zondag 6 september 2015

Onze woon-werkplek



Onze woon-werkplek


Mijn vorige blog ging over ons huis en over de spullen. Dit keer wil ik graag schrijven over de mensen met wie we het huis bewonen.

We wonen hier met z'n drieën, Haruna, de wacht woont er ook. Dat is gemakkelijk te vergeten, omdat het zoals op veel plekken in de wereld, nogal ongelijk verdeeld is. Jan Willem en ik hebben een huis met 4 slaapkamers en 3 badkamers.
Haruna heeft een soort rond poortwachtershuisje met een muur in
het midden waardoor zijn matras er niet rechtuit in past. Hij moet opgekruld liggen, gelukkig is hij niet zo groot. Hij is ook de nachtwacht en nachtwachten zijn 's nachts wakker. Dan verblijft hij op een van onze tuinstoelen met 2 dekens onder de boom. Daar zit hij zo wat uren en daarna kruipt hij volgens mij lekker in bed.  's Ochtens is hij al uren op voordat wij op zijn.


We hadden van te voren gezegd dat we geen wacht willen waarmee we niet kunnen communiceren, we willen iemand die of Engels of Frans kan. Maar we zijn inmiddels volledig Haruna fan geworden. Hij is hartstikke vrolijk, rent door de tuin, doet de poort open, spit met een noodvaart de keiharde tuin om op de aangewezen plekken (dat gaat met een hak in Rwanda die je flink van boven laat neerkomen) en vraagt meerdere keren per week of hij de auto mag wassen. Hij kan niet niets doen. Verf afkrabben heeft hij als enige Rwandees inmiddels onder knie en hij vindt het geweldig. Hij is nog 6 weken bezig geweest zodat wij nu het enige huishouden in Rwanda zijn met volledig schone ramen. Hier en daar heeft hij ook de verf afgekrabd waar het moest blijven zitten, maar dat vergeven we hem graag.

Hij houdt ook heel erg van vegen en van met veel Omo de handwas doen. De meegebrachte wasmachine werd dan ook met argwaan bekeken. Maar nadat hij aangesteld werd als chef-wasmachinehok met als taken de wasmachine leeghalen, ophangen, opvouwen en de aangewezen stukken strijken, is het toch weer goed gekomen. Strijken doen Nederlanders op een strijkplank. Hoezo? Rwandezen strijken op een strijktafel. Demonstratie van de strijkplank. Met veel gebarentaal, want dat is onze gemeenschappelijke taal. Dan moet hij de strijkplank zelf in en uit klappen. Daar gaat Haruna van giechelen. Dat is zo leuk!
Hij is analfabeet. Wij hebben het verhaal niet precies begrepen, maar op een of andere manier is hij ook wees uit de Genocide. Hij heeft 18 jaar voor de vorige bewoners van ons huis gewerkt en was daar een soort opgenomen in de familie. Toch heeft hij zeer zijn best gedaan om bij ons te blijven werken en niet bij zijn “familie” te blijven. Waarom zij hem nooit naar school gestuurd hebben is ons niet zo duidelijk. Wij dachten eerst dat hij niet zo slim is, maar hij blijkt ontzettend slim op een hele praktische manier. We hadden met hem afgesproken dat hij ons Kinyarwanda zou leren en wij hem Engels. Maar dat werkt niet. De Kinyaranda woorden blijven bij ons niet plakken en de Engelse woorden niet bij hem. We zijn in gebarentaal vervallen en ik vrees dat we daar niet meer uit gaan raken.
Maar strijkplank opzetten was voor hem een fluitje van een cent en stel je nu Gerry voor die het stoomstrijkijzer demonstreert. Daar kan je stoom mee spuiten. Haruna sloeg tegen de grond van het lachen!
Kortom, Haruna is een persoon met een hele vrolijke energie en het wonderbaarlijke vermogen om zichtbaar te zijn op de momenten dat dat nodig is en onzichtbaar te zijn als dat nodig is. Het voornaamste probleem wat wij met hem hebben is dat wij genoeg klussen moeten verzinnen om hem zoet te houden.
Zijn voornaamste probleem is dat wij willen dat hij af en toe ook “elders” is, vakantie heeft, of iets voor zichzelf doet. Nou blijkt hij gelukkig te kerken bij de Jehova getuigen. Dus als wij denken dat het nu wel weer genoeg is met dat keiharde werken, sturen we hem naar de kerk. Dan vertrekt hij braaf in zijn mooiste kleren. Ook hebben bedongen dat hij 1 keer per maand een weekend weg moet. Daar moest hij ook vreselijk om giechelen maar hij vond het wel goed. Hij is net een weekend naar het dorp geweest waar hij opgegroeid is en kwam terug met een nieuw overhemd aan, breed lachend.

