Gewend
raken aan het leven in Kigali is aan de ene kant wel fijn, het geeft minder
stress. Maar aan de andere kant begint het dan ook op te vallen hoe weinig
hier eigenlijk gebeurt. De overheid doet
erg zijn best en daar mag je niks van zeggen, de middenklasse werkt zich uit de
naad en zit zondags in de kerk en de boeren werken op het land en die zie je in
Kigali dus niet. Het is allemaal
tamelijk serieus en dus ook saai.
Gisteren werden we wakker en we dachten: wat gaan we doen dit weekend
behalve de liefde bedrijven en de krant lezen?
“Ik wil de stad uit” zei Gerry en dus zaten we een uur later in de auto
op weg naar de oude koningsstad in het zuiden van Rwanda: Nyanza.
Een prachtige weg slingerend door de groene heuvels
die richting het zuiden wat minder steil worden wat tot prachtige vergezichten
leidt. Nyanza ligt een dikke 100 km van
Kigali en is de hoofdstad van de Zuidelijke provincie. Het stelt qua stadje
niks voor, maar het heeft een rijke historie, want hier besloot de koning van
Rwanda, Mwami Musinga, eind 19e eeuw zich definitief te vestigen.De hut van de koning |
De Belgen pakten hun koloniale taken t.a.v. Rwanda serieuzer op dan de Duitsers ooit gedaan hadden. Om te beginnen moest de Mwami katholiek worden en meer burgerlijke vrijheden toekennen aan de Hutu's die onder de Tutsi adel tweederangs burgers waren. Dat weigerde Mwami Musinga, waarna de Belgen zijn zoon naar de paters stuurden. Daar kreeg hij een prima opleiding en goed inzicht in de Belgische koloniale politiek. Toen hij zich liet dopen, dwongen de Belgen in 1931 zijn vader prompt het koningsschap over te dragen aan zijn zoon, die als Mwami Rudahiga Mutara III de laatste Tutsi koning over Rwanda zou zijn.
De stenen residentie uit 1930 |
Tevens bouwden zij een stenen
residentie voor de nieuwe koning naast de traditionele koningshut van zijn
vader. Aanvankelijk was de nieuwe koning
trots op zijn nieuwe paleis, maar naarmate hij wat meer van de wereld kreeg te
zien, werd hem ook duidelijk dat hij in vergelijking met de paleizen van de
Europese vorsten in een eenvoudig landhuisje woonde.
Bovendien hadden de Belgen in de badkamer een bad van 1.70 m gemonteerd, terwijl de koning de
Bovendien hadden de Belgen in de badkamer een bad van 1.70 m gemonteerd, terwijl de koning de
Het complex van de traditionele konings-hut van de oude koning en de mooie koloniale villa die de Belgen voor de nieuwe koning hebben gebouwd is nu een alleraardigst museum, een soort paleis Het Loo op z’n Rwandees.
De vergaderruimte met achterin de toegang naar het koninkljke bed |
Toen we het “paleis” van de oude koning gingen bezoeken bleek dat dus niet meer dan een grote rieten hut te zijn met binnenin wat rieten matten, koeienhuiden en voorraadmanden. Meer niet. Deze uiterst sobere materiële omstandigheden werden echter gecompenseerd door ingewikkelde protocollen. In de hut zat alleen de koning op een krukje, de rest zat op de mat. Achter een scherm zaten de vrouwen van de koning. Dat waren er tientallen. In de hut was het een permanent komen en gaan van mannen voor beraadslagingen van velerlei aard. Als de koning even geen zin meer had, dan kon hij zich terugtrekken in zijn ‘slaapkamer’ op een verhoging achter een rieten mat. Terwijl de beraadslagingen gewoon doorgingen kon de koning zich dan vermaken met een of meer vrouwen uit zijn harem. Om de slaapkamer-geluiden te overstemmen hief op dergelijke momenten de hele harem een luidkeels gezang aan, wat de beraadslagende mannen zogenaamd dan weer heel mooi vonden…
De 'biertent' van de koning |
Achter de
grote koningshut liggen nog twee kleinere hutten. Eén voor het ‘melkmeisje’ –
een maagd die de melk voor de koning en zijn gasten klaarmaakte. En één voor de ‘bierjongen’ - een maagd die het (bananen)bier voor de
koning en zijn gasten moest samenstellen en proeven. Beide maagden mochten hun hut nooit verlaten.
