aan de Hutu's die onder de Tutsi adel tweederangs burgers waren.  Dat weigerde Mwami Musinga, waarna de Belgen zijn zoon naar de paters stuurden.  Daar kreeg hij een prima opleiding en goed inzicht in de Belgische koloniale politiek. Toen hij zich liet dopen, dwongen de Belgen in 1931 zijn vader prompt het koningsschap over te dragen aan zijn zoon, die als Mwami Rudahiga Mutara III de laatste Tutsi koning over Rwanda zou zijn.
De stenen residentie uit 1930
Tevens bouwden zij een stenen residentie voor de nieuwe koning naast de traditionele koningshut van zijn vader.  Aanvankelijk was de nieuwe koning trots op zijn nieuwe paleis, maar naarmate hij wat meer van de wereld kreeg te zien, werd hem ook duidelijk dat hij in vergelijking met de paleizen van de Europese vorsten in een eenvoudig landhuisje woonde.   
 Bovendien hadden de Belgen in de badkamer een bad van 1.70 m gemonteerd, terwijl de koning de
respectabele lente van 2.30m(!) had.  In de vijftiger Jaren gaf hij dan ook opdracht een beter en groter paleis te bouwen op een nabijgelegen heuvel. Helaas overleed de koning plotseling in 1959, vlak voor de onafhankelijkheid en vlak voor hij zijn intrek zou gaan nemen in zijn nieuwe paleis. Aangezien de Belgen inmiddels een souvereiniteitsoverdracht aan een Hutu-regering in hun hoofd hadden (Hutu's vormden 80% van de bevolking), kwam er geen opvolger meer.

Het complex van de traditionele konings-hut van de oude koning en de mooie koloniale villa die de Belgen voor de nieuwe koning hebben gebouwd is nu een alleraardigst museum, een soort paleis Het Loo op z’n Rwandees. 

De vergaderruimte met achterin de toegang naar het koninkljke bed




Toen we het “paleis” van de oude koning gingen bezoeken bleek dat dus niet meer dan een grote rieten hut te zijn met binnenin wat rieten matten, koeienhuiden en voorraadmanden. Meer niet. Deze uiterst sobere materiële omstandigheden werden echter gecompenseerd door ingewikkelde  protocollen. In de hut zat alleen de koning op een krukje, de rest zat op de mat. Achter een scherm zaten de vrouwen van de koning. Dat waren er tientallen.  In de hut was het een permanent komen en gaan van mannen voor beraadslagingen van velerlei aard. Als de koning even geen zin meer had, dan kon hij zich terugtrekken in zijn ‘slaapkamer’ op een verhoging achter een rieten mat. Terwijl de beraadslagingen gewoon doorgingen kon de koning zich dan vermaken met een of meer vrouwen uit zijn harem. Om de slaapkamer-geluiden te overstemmen hief op dergelijke momenten de hele harem een luidkeels gezang aan, wat de beraadslagende mannen zogenaamd dan weer heel mooi vonden…

De 'biertent' van de koning
Achter de grote koningshut liggen nog twee kleinere hutten. Eén voor het ‘melkmeisje’ – een maagd die de melk voor de koning en zijn gasten klaarmaakte.  En één voor de ‘bierjongen’  - een maagd die het (bananen)bier voor de koning en zijn gasten moest samenstellen en proeven.  Beide maagden mochten hun hut nooit verlaten. Het waren dus in feite levenslang veroordeelde gevangenen. Toch streden invloedrijke families om de eer deze maagden te mogen leveren.   Rare jongens die Rwandezen…

Tenslotte had je dan nog de koeien van de koning. De koning was een Tutsi en dat is een herdersvolk. Koeien zijn enorm belangrijk in Rwanda, vooral in ceremoniële zin; alle traditionele dansen gaan over koeien en bij traditionele feesten moeten de ceremoniële “koeien van de koning” opdraven. Die koeien hebben enorme horens en worden gefokt naast de koninklijke hut. 


Als we wegrijden van het museum zien we een bordje: “Tombe du roi” staan. We volgen de aanwijzing en inderdaad vinden we op de top van de naastliggende heuvel twee identieke moderne graven. Eén van de koning, geboren 1911, overleden 1959.  En één van zijn echtgenote, koningin Rosalie Gicanda, geboren 1928, overleden april 1994 in de genocide…..  

De benedenverdieping ademt een prettige sfeer
Vol van deze prachtige plek en de rijke historie besluiten we in Nyanza te blijven slapen  en de volgende dag het nieuwe paleis te gaan bezoeken, dat gebouw waar de koning nooit gewoond heeft.
Daar zit nu het enige museum van modern kunst van Rwanda in. 

De volgende ochtend na een koele nacht vol regen, besluiten we de auto bij het hotel te laten en de 2 km naar het museum te wandelen. Het Museum ligt bovenop een heuvel met schitterend uitzicht naar alle kanten.  Het strak symmetrische gebouw is inderdaad groter dan het oude paleis, maar is nog steeds bescheiden en ademt een aangename sfeer. 
Tot onze verbazing is de tentoonstelling goed ingericht en de werken weliswaar van sterk wisselende kwaliteit, maar genoeg om een uur geboeid rond te kijken.  Wij zijn de enige bezoekers.