Ik kan me zijn leven niet voorstellen. En het is volstrekt duidelijk dat hij zich mijn leven niet kan voorstellen. Zo raar. Maar we hebben het gezellig. Ik geniet er echt van.

De tijdelijke bewoners

Drie dagen per week komt Ruth, onze kok-schoonmaakster. We hebben haar overgehouden uit een heuse sollicitatie procedure waarbij we 3 potentiele huis-engelen een halve dag hebben laten werken en lunch hebben laten koken. Zij is de zus van Esther, de huisengel waarover ik in mijn allereerste Blog al schreef. Tijdens het kennismakingsgesprek was Ruth eigenlijk afgevallen omdat ze alleen maar naar de grond keek en niets zei tenzij Esther (die ook bij het gesprek was) voor haar vertaalde. Maar omdat Esther zo smekend keek hebben we haar zus een kans gegeven. Tijdens de proefochtend verscheen Ruth plotseling met een koksmuts op die haar prachtig stond en wonderbaarlijk genoeg bleek ze toch Engelse woorden te kennen. Ze is 24, heeft een man en een kind en thuis ook weer een schoonmaakhulp voor haar eigen huishouden.

Met Ruth gaat het niet zo soepeltjes als met Haruna, voornamelijk omdat ze niet zegt wat ze niet snapt, geen vragen stelt en ook niet opbiecht als ze iets breekt of stukmaakt. Wij zijn haar eerste echte baan en het kost energie om haar zover te krijgen dat ze doet wat de bedoeling is. Zo is lunch om 13.00 uur (het grote middagmaal voor de three mountains learning advisors) niet hetzelfde als lunch om 15.30 uur. Een reusachtige keukenklok bleek de oplossing. Ook mag ze geen groente kopen voor een heel weeshuis, er een kwart van gebruiken en de volgende week vrolijk nieuwe groente wensen. Eerst de oude dingen opmaken en de volgende keer minder kopen. Ik gaf haar geld mee voor de markt, een tijdrovende klus die een mens maar beter kan uitbesteden.  Bij ondervraging bleek ze niet te kunnen optellen wat ze uitgegeven heeft, maar het was meer dan ik haar meegeven had. Ik dus bijgepast. Dat ging zo 3 weken door en daarna heb ik gezegd: “dank je wel dat je bijdraagt aan ons huishouden” en het verschil niet bijgepast. Zij bloedlink en ik ook. Maar zoals altijd is de oplossing eenvoudig, ze heeft nu een aparte portemonnee voor het huishoudgeld zodat ze niet meer in de war raakt met haar eigen geld en ook kan overzien wat ze nog heeft. Afgelopen week kreeg ik voor het eerst een overschotje terug!
Na 3 weken vettige Afrikaanse kost gegeten te hebben, hebben we in voorlopig verbod op groene bananen ingesteld en zijn we begonnen aan de aanleg van een Engelstalig receptenboek. Dat blijkt ook nog een hele klus, want Engelse recepten hebben weer hele aparte termen. Zo weet ik nu wat een skillet is en dat je allerlei dingen moet wisken (wisk the ingredients....)

Inmiddels kan Ruth wortelcake maken, spinazie souffle, couscous salade en gazpacho. Het vereist enige begeleiding, maar het lukt haar. En ze houd echt van koken. Samen proeven of het goed geworden is, is leuk.
Ze moet ook schoonmaken. Het tapijt van tante An en de stoffen stoelen moeten met de stofzuiger. “Ja” knikt Ruth. Maar ik hoor nooit de stofzuiger. Afrikanen vegen. Je moet hier eigenlijk iedere dag je hele huis vegen en alles afnemen vanwege het rode stof. Maar ja, stoffen meubels kan je niet vegen. Je kunt er op slaan met een stok. Ik heb Haruna een keer het tapijt van tante An met een stok zien bewerken en ik had medelijden met dat tapijt. Het is al een antiekje....Weer in de demonstratie modus. Voordoen.  Zij nadoen. Ik kruip ik weer achter mijn computer en ik hoor de stofzuiger. “Dat gaat goed” denk ik.
Afgelopen zaterdag ben ik zelf aan het stofzuigen. Ik draai me om, iets vreemds achter de stofzuiger, overnieuw zuigen. Maar, wat doet die stofzuiger raar! Hij bubbelt. Er komt allemaal sop uit de stofzuiger. Paniek. Stofzuiger naar buiten. Stofzuiger uit elkaar gehaald. Stofzuiger op zijn kop en er komt ongeveer 4 deciliter water uitlopen. Langzaam dringt het tot me door, ik heb haar niet duidelijk uitgelegd dat je met stofzuigers alleen stofzuigt en dat stofzuigers niet voor water zijn. Je moet er maar opkomen!