Het waren dus in feite levenslang veroordeelde gevangenen. Toch streden
invloedrijke families om de eer deze maagden te mogen leveren. Rare jongens die Rwandezen…
Tenslotte had je dan nog de koeien van de
koning. De koning was een Tutsi en dat is een herdersvolk. Koeien zijn enorm
belangrijk in Rwanda, vooral in ceremoniële zin; alle traditionele dansen gaan
over koeien en bij traditionele feesten moeten de ceremoniële “koeien van de
koning” opdraven. Die koeien hebben enorme horens en worden gefokt naast de
koninklijke hut.
De benedenverdieping ademt een prettige sfeer |
Daar zit nu
het enige museum van modern kunst van Rwanda in.
De volgende
ochtend na een koele nacht vol regen, besluiten we de auto bij het hotel te
laten en de 2 km naar het museum te wandelen. Het Museum
ligt bovenop een heuvel met schitterend uitzicht naar alle kanten. Het strak symmetrische gebouw is inderdaad
groter dan het oude paleis, maar is nog steeds bescheiden en ademt een
aangename sfeer.
Tot onze verbazing is de tentoonstelling goed ingericht en de
werken weliswaar van sterk wisselende kwaliteit, maar genoeg om een uur geboeid
rond te kijken. Wij zijn de enige
bezoekers.
Het meeste
indruk op mij maakte een simple werk van een gesloten luik van met kogels
doorzeefde golfplaat, gesloten met een piepklein hangslotje, een kinderslotje
eigenlijk. De titel luidt: “ Uri he?”
ofwel “Waar ben je?”. Het drama van genocide in één krachtig
beeld: De onmogelijkheid om je te verstoppen, de onmogelijkheid om je geliefden
terug te vinden.
Ook een
krachtig beeld in deze vulkanische omgeving vond ik deze motorrijdende
vredesduif, versteend als in pompeï met alleen nog de schoenen van zijn
pasagiers die zelf verdampt lijken, hoewel hun schimmen nog wel zichtbaar
zijn. De duif lijkt niet op te geven,
maar valt er nog iets te redden?
![]() |
Bijschrift toevoegen |
Er waren
ook gewoon leuke landelijke tafreeltjes, maar die waren meestal minder. Behalve
deze hiernaast, die zo van Gauguin of Werkman had kunnen zijn:
Verfrist door een uurtje kunst snuiven (wat zijn we ook op dat gebied toch rijk in Europa!) besluiten we om met een grote omweg
terug te lopen. Onze kleine parapluutjes
doen goed dienst als zonnescherm.
Terug in Nyanza wordt onze aandacht getrokken
door een grote groep mensen, zo te zien eenvoudige mensen van het platteland,
die een toeristenhotel binnen lopen. Nieuwsgierig lopen we achter ze aan en wat
ik al dacht blijkt inderdaad te kloppen: de menigte stelt zich op langs de rand
van het zwembad in de tuin van het hotel en begint te zingen. Toeristen die aan
de rand van het zwembad een colaatje drinken kijken verbaasd toe. Een priester daalt af het water in en één
voor één komen de dopelingen ook het zwembad in, waar ze vakkundig kopje onder
gehouden worden door de priester. Mooi
land toch waar een hoteleigenaar de kerk zo terwille is?
![]() |
Waar staat Jan Willem op de foto? |
Op de
terugweg vangen we behoorlijk wat regen. Het regenseizoen lijkt eindelijk
begonnen. Net op tijd, want de boeren hebben al gezaaid. Nog iets later en we
hadden misschien honger gekregen in het land……
Jan Willem