Het meeste indruk op mij maakte een simple werk van een gesloten luik van met kogels doorzeefde golfplaat, gesloten met een piepklein hangslotje, een kinderslotje eigenlijk.  De titel luidt: “ Uri he?” ofwel  “Waar ben je?”.   Het drama van genocide in één krachtig beeld: De onmogelijkheid om je te verstoppen, de onmogelijkheid om je geliefden terug te vinden.

 









Ook een krachtig beeld in deze vulkanische omgeving vond ik deze motorrijdende vredesduif, versteend als in pompeï met alleen nog de schoenen van zijn pasagiers die zelf verdampt lijken, hoewel hun schimmen nog wel zichtbaar zijn.  De duif lijkt niet op te geven, maar valt er nog iets te redden?

Bijschrift toevoegen
Er waren ook gewoon leuke landelijke tafreeltjes, maar die waren meestal minder. Behalve deze hiernaast, die zo van Gauguin of Werkman had kunnen zijn:

Verfrist door een uurtje kunst snuiven (wat zijn we ook op dat gebied toch rijk in Europa!) besluiten we om met een grote omweg terug te lopen.  Onze kleine parapluutjes doen goed dienst als zonnescherm.

Terug in Nyanza wordt onze aandacht getrokken door een grote groep mensen, zo te zien eenvoudige mensen van het platteland, die een toeristenhotel binnen lopen. Nieuwsgierig lopen we achter ze aan en wat ik al dacht blijkt inderdaad te kloppen: de menigte stelt zich op langs de rand van het zwembad in de tuin van het hotel en begint te zingen. Toeristen die aan de rand van het zwembad een colaatje drinken kijken verbaasd toe.  Een priester daalt af het water in en één voor één komen de dopelingen ook het zwembad in, waar ze vakkundig kopje onder gehouden worden door de priester.   Mooi land toch waar een hoteleigenaar de kerk zo terwille is?
Waar staat Jan Willem op de foto?
Op de terugweg vangen we behoorlijk wat regen. Het regenseizoen lijkt eindelijk begonnen. Net op tijd, want de boeren hebben al gezaaid. Nog iets later en we hadden misschien honger gekregen in het land…… 

Jan Willem

zondag 11 oktober 2015

Er komt routine

We zijn hier nu een half jaar. Het duurt een jaar om te landen, alle seizoenen een keertje rond. Dan snap ik iets meer van waar ik ben. Laatste dacht ik:  "Er komt routine, niet alles is meer vreemd." Het ging zo:

Jan Willem en ik waren op gesprek geweest bij Yves en Innocente van RALGA. Dat is de Rwandese vereniging van gemeenten. Wij hebben altijd gezegd dat we leermateriaal voor RALGA willen maken en we kregen moeilijk beet. Plotseling waren we welkom en blijken zij inderdaad behoefte aan leermateriaal te hebben. Zij willen een bestuursacademie oprichten en hebben bij de Duitsers cursussen op postacademisch niveau besteld voor bestuursambtenaren. De cursussen zijn klaar, en nu zitten ze met hun handen in het haar, want het materiaal is veel te moeilijk. Of wij er iets toegankelijks van kunnen maken? Daar zullen we een plannetje voor maken.
Jan Willem en ik reden druk discusiërend terug naar ons huis-kantoor.

Thuis ging de poort open en wat zagen we toen?
Haruna was de heg aan het knippen. En de buurjongen ook. Als je nou aan dezelfde kant begint, kan je samen-op-knippen. Erg gezellig. Knipper, de knip, knip, knip.
Leuter, de leuter, de leuter, doen die mannen.

Ze vinden zelf hun heggen erg mooi. Ik heb besloten om ze ook mooi te vinden.




Een stukje verderop zat Pacifique. Hij moest een screencast-filmpje maken. Dat is niet zo eenvoudig. Hij heeft een of ander fout programma gedownload en zijn computer in de war gemaakt. Maar, het goede nieuws is dat hij af en toe vuur begint te vertonen. Hij begint fanatiek te worden en wil dat iets lukt.
Hij zat met een koptelefoon op tegen zijn computer te praten. Goed bezig! Zou er werk uit zijn handen gaan komen?






Om de hoek zat Ariane. Zij heeft geen moeite met werk uit haar handen te laten komen. Zij werkt stug door, het liefst zonder de hele dag iets te zeggen. Zij vindt het heerlijk als iedereen weg is!
Zij heeft een kop koffie over de aantekeningen voor de gender module gegooid en werkt nu met een stapel gerimpelde blaadjes. Kan best! Het belet haar niet om mooie dingen te maken.







In de keuken stond Ruth. Zij stond Ruth prut te produceren. Dat is eigenlijk een fout grapje. Vraagt Jan Willem: "Wat voor Ruth-prut eten we vanavond?" Dan smaakt het al nergens meer naar. Terwijl het meestal lekker is wat ze maakt.
Maar ja, nu het eenmaal Ruth-prut heet wat ze kookt, gaat dat niet meer over.





Iedereen was lekker in de weer, ook toen we er even niet waren. Ik werd er plotseling heel gelukkig van. Een soort routine die ontstaat, waarbij ik niet over alles hoeft te denken: "gaat het wel goed?" Het ging gewoon goed.
Een gevoel om te onthouden en goed tot me door te laten dringen.
Nu heb ik het opgeschreven en kan ik het nog eens teruglezen.