De stagiaires

Bij dit woon-werk huishouden horen ook de stagiaires. We hebben er inmiddels 2 zodat Three Mountains learning advisors nu een 4 personen sterk team is. Toen we naar Rwanda gingen zeiden we tegen iedereen dat we een groot bedrijf willen opbouwen. Nou ja, groot… in ieder geval groter dan wij met z’n tweeën. In Juni hadden we min of meer per toeval een hele goeie stagiaire, Josiane. We waren heel blij met haar. Maar Josiane kreeg in Juli een betaalde baan, dus zij vertrok
De stagiaire constructie is hier heel gebruikelijk en werkt wel goed. Afgestudeerde mensen lopen een half jaar stage om werkervaring op te doen. Het is ook uitbuiting omdat er zoveel afgestudeerden zijn en zo weinig werk, dus werkt het als een goedkope manier om te kijken wat iemand precies kan. We hebben een advertentie geplaatst, kregen we binnen een paar dagen 23 aanmeldingen en liepen vervolgens tegen het probleem aan dat we het niet eens waren. Jan Willem wilde Pacifique aannemen en ik Ariane. Na twee nachten slapen hebben we besloten om ze maar allebei aan te nemen. Dat is ook leuker voor hen. Ariane heeft ambities op het gebied van Gender, een van de onderwerpen waar we op dit moment e-learning over aan het maken zijn. Pacifique heeft een ICT achtergrond, dat leek ook handig in verband met het verhelpen van allerlei vastlopende computerprogramma’s.
Maar ja, 2 stagiaires en kantoor aan huis, waar moeten we dan zitten met zijn vieren? Vervolgens volgde er weer een weekend waar we het net ingerichte huis weer op zijn kop moesten zetten. Nu hebben we een buitenkantoor met 4 werkplekken en een binnen kantoor met 2 werkplekken. Als het echt zou moeten, kunnen er nog 2 mensen bij, maar dan moet het niet regenen. Zo!
We hebben tegen Ariane en Pacifique gezegd dat ze pas om 9 uur mogen komen en we proberen ze om 5 uur weer naar huis te sturen. Dan blijft er een soort scheiding tussen rustig wakker worden en op gang raken en je bezig houden met wat de stagiaires aan het doen zijn en of dat de goede kant op gaat. Onze slaapkamer grenst aan het buitenkantoor, dus als ze er eenmaal zijn is er geen ontsnappen meer aan. We nemen Ariane en Pacifique ook mee naar gesprekken met potentiele klanten, en uitwisselingsbijeenkomsten enzo, maar soms is het ook gewoon de hele dag suf filmpjes knippen of dingen uitzoeken op sukkelig internet. 
Het zijn leuke mensen met allebei hun eigenaardigheden. Ariane heeft een  manier van HAHA zeggen die het midden houdt tussen cynisme en puberale wrok en Pacifique bezit de typische vaardigheid om de indruk te wekken dat hij druk achter zijn computer aan het werk is, terwijl hij aan het eind van de dag niets heeft gepresteerd. Als je hem daarnaar vraagt is hij oprecht verbaasd. Daar moet dus output-monitoring tegenaan, Jan Willem zijn favoriete bezigheid. Ha!


Laatst zaten we suf achter de computer en ’s middags hadden we geen zin meer. Toen zijn we naar de Fair gegaan, een soort huishoudbeurs op zijn Afrikaans, onder het mom dat we e-learning gingen verkopen. Er bleek niets te verkopen, HAHA, dus hebben we maar een ijsje gekocht voor onze stagiaires. We waren net een soort dagje uit met een nepgezin.
Overigens is het heel interessant welke dynamiek ons 4 tal heeft. Binnen ons kantoorhuis zijn Jan Willen en ik de baas. Buitenshuis nemen onze stagiaires het over. Als we op stap gaan en bij een organisatie aankomen gaan zij plotseling voorop lopen, spreken zij de receptioniste aan, zoeken zij uit waar we heen moeten en gaan ze voor ons vertalen. Alsof wij plotseling gehandicapt zijn. Het is ook zo dat we alle 4 heel verschillende dingen zien. Dus na afloop heeft ieder van ons andere dingen beleefd. En dat is natuurlijk de meerwaarde van het team wat we nu zